Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Ethosconstructie en de poëtica van het tweetalig schrijven in het oeuvre van Nancy Huston tussen 1984-2002." "Lieven D'hulst" "Faculteit Letteren, Campus Kulak Kortrijk" "Dit project onderzoekt de poëticale impact van een tweetalig schrijf- en (zelf)vertalingsproces, op de representatie van ‘zelf’ en ‘lichaam’ in het fictionele oeuvre van de Canadees-Franse auteur Nancy Huston, en dit over een periode van twee decennia. Hiervoor doen we beroep op het begrip ethos (of ‘discursieve zelf-representatie’), benaderd vanuit het discours-analytisch perspectief van Dominique Maingueneau. Volgens Maingeneau, komt een discursief ethos in fictionele teksten tot stand via een complex ‘belichamingsproces’, dat zich afspeelt op drie verschillende niveaus die voortdurend met elkaar in interactie treden: (i) verbale belichaming, via een specifiek taalgebruik in de tekst (ii) verbeeldende belichaming, via literaire representaties van fictionele lichamen en (iii) wat we 'institutionele belichaming' noemen, of de wijze waarop de voorgaande niveaus zich verhouden tot de conventies binnen een bepaalde (literaire) gemeenschap.De relatie tussen ethos-constructie en een specifiek taal- en beeldgebruik, in het bijzonder bij meertalige auteurs, is tot op heden nauwelijks onderzocht. Binnen de vertaalwetenschappen, wordt het ethos-begrip in de eerste plaats gekoppeld aan een bepaalde ethiek van vertaling en / of de vertaler en wordt als dusdanig veeleer in relatie gebracht tot een specifieke vertaalstijl. Het onderzoek naar de differentiële aard van ethos-constructie in meertalige teksten van Myriam Suchet vormt hierop een belangrijke uitzondering. De originaliteit van dit project ligt dan ook in de analyse van ‘ethos’ als de discursieve uitdrukking van een complexe relatie tussen twee subjectposities, die van de schrijver als auteur én als vertaler van eenzelfde werk; een relatie die vorm krijgt via complexe narratieve strategieën. We combineren hiervoor Maingueneau’s belichaamd ethos-concept in literaire discours-analyse, met Suchets concept van differentieel ethos in vertaling.Het corpus bestaat uit een selectie van feministische essays en drie romans van Nancy Huston. Deze laatsten werden gekozen omwille van hun publicatie op cruciale (overgangs)momenten in Huston’s carrière als auteur, en diens evolutie van een eentalig, naar een tweetalig, zelf-vertalend auteur. De analyse van deze teksten onthult een fundamentele spanning tussen de ‘verbale belichaming’ van diens ethos in een taalgebruik dat gedurende deze periode consistent de scheiding bewaart tussen Frans en Engels, en complexe representaties van fictionele lichamen die zich in groeiende mate verscheurd weten tussen schijnbaar onverenigbare subjectposities in de tekst.  " "De ridderroman herspoord. Herwerkingsstrategieën in de poëtica van de 14de-eeuwse Middelnederlandse ridderroman" "Youri Desplenter" "Vakgroep Letterkunde" "De 14de eeuw geldt als een hoogtepunt voor de seculiere literatuur in grote delen van West-Europa. 14de-eeuwse Middelnederlandse seculiere literatuur is daarentegen nog sterk onderbelicht. Haar grootste exponent, de ridderroman, werd door literatuurhistorici in de 19de en 20ste eeuw afgedaan als derivatief, een mix van motieven uit oudere ridderromans, vaak uitvergroot tot groteske proporties: 'epiek in verval'. Die opvatting komt evenwel voornamelijk voort uit 19de-eeuwse poëticale opvattingen, gevoed door vier eeuwen drukgeschiedenis en romantische ideeën over originaliteit. De gedachte van de 14de-eeuwse ridderroman als einde van de Middelnederlandse ridderepiek wijkt af van de internationale consensus over West-Europese ridderepiek, die een evolutie van de 12de tot zeker de 17de eeuw schetst. Zo werd tot nu onder andere de doorleving van Middelnederlandse ridderromans in 15de- en 16de-eeuwse prozaromans niet genoeg in rekening gebracht. Om een accurater beeld te ontwikkelen van de 14de-eeuwse Middelnederlandse ridderroman moeten we afstappen van anachronistische poëticale opvattingen. Daarom wil deze studie een historisch onderbouwde, eigentijdse poëtica construeren van de romans en daar de centrale herwerkingsstrategieën van uitvergroting en vermenging in duiden. Dat gebeurt door een intra-tekstuele analyse van poëticale markers en door een grondig onderzoek van de materiële en socio-culturele contexten van de corpusteksten. Het resulterende, representatievere beeld van de poëtica van het corpus kan dan accurater vergeleken worden met bredere literaire tendensen." "Nonnos' Dionysiaka als exponent van de "" mozaïkale poëtica"" van de erg Late Oudheid. Een structurele , generische en retorische analyse" "Vakgroep Letterkunde, Vakgroep Latijn en Grieks" "Laatantieke poëzie wordt graag vergeleken met een mozaïekstructuur, opgebouwd uit verblindende U+201CtesseraeU+201D die een overzicht bemoeilijken. Op NonnosU+2019 Dionysiaka lijkt dit van toepassing. Een structurele, generische (CairnsU+2019 Generic Composition) en retorische (a.d.h.v. de antieke retorica) analyse van afzonderlijke episodes uit de Dionysiaka zal leiden tot een beter begrip van de U+201Cmozaïkale poëticaU+201D van Griekse én Latijnse auteurs uit deze periode." "De vrouw moet zichzelf kleden: Een denkkader voor de feministische