Titel Deelnemers "Moral enhancement: do means matter morally?" "Farah Focquaert, M Schermer" "Moral Rights in the 21st Century - The changing role of the moral rights in an era of information overload/Le Droit Moral au 21ème Siècle - Le rôle changeant du droit moral à l'ère de l'information surabondante / Los Derechos Morales en el Siglo 2" "De maakbare moraal" "Het ethos waarin de mens leeft en handelt is in verandering zolang de mens leeft en handelt. In De maakbare moraal reflecteren verschillende filosofen over de antwoorden die het moderne en hedendaagse denken kunnen bieden op vragen die net door dat veranderend ethos tot stand worden gebracht. De idee dat moraal ‘maakbaar’ zou zijn houdt meteen ook een kritisch standpunt in: wat precies is er in onze morele omgang met elkaar dat beheersbaar, expliciteerbaar, voorstelbaar ... zou kunnen zijn?De maakbare moraal bundelt bijdragen van Daniel Acke, Hans Alma, Sonja Lavaert, Julia Maria Mönig, Johan Stuy en Adelheid Rigo, Marc Van den Bossche, Yoni Van Den Eede, Karl Verstrynge en Else Walravens.De auteurs zijn verbonden aan het Centrum voor Ethiek en Humanisme (ETHU) dat deel uitmaakt van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Brussel en zich toespitst op drie grote onderzoekthema’s: existentie en intersubjectiviteit, hedendaagse ethische problemen en de studie van de verlichting. Editors Yoni Van Den Eede en Karl Verstrynge zijn respectievelijk secretaris en directeur van ETHU (www.ethu.be)." "Moral Rights in the 21st Century - The changing role of the moral rights in an era of information overload/Le Droit Moral au 21ème Siècle - Le rôle changeant du droit moral à l’ère de l’information surabondante / Los Derechos Morales en el Siglo 21 - La e" "Het morele instinct: over de natuurlijke oorsprong van onze moraal" "Jan Verplaetse" "Moeten we altijd doen wat goed is? Harry Frankfurt en de fundering van de moraal" "Katrien Schaubroeck" "Harry Frankfurt is geen moraalfilosoof, hij geeft zelfs te kennen dat hij moraal geen bijster interessant onderwerp vindt, en dat het belang ervan vaak overschat wordt. Desondanks, of net daarom, zijn moraalfilosofen zeer geïnteresseerd in Frankfurt: hoe kan je moraal nu niet belangrijk vinden? Frankfurt heeft daarop een anwoord: in aansluiting bij de kritiek van Bernard Williams en Michael Slote op de overridingness-thesis verzet hij zich tegen wat hij noemt het panmoralisme. Hij ziet geen enkele reden waarom morele overwegingen steeds zwaarder zouden moeten doorwegen dan andere normatieve claims. Het welzijn van andere mensen (volgens Frankfurt het doel van moraal) is per slot van rekening slechts één van de dingen waar een mens om geeft, naast bijvoorbeeld het geluk van zijn kinderen, het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden, het genieten van esthetische ervaringen... Maar erkent Frankfurt dan niet dat morele imperatieven een bijzonder gezag genieten? Tennisregels en morele regels plaatsen we niet op dezelfde hoogte: wie geen zier om tennis geeft, kan die eerste aan zijn laars lappen, maar aan morele regels onttrek je je niet zomaar. Vele filosofen verbinden dit categorische karakter van morele imperatieven met de bindende wetten van de rede. In deze rationalistische verklaring van de normativiteit van moraal worden morele imperatieven tot een soort van rationele geboden. Wie immoreel is, is bijgevolg ook irrationeel. Frankfurt denkt dat rationalisten de bal misslaan. Dat we een schurk anders beoordelen dan een idioot is daarvan een eerste bewijs. Maar zijn kritiek gaat verder: immorele actoren brengen het er te goed vanaf in een rationalistische benadering. Hun immorele gedrag wordt dan immers op conto geschreven van een denkfout, iets waar ze zich als persoon makkelijk van distantiëren. Maar morele kritiek moet volgens Frankfurt een persoon diep raken, en moet daarom de foute handeling toeschrijven aan wat deze persoon ten diepste definieert. Volgens Frankfurt is dat niet zijn rationele vermogen maar zijn volitionele identiteit met de bijhorende noodzakelijkheden en limieten van wat een mens kan willen. Ter vervanging van het rationalisme ontwikkelt Frankfurt een rechtvaardiging van morele eisen op basis van waar