Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Rekenschap Van Belgische Overheidsbedrijven: Een Evaluatie Op Basis Van De Beginselen Van Good Public Governance en Good Corporate Governance en Een Vergelijkende Studie Met Duitsland en De Verenigde Staten" "Marieke Wyckaert" "Jan Ronse Instituut voor Vennootschaps- en Financieel Recht" "'Deugdelijk' bestuur van overheidsbedrijven, die thans breed worden erkend als 'hybride' rechtspersonen, is complexer dan voor private vennootschappen. Benaderd vanuit de agentschapsleer ('agency theory') worden overheidsbedrijven gekenmerkt door ingewikkeldere principaal-agentverhoudingen en -conflicten. De persoon die optreedt als principaal van het overheidsbedrijf is niet de 'ultieme' opdrachtgever, maar moet op zijn beurt verantwoording afleggen aan 'het volk', een verhouding die onderworpen is aan de Grondwet en publiek rechtelijke beginselen. Daarom beheersen zowel het publiekrecht als het vennootschapsrecht de overheidsbedrijven als dusdanig en hun bestuur. De overkoepelende onderzoeksvraag voor het voorgestelde onderzoek is 'Hoe overheidsbedrijven 'deugdelijk' besturen met naleving van zowel het publiekrecht als het vennootschapsrecht?' De onderzoeksdoelstellingen omvatten een analyse van: 1. de verhouding tussen de doelstellingen van deugdelijk/behoorlijk bestuur in het publiekrecht en corporate governance in het vennootschap ; 2. de verzoening van het publiekrecht en het vennootschapsrecht op het niveau van het bestuur van overheidsbedrijven in de brede zin (bv. bestuursmodel, samenstelling, formele en materiële werking, taken, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, vergoeding, formele aspecten); 3. de verzoening van het publiekrecht en het vennootschapsrecht in de rol en verantwoordelijkheid van de individuele bestuurder van een overheidsbedrijf. Het rechtstelsel van de onderzoeker (België), samen met Duitsland en de Verenigde Staten laten een rechtsvergelijkende studie toe met landen met (i) een voldoende gelijkaardige politieke en economische context, (ii) een sterke publieke decentralisatie, en (iii) een vergelijkbaar standpunt over concepten zoals democratie en de rechtsstaat, maar niettemin interessante verschillen met (i) een rechtstelsel binnen de EU en een derdeland; (ii) een 'civil law' rechtsstelsel en een 'common law' rechtsstelsel en (iii) uiteenlopende gradaties aan overheidsaandeelhouderschap en liberalisering van openbare diensten. Het voorgestelde onderzoek zal als neveneffect ook bijdragen tot het remediëren van het gebrek aan Belgische rechtsleer over Duitse of Amerikaanse overheidsbedrijven." "Gesteld in de Kerk tot Herders om bedienaren van de leiding te zijn (can. 375 § 1 CIC). De juridische instelling van (diocesane) bisschop versterken door 'good governance'" "Adrianus van der Helm" "Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht" "Bestuur heeft betrekking op de manier waarop personen of gerechtelijke instanties handelen in hun hoedanigheid van overheidsambtenaar of van openbare instellingen. Goed bestuur stelt een norm van uitmuntendheid bij het besturen. Het richt zich op kwesties zoals de juistheid, transparantie en doeltreffendheid van bestuurlijk optreden. Het veronderstelt dat bestuur goed is, wanneer de burgers actief betrokken zijn bij het feitelijk of voorgenomen handelen van de overheid. Goed bestuur biedt voorts middelen om overheidsambtenaren om verantwoording te vragen voor hun handelen of nalaten. Tenslotte wordt de vraag gesteld in hoeverre de huidige wetgeving daadwerkelijk voldoet aan de normen voor mensenrechten. De Rooms-Katholieke Kerk heeft ook haar eigen bestuursstructuren ontwikkeld. Het Kerkelijk recht voorziet uitdrukkelijk een bestuursambt binnen de kerkelijke samenleving. Het lijkt echter twijfelachtig of kerkelijk bestuur zich kan meten met de hedendaagse standaard van bestuur die in veel seculiere samenlevingen wordt aangetroffen. Duidelijke tekortkomingen in het vermogensbeheer van de kerk, de trage kerkelijke behandeling van gevallen van seksueel en/of