Naam Activiteit "Vakgroep Nederlandse Taalkunde" "De vakgroep Nederlandse taalkunde maakte deel uit van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte en voerde onderzoek uit binnen het domein van de Nederlandse taalkunde." "Vakgroep Taalkunde" "Geert Jacobs" "Taalkunde aan UGent heeft altijd al een breed terrein beslagen: van historische taalkunde (Indo-Europees, Grieks en Latij, Romaanse en Germaanse talen), over dialectologie, lexicologie, lexicografie, de studie van de grammatica van diverse talen, tot sociolinguïstiek, -pragmatiek en -interactie. Er is echter altijd bijzondere aandacht uitgegaan naar vergelijkend onderzoek en variationele linguïstiek (vergelijking van linguïstieke structuren, variatie en processen in verschillende talen, en de vergelijking van verschillende linguïstische theorieën, methodes en referentiekaders." "Centrum voor Computerlinguïstiek, Psycholinguïstiek en Sociolinguïstiek (CLiPS)" "Reinhild Vandekerckhove" "Het onderzoek van CLiPS speelt zich af in een interdisciplinair gebied tussen taalkunde, psychologie en informatica (Artificiële Intelligentie). Er zijn drie belangrijke onderzoeksgebieden: Psycholinguïstiek, taalverwerving (coördinator: Steven Gillis). Het belangrijkste onderwerp hier is hoe jonge kinderen de taal leren die ze horen. Dit proces start nog voor baby's woorden en frasen produceren. Daarom bestuderen we de vocaliseringen van baby's vanaf de geboorte, en hoe ze steeds meer `woord-achtig' worden. Zodra ze woorden beginnen te gebruiken analyseren we de fonologische ontwikkeling (de klank- en lettergreeppatronen waaruit ze bestaan, klemtoon en intonatie, `spaakfouten') en morfofonologische ontwikkeling (bijv. hoe leren ze verkleinwoorden of meervouden?), en syntactische ontwikkeling (bijv. hoe leren ze de basiswoordvolgorde van het Nederlands?). Bovendien bestuderen we hoe jonge kinderen de betekenis van woorden leren en hoe ze deze woorden juist leren gebruiken. Een ander belangrijk onderzoeksgebied binnen taalverwerving is de mate waarin de taalomgeving van een kind voldoende informatie voorziet waarmee taal geleerd kan worden. Op dit moment hebben we een uitgesproken interesse in de taalontwikkeling van kinderen met verschillende kwaliteit van gehoor: de taalverwerving van normaal horende kinderen wordt vergeleken met die van gehoorgestoorde kinderen met een conventioneel hoorapparaat en met die van dove kinderen met `received hearing' dank zij een cochleair implantaat. Het onderzoek richt zich vooral op de verwerving van Nederlands als eerste taal, maar er is ook aandacht voor taalvergelijkende studies waarin de verwerving van specifieke fenomenen bestudeerd wordt in typologisch verschillende talen. Psycholinguïstiek, taalverwerking (coördinator: Dominiek Sandra). De nadruk ligt op de aard van de mentale representaties en processen die taalgebruik in ervaren taalgebruikers ondersteunen, meer bepaald in de domeinen van spelling en lezen. In de studie van het leesproces gaat de aandacht vooral naar visuele woordherkenning. De thema's die de laatste jaren aan bod zijn gekomen zijn de rol van morfologische structuur bij lexicale toegang en de vraag of lexicale toegang in tweetaligen taalselectief is of niet. Deze onderwerpen worden bestudeerd in reactietijdexperimenten en maken gebruik van verschillende experimentele paradigma's. In onze studie van het spellingproces proberen we te verklaren waarom descriptief eenvoudige, regelgebaseerde woordvormen (Nederlandse werkwoordsvormen) aanleiding geven tot zoveel spelfouten bij ervaren spellers. Experimenten en foutencorpora zijn twee soorten empirische data. De centrale verklarende concepten bij deze onderzoekslijn zijn de frequentie van voorkomen van orthografische patronen op lexicaal niveau, en analogieprocessen op sublexicaal niveau. Tenslotte bestuderen we de mogelijkheid om morfosyntactische en syntactische taalverwerking met behulp vaan exemplaargebaseerde analogie te verklaren eerder dan met behulp van regeltoepassing. Hier steunen we op experimenteel en modelleringwerk. Computerlinguïstiek (coördinator: Walter Daelemans). Basisonderzoek in de computerlinguïstiek bij CLiPS bestudeert computationele methodes voor de representatie, de verwerving en het gebruik van taalkennis. We richten ons daarbij vooral op de toepassing van statistische en zelflerende methodes, getraind op corpusdata, om menselijk taalverwerving en taalverwerking te verklaren en om systemen voor tekstinterpretatie te ontwikkelen die accuraat, efficiënt en robuust genoeg zijn om ingezet te kunnen worden in praktische toepassingen. We ontwikkelen daartoe algoritmen voor zelflerende systemen die aangepast zijn aan de eigenschappen van natuurlijke taal (weinig regelmatigheden, veel onregelmatigheden en uitzonderingen), en ontwikkelen nieuwe methodes voor het modelleren van deze taaldata. Ons strategisch onderzoek speelt zich af in het domein van de taaltechnologie, de ontwikkeling van taalverwerkingssystemen die bijdragen aan het oplossen van informatie- en vertalingsobstakels. De research aandacht gaat hier vooral naar `text analytics' (extractie van kennis uit niet-gestructureerde tekstgegevens). Recent werden in de groep ook onderzoeksinitiatieven ontwikkeld rond taaltechnologie voor Afrikaanse talen en rond `Digital Humanities' (vooral in de deelgebieden computationele stylometrie en taaltechnologie voor oude varianten van het Nederlands)." "Onderzoeksgroep Functionele en Cognitieve Taalkunde: Grammatica en Typologie (FunC), Leuven" "Anna Kisiel" "The research group FunC consists of researchers conducting research in the field of cognitive-functional linguistics. Over the last decade the research group FunC has mainly been concerned with the semantics and pragmatics of different types of verbal and (pro)nominal constructions, both synchronically and diachronically. " "Onderzoeksgroep Formele en Computationele Linguïstiek (ComForT), Leuven" "Guido Vanden Wyngaerd" "De onderzoeksgroep verricht theoretisch en descriptief onderzoek op het gebied van de formele en computationele linguïstiek, o.m. met het oog op de toepassing ervan in taal- en spraaktechnologie. Het centrale doel is inzicht te verwerven in de complexiteit van de talige kennis door de formele kenmerken te bestuderen van de structuren en regels die de architectuur van taal en grammatica vormen.  Het formeel modelleren van deze kennis gebeurt voornamelijk met behulp van structurele en/of logisch-mathematische representaties. De groep streeft naar interdisciplinaire samenwerking met onderzoekers uit o.m. computer- wetenschappen/AI en analytische filosofie/logica. Binnen de formele syntaxis onderscheiden we drie sporen:In het monostratale kader van Head-Driven Phrase structure Grammar bestudeert de OG o.m. predicatieve complementen, object raising en verbale clusters, koppelwerkwoorden en PPs.In het generatieve kader van Minimalisme bestudeert de OG o.m. ellipsis, expletieven, complementizers, binding, controle, partikelwerkwoorden en de morfologie-syntaxis interface.In het descriptief-structurele kader bestudeert de OG de synchrone en diachrone morfo-syntaxis van het Nederlands en het Duits, de structuur van de NP, conditionele zinnen en connectoren (adverbia en voegwoorden). Binnen de formele semantiek onderscheiden we twee sporen:Op descriptief vlak is er onderzoek, enerzijds naar kwantificatie in natuurlijke taal (comparatieve en proportionele kwantificatie, negatie en polariteit, scope-relaties) en anderzijds naartense, aspect, teliciteit en boundedness.Op theoretisch vlak is er onderzoek, enerzijds naar de logische geometrie van oppositie-, implicatie- en dualiteitsrelaties, en anderzijds naar de algebra van kleuren, getallen en geometrie. De OG ontwikkelt taaltechnologische toepassingen op het domein vanautomatische woord- en zinsontleding voor het Nederlandshybride systemen voor automatische vertaling van en naar het Nederlandsautomatische tekstalignering De OG speelt een actieve rol bij het aanmaken van grootschalige geannoteerde corpora en treebanks voor het Nederlands (D-coi, LASSY, SoNaR) en de ontwikkeling van NLP Tools and Resources in het bredere academische kader van de Digital Humanities. " "Tekstonderzoek en taaldidactiek" "Het is onmogelijk om enkel uit een onderzoek van bijzonder belang aan de groep. Een groot aantal onderzoeksprojecten worden uitgevoerd, variërend over verschillende gebieden. De leden van de groep zijn betrokken bij onderzoek dat literatuur omvat Nederlands, Duits, Afrikaans, en Zuid-Afrikaanse literatuur. In het domein van de taalkunde onderzoek is uitgevoerd op de Nederlandse en Duitse taalkunde en didactiek aan de ene kant en op vergelijkende Duits-Nederlandse taalkunde aan de andere kant. Een belangrijk project op dit terrein is het schrijven van een 'Lerngrammatik des Deutschen'. Voor een internationaal project ""Deutsch als Fremdsprache 'wordt een overzicht gemaakt van contrastieve onderzoek Nederlands-Duits, met inbegrip van een bibliografie. De resultaten van deze verschillende onderzoeksprojecten zijn gepubliceerd in het artikel in een breed scala aan tijdschriften of in papieren vorm op gespecialiseerde conferenties." "Vakgroep Duits" "De Vakgroep Duits omvat drie autonome onderzoeksgroepen: de onderzoeksgroep Duitse letterkunde; de onderzoeksgroep Duitse taalkunde; de onderzoeksgroep Algemene taalwetenschap. De onderzoeksgroep Duitse letterkunde legt zich in het bijzonder toe op een vorm van literatuurwetenschap die het interne functioneren van teksten centraal stelt. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan onderwerpen zoals het gebruik van literaire stijl, retorische figuurlijkheid en narrativiteit in het werk van o.a. Nietzsche en schrijvers van het literaire modernisme en de hedendaagse Duitstalige literatuur, alsook aan de relatie tussen literatuur en filosofie. Methodologisch ligt de klemtoon enerzijds op nauwgezette tekstinterpretatie (hermeneutiek) en anderzijds op het onderzoek naar voorwaarden voor die tekstinterpretatie (retoriek, verteltheorie, receptietheorie). De onderzoeksgroep heeft een sterke traditie in het aantrekken van extern gefinancierde projecten en van doctoraatsonderzoek. Hij bestaat uit een aanzienlijke groep doctoraatsstudenten en postdoctorale medewerkers, ook uit het buitenland, en voert interdisciplinair onderzoekswerk uit samen met collegaU+2019s uit de klassieke studies, de filosofie, de geschiedenis, de theologie, e.d.m. Zowel op het vlak van de wetenschappelijke output als de beschikbare vakbibliotheek, die jaarlijks met een duizendtal monografieën uitbreidt, behoort de onderzoeksgroep Duitse letterkunde tot de grootste in zijn soort in de Benelux. De onderzoeksgroep Duitse taalkunde legt zich toe op twee domeinen, nl. historische en contrastief-typologische taalkunde met bijzondere aandacht voor het Duits, en psycho- en neurolinguïstiek van het Duits. Het eerste domein omvat onderzoek op het gebied van de lexicologie en etymologie, van de historische, functionele en contrastief-typologische taalkunde van het Duits en de Germaanse talen en van de vergelijkende studie van bijbelvertalingen. Kenmerkend is o.a. de U+201CtheodistischeU+201D invalshoek, waarbij de historische verhouding Duits/Nederlands onder de loep genomen wordt met het oog op convergente en divergente processen van grammaticalisatie, lexicalisatie, standaardisering enz. Een ander zwaartepunt binnen dit onderzoeksdomein ligt op het samenspel van syntaxis en vertoog, met o.a. een lopend doctoraatsproject over asyndetische onderschikking in het Duits en het Engels. Daarnaast komt ook onderzoek naar woordvorming en naar taal en taalwetenschap in hun historisch-politieke context aan bod. In het tweede onderzoeksdomein ligt de focus op de empirische psycho- en neurolinguïstische studie van de verwerving, beschadiging, verwerking en representatie van de flexiemorfologie van het Duits, Duitse syntactische structuren alsook van de wisselwerking tussen de fonologie en morfologie van het Duits. Een bijkomende onderzoeksfocus ligt op de rol van fonologische structuren in de ontwikkeling van de leesvaardigheid van Duitse kinderen. Leden van de onderzoeksgroep zijn intensief betrokken in internationale onderzoeksverbanden en werken o.m. samen met collegaU+2019s aan de universiteiten