mensen om geven. Inzoverre moraal belangrijk is voor ons, kan dat enkel te danken zijn aan het feit dat morele imperatieven ten dienste staan van bepaalde waarden en idealen waar we om geven en die ons leven betekenis verlenen. De amoralist, iemand die het gezag van moraal in vraag stelt, is niet irrationeel zoals de rationalisten beweren. Er is iets anders mis met hem: zijn volitionele identiteit verschilt zo grondig van de onze dat we zijn bereidheid om afschuwelijke daden te stellen als ‘ondenkbaar’ moeten beoordelen. Gelukkig, zegt Frankfurt, delen de meeste mensen dezelfde basale bekommernissen, zoals die om fysieke integriteit of sociaal contact, waardoor moraal voor de meesten van ons een vanzelfsprekende autoriteit bezit. Deze naturalistische wending laat Frankfurt toe om de universalistische claims van moraal te vrijwaren. Maar anderzijds dreigt Frankfurt op die manier morele gevoeligheden te herleiden tot instincten. De diepste bekommernissen die onze identiteit bepalen zijn dan niet meer dan biologische en psychologische noden. Frankfurt fundeert de moraal, het hoogste waartoe een mens in staat is, in instincten, de natuurlijke aanleg die de mens deelt met de niet-menselijke dieren. Niet alleen klinkt deze fundering van de moraal contra-intuïtief, ze heeft bovendien iets weg van een naturalistische drogreden." "'Mensen hebben meer dan één binnenkant'. De kannibaal en de moraal in Bart Koubaas De leraar" "Adrianus Van Zoggel" "Essay over het morele engagement in de roman 'De leraar' van Bart Koubaa" "Bright mind, moral mind? Intelligence is unrelated to consequentialist moral judgment in sacrificial moral dilemmas" "Dries Bostyn, Jonas De keersmaecker, Jasper Van Assche, Arne Roets" "Ambiguïteit troef. Simone de Beauvoirs pleidooi voor een moraal van de dubbelzinnigheid" "Else Walravens" "In deze paper wordt aangetoond dat de moraal die Simone de Beauvoir verdedigt geen ethisch verdachte, onoprechte, dubbele moraal is maar een moraal die haar fundament en haar inhoud dankt aan onze ambigue 'condition humaine': onze lichamelijkheid en gedetermineerdheid tegenover onze spiritualiteit en vrijheid; onze toevalligheid tegenover onze uniciteit; ons tekort aan zijn tegenover onze onthulling van het zijn; onze zinloosheid tegenover onze zingeving; onze bepaaldheid door de wereld en de ander tegenover onze onafhankelijkheid en onze afzondering. Enkel op de aanvaarding van die ambiguïteit laat zich volgend De Beauvoir een authentieke moraal bouwen. Deze moraal is genereus en progressief, maar door haar moraliserend, veeleisend en streng karakter is ze gelijktijdig ongewild elitair." "Atheïsme als basis voor de moraal" "Dirk Verhofstadt" "In de loop van de geschiedenis is de mens erin geslaagd om de aardrijkskunde, de geneeskunde, de wiskunde, de scheikunde, de natuurkunde en de astronomie te ontdoen van religieuze dogmaU+2019s. Dat gebeurde nadien ook met het recht en de biologie. Het wordt hoog tijd om nu de ethiek los te koppelen van religieuze ballast. Vandaar dit pleidooi voor atheïsme als basis voor de moraal. Dat betekent niet dat mensen ongelovig moeten worden. Elke mens gelooft wat hij wil, maar niemand mag zijn of haar geloof opdringen aan een ander. De auteur wijst op de negatieve houding van religies ten aanzien van andersgelovigen, ongelovigen, vrouwen, homoseksuelen, seksualiteit, wetenschap en burgerlijke wetgeving. Hij toont aan dat de basis van de moraal niet stoelt op godsdienstige bepalingen maar op de rede en dat de wereld daardoor menselijker en dus beter wordt. Hij ontwikkelt bovendien zelf Tien Seculiere Geboden die moreel hoogstaander zijn dan de Tien Geboden van de Bijbel. Vele deugden, die door godsdiensten werden gekaapt en zelfs misbruikt, zoals hoop, liefde, barmhartigheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid plaatst hij in een seculier humanistische context. Dirk Verhofstadt (1955) studeerde rechten en pers- en communicatiewetenschappen in Gent en werkte jarenlang in de mediasector. Hij is doctor in de moraalwetenschap, professor media en ethiek aan de Universiteit Gent en is auteur van verschillende boeken zoals de bestseller In gesprek met Etienne Vermeersch. Een zoektocht naar waarheid."