analyse van de ontwerp poëtica van vrouwelijke modeontwerpsters (1960-2010)" "Maude Bass-Krueger" "Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Vakgroep Letterkunde, University of British Columbia" "Het project exploreert de wisselwerking tussen feministische theorie van de tweede, derde en vierde golf en vijf vrouwelijke modeontwerpers actief tussen 1960-2010. De focus ligt op denkers en ontwerpers geboren in de jaren 1930- 40, met als doel de historische connecties, interacties tussen en de ontwikkeling en evolutie van deze groepen in kaart te brengen. Door de toepassing van feministische theorie op vrouwelijke modeontwerpers en hun creaties, willen we aantonen hoe deze gebruikt kunnen worden om modeontwerp te “lezen” en hoe kleding, ontworpen door en voor vrouwen, kan worden beschouwd als een vorm van “belichaamd schrijven”. Het project heeft als doel een theoretische fundering te bieden voor de analyse van de perspectieven van vrouwelijke ontwerpers tijdens het creatieproces, en de kleding die ze ontwerpen (ontwerppoëtica). Het project benadert modestudies en feministische theorie op een nieuwe manier door mode zowel als een tekstuele als belichaamde praktijk te onderzoeken." "Waking Prithviraj: de subversieve poëtica van het verleden in Noord-Indiase historische literatuur" "Eva De Clercq" "Vakgroep Talen en Culturen" "Dit project biedt de eerste, noodzakelijke literair-esthetische herwaardering van een belangrijk historisch dichtwerk: het lang genegeerde Sanskrit epos Pṛthvīrājavijaya “De overwinning van Prithviraj” (1192-3). Dit epos staat aan het begin van een lange, nog steeds lopende traditie van heroïsche en onheroïsche vertellingen over de beruchte Noord-Indiase koning Prithviraj Chauhan (r. 1178-1193), nu beter bekend als de 'laatste hindoe-keizer van Delhi'. Dit project onderzoekt de intrigerende continuïteit waarmee premoderne schrijvers Prithviraj voorstelden als de belichaming van een slaperig/moreel blind koningschap. Vaak met een gevoel voor ironie, werd zulke kritiek ingebed in het heroïsche formaat van het episch lofgedicht. Dit onderzoekt daagt dus de dominante historiografische en sociaal-politieke manier van tekstanalyse uit. In plaats van te kijken hoe een historische figuur doorheen de tijd kristalliseert als ‘historical memory’ in deze zogenaamde ‘politieke lofgedichten’, onderzoekt dit project de ongeziene populariteit van historische literatuur in Noord-India vanaf 1000 AD als een literaire beweging. Deze lijkt te kristalliseren rond de nieuwe figuur van de dichter-historicus, die zijn persoonlijke, kritische stem luid hoorbaar maakt. Door Sanskriet historische epiek te herwaarderen als innovatieve literaire teksten, zoekt dit project komaf te maken met nog steeds heersende oriëntalistische ideeën over de statische, oncreatieve aard van middeleeuwse Sanskrietpoëzie." "De poëtica van precariteit: Representaties van de arbeider in de Duitse literatuur in de nasleep van de ""Grote Depressie"" (1873-1914)" "Bart Philipsen" "Onderzoeksgroep Duitse Literatuur, Leuven" "Dit onderzoeksproject concentreert zich op de literaire representatie van sociaaleconomische en politieke precariteit in Duitse sociale romans gepubliceerd tussen 1873 en 1914." "Een poëtica van 'hervorming': creatieve massa ervaringen in het vroege 20e-eeuwse Duitse en Franse theater" "Vakgroep Letterkunde" "In het begin van de 2àe eeuw experimenteerden Duitse en Franse theatermakers met geritualiseerde massa-ervaringen in hun perfomances. Dit niet alleen onstage, maar ook in het publiek. Zowel in de performances als in hun theoretische geschriften, refereren deze theatermakers expliciet aan sociale en ruimtelijke condities in antiek drama en antieke religieuze handelingen om vorm te geven aan de massa in hun theater." "De poëtica van het Griekse romantische proza (1830-1850) en het genre van de avonturenroman" "Gunnar De Boel" "Vakgroep Letterkunde, Vakgroep Latijn en Grieks" "Het project beoogt- de relatie te beschrijven van Griekse romantische romans geschreven vóór 1850 met de avonturenroman, en intertekstuele relaties met Antieke of Byzantijnse modellen te tonen;- tekstanalyses te maken om generisch patroon en ideologische functie van Nieuwgriekse avonturenroman aan het licht te brengen;- te bepalen hoe genre en functie passen in de Griekse en Europese Romantiek" "De mythes van de jacht in de Italiaanse poëtica van de 14de tot de 17de eeuw: literaire, artistieke en filosofische perespectieven" "Sabine Verhulst" "Vakgroep Romaanse Talen (andere dan het Frans), Vakgroep Biochemische en Microbiële Technologie" "geen abstract" "Iedereen Auteur! Een vergelijkende studie van normatieve poëtica's in Amerikaanse en Franse handboeken voor narratief proza in de 21ste eeuw." "Anneleen Masschelein" "Onderzoeksgroep Culturele Studies, Leuven, Onderzoeksgroep Nederlandse Literatuur, Leuven" "Dit project analyseert handboeken voor creatief prosa-schrijven uit de 21e eeuw (2000-2015) in een Engels (voornamelijk Amerikaans) en Frans corpus. Het project richt zich vooral op het vertellen van een verhaal als een ambacht, een leeractiviteit gebaseerd op strategisch inzicht en het adequate gebruik van de juiste tools, in tegenstelling tot het idee van literatuur als kunst, gebaseerd op het mysterie van originele en vrije creatie"