van Mainz, Konstanz, Hamburg, Düsseldorf, Potsdam en Oxford, en met het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden. De onderzoeksgroep publiceert vooral in het Duits en Engels. De onderzoeksgroep Algemene taalwetenschap legt zich toe op diverse aspecten van linguïstisch onderzoek, waarbij de algemeen-taalwetenschappelijke invalshoek in de permanente feedback bestaat tussen empirisch onderzoek, linguïstische methodologie, taaltheorie en epistemologie van de linguïstiek als wetenschappelijke discipline. De onderzoeksgroep onderhoudt samenwerkingsverbanden met diverse buitenlandse onderzoeksgroepen (o.m. de onderzoeksgroep Iconiciteit in Amsterdam, het Coseriu-archief in Tübingen en de onderzoeksgroep valentietheorie en typologie in London) en publiceert vooral in het Engels en het Duits." "Onderzoeksgroep Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguîstiek (QLVL), Campussen Antwerpen" "Benedikt Szmrecsanyi" " Onderzoektopics zijn : linguïstiek, semantiek en lexicale variatie." "Onderzoeksgroep Griekse Studies, Leuven" "Peter Van Deun" """Het onderzoeksdomein is niet beperkt tot de oudheid maar is gefocust op de studie van de Griekse taal en de analyse en editie van Griekse literaire teksten door de eeuwen heen. Zwaartepunten in het onderzoek zijn de historiografie van de linguïstiek, literaire en paraliteraire papyri, Byzantium en het Christelijk Oosten en de vergelijkende Indo-Europese taalkunde. Bepaalde onderzoekslijnen garanderen de continuïteit tussen deze zwaartepunten, zo bijvoorbeeld de relatie tussen de antieke papyri en de Byzantijnse handschriftelijjke traditie, de studie en editie van grammaticale en taalkundige papyri en tenslotte het onderzoek van de grammaticale en taalkundige theorievorming van in de oudheid over de Byzantijnse tijd tot in de Renaissance en het hedendaagse Grieks. De onderzoekseenheid staat ook in voor onderwijs in de studierichting Taal- en Letterkunde, voornamelijk binnen de taalkeuze Grieks, maar daarnaast ook in de opleidingen Geschiedenis en Oude Nabije Oosten. De gedoceerde colleges sluiten nauw aan bij de zwaartepunten van het wetenschappelijk onderzoek: de focus ligt op de studie van de Griekse taal en literatuur door de eeuwen heen en de kritische 'close reading' van Griekse teksten, met aandacht voor zowel taalkundige analyse, literaire en cultuurhistorische interpretatie als tekstkritiek. Tot de opvallendste concrete realisaties van onze onderzoeksactiviteit behoren (URL:http://www.arts.kuleuven.be/byzantium/)de Series Graeca van het Corpus Christianorum, de vermaarde reeks kritische tekstuitgaven van Byzantijnse en Christelijke Griekse auteurs ((URL:http://www.arts.kuleuv en.be/byzantium) www.arts.kuleuven.be/byzantium) de digitale papyruscollectie (URL:http://cpp.arts.kuleuven.ac.be/)Cat alogue of Paraliterary Papyri (cpp.arts.kuleuven.be) de geannoteerde online (URL:http://abel.arts.kuleuven.be/)bibliografi e over de mythograaf Apollodorus (ABEL) (abel.arts.kuleuven.be) de portaalsite (URL:http://greekgrammar.com/)Greek Grammar on the Web . (greekgrammar.com) "" homepage research team Greek Studies.((URL:http://www2.arts.kuleuven.be/info/OE_grieks) www2.arts.kuleuven.be/info/OE_grieks)  " "Faculteit Letteren en Wijsbegeerte" "Marc BooneGita DeneckereFreddy Mortier" "The Faculty of Arts and Philosophy is home to approximately 520 scientists, of which about 160 are tenured staff members. Our faculty annually delivers some 60 doctoral degrees and some 600 peer-reviewed publications. Research groups focus on philosophy, archaeology, history, arts, (applied) linguistics, literature, cultural studies, etc. The Faculty of Arts and Philosophy wants to be a national and international player in the field of scientific research. Through its departments and research groups the faculty wants to contribute to the scientific exploration and further development of its academic disciplines. Therefore, the faculty sets the necessary conditions and strives to disclose the results of its research to third parties and to integrate them into its own teaching, research and service."