geestelijk misbruik door geestelijken, of groeiende onrust in de kerkelijke samenleving over het gebrek aan participatie van lekengelovigen in het bestuur en de besluitvorming van de kerk wijzen eerder in de tegengestelde richting. In het licht hiervan, naast andere redenen, herhaalde paus Franciscus de noodzaak van kerkelijke hervorming. Bij het verder ontwikkelen van hun eigen bestuursstructuren, passen seculiere samenlevingen steeds vaker beleid van 'goed bestuur' in voornoemde zin aan. Dit onderzoek verkent de voordelen van dit concept voor de lopende hervorming van kerkelijk bestuur. Het veronderstelt dat het kerkelijk recht daadwerkelijk een verplichting tot goed bestuur formuleert. Het is geworteld in de notie van “salus animarum” als het uiteindelijke doel van de canonieke rechtsorde. In het belang van zielenheil moeten de ambtsdragers van de Kerk, die belast zijn met het besturen van hun medebroeders broeders en zusters in Christus, overeenkomstig handelen. De studie geeft eerst een overzicht van de huidige stand van de wetenschappelijke kennis over het concept van goed bestuur zoals het zich heeft ontwikkeld in het hedendaagse politieke en juridische denken. Vervolgens verbindt zij dit seculiere concept van goed bestuur met kerkelijk bestuur door te betogen dat het idee zelf van goed bestuur eigenlijk intrinsiek is aan de algemene draagwijdte van de canonieke rechtsorde. Op basis van deze veronderstelling wordt de juiste norm voor goed kerkelijk bestuur beoordeeld. Vervolgens wordt aan de hand van een casestudy de huidige toestand van kerkelijk bestuur geëvalueerd. De respectievelijke casussen zijn afkomstig uit verschillende gebieden van het kerkelijk leven. Elk van hen neemt een van de criteria die vorm geven aan het seculiere concept van goed bestuur als referentiepunt. Gezien de eerste indruk dat het huidige kerkelijk bestuur op vele terreinen tekortschiet, verkent de casestudy mogelijke remedies voor deze tekortkomingen. Het doel is om aan te tonen dat kerkelijk bestuur ten goede kan veranderen, indien bepaalde criteria van goed bestuur vandaag zouden worden toegepast." "Multi-level legal framework of radioactive waste management and Good Governance." "Jan Wouters" "Instituut voor Internationaal Recht" "Dit project wil een uitgebreide en multidisciplinaire beoordeling over het Europese wettelijke kader inzake radioactief afvalbeheer geven. Dezebeoordeling is noodzakelijk om de mogelijkheden te identificeren die kunnen bijdragen tot wettelijke herschikking van praktijken van goed bestuur inzake radioactief afvalbeheer. Het project zal onderzoeken hoe gemeenschappelijke beleidslijnen en regelgeving in het domein van radioactiefafvalbeheer binnen het wettelijk kader van de EU bepaald worden in overeenstemming met de principes van goed bestuur. Hiervoor zal het project een geschikt concept van goed bestuur voor radioactief afvalbeheer ontwikkelen. Daarna zal het project een beeld vormen van de essentiële en institutionele aspecten van regelgeving betreffende radioactief afvalbeheer. In deze context zal het project de bestaande normen en principes in het Europese wettelijk stelsel onderzoeken, alsook de institutionele bekwaamheden en functies van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement in relatie to radioactief afvalbeheer." "De impact van decentralisatie en 'good governance' op democratische transitie in het Midden Oosten. Gevalsstudies: een vergelijkende politieke analyse tusesn Amman (Jordanië) en Beiroet (Libanon)" "Vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies" "Er is sinds 9/11 een groeiende consensus over de nood aan democratisering in de MENA-regio, om een tegenwicht te vormen voor het aanwezige religieus extremisme en het verhogen van de internationale veiligheid en stabiliteit. Decentralisatie is daarbij een belangrijke strategie die door internationale instellingen financieel ondersteund wordt. Voorgesteld onderzoek bestudeert de relatie tussen gedecentraliseerde politiek en democratisering via een comparatieve analyse tussen Amman & Beiroet." "Everybody needs good neighbours. De drijveren achter het Europese Nabuurschapsbeleid ten aanzien van de mediterrane regio" "Hendrik Vos" "Vakgroep Politieke Wetenschappen" "Dit onderzoek analyseert het ENP door na te gaan welke intenties de EU heeft met het ENP ten aanzien van de Mediterrane regio en of de invulling op het terrein daar ook mee correspondeert. Uit het onderzoek (op basis van twee theoretisch geïnspireerde hypotheses) worden voorzichtige conclusies afgeleid met betrekking tot de drijfveren achter het proces." "Towards stronger governance in European sports." "Hans Bruyninckx" "Leuvense Internationale en Europese Studies (LINES) (OE), Onderzoeksgroep Sport- & Bewegingsbeleid" "It is clear that the governance of international sports is facing many challenges and that a better governance is needed in order to overcome these challenges. The far-stretching autonomy of the sports world has unmistakably resulted in a lack of decent organisational structures in Global Sport Governing Bodies, which constitutes the breeding ground for the many cases of corruption and mismanagement, and the lack of democracy in international sports governance. In addition, we witnessed the erosion of the governing monopoly of Sport Governing Bodies (SGBs) due to the empowerment of certain stakeholders and the governmentalisation of sport. At the same time, due to an increasingly complex sports world, multi-faceted and complex policy issues emerge that SGBs cannot unilaterally deal with. Thus, talking about better governance in sports in this new constellation not only implies scrutinising the governance of SGBs per se, but also the modalities of the complex webs of interrela tionships in the emerging governance model in sport.In particular, the focus is on how and under what conditions a direct EU sports policy may contribute to more democratic and effective governance in European sports?" "Goed bestuur in het octrooirecht." "Geertrui Van Overwalle" "Onderzoekseenheid KU Leuven Centrum voor IT & IE Recht" "Octrooien kunnen worden verleend voor uitvindingen, die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. In veel sectoren zijn octrooien belangrijke instrumenten om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren en investeringen te belonen. Uiteindelijk zouden octrooien zelfs kunnen bijdragen aan de toename van werkgelegenheid en economische welvaart. Deze doelstellingen kunnen echter enkel worden bewerkstelligd indien actoren die een rol spelen in het octrooirecht (vb. wetgevers, beleidsmakers, octrooibureaus, gerechtelijke instanties), de principes van goed bestuur oftewel good governance respecteren. Governance heeft onder andere betrekking op de vraag welke bevoegdheden worden toegekend aan welke actoren en hoe deze bevoegdheden uitgeoefend dienen te worden. Principes zoals transparantie, participatie in de besluitvorming door burgers en coherentie dienen in dit kader in acht te worden genomen. Dergelijke principes zijn nog essentiëler in contexten waar controversiële vragen rijzen, zoals de octrooieerbaarheid van humane genen en embryonaal stamcel onderzoek. Zulke fundamentele vragen kunnen niet overgelaten worden aan actoren die juridisch gezien niet aangesproken kunnen worden op hun verantwoordelijkheden. Het doel van het huidige onderzoeksproject is (1) om het concept good governance te onderzoeken; (2) om te analyseren in hoeverre the Europees octrooisysteem voldoet aan de principes van good governance; (3) om de resultaten van deze analyse te vergelijken met de octrooisystemen in de VS en Japan; (4) om best practices te identificeren en, tenslotte, (5) om aanbevelingen op te stellen voor mogelijke aanpassingen aan het Europees octrooisysteem." "Het ontwikkelen van de Delta Group Barometer ‘Goed Bestuur in Sport’ bij sportfederaties in België, Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap." "Jeroen Scheerder" "Onderzoeksgroep Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid" "De laatste jaren zetten steeds meer organisaties (zoals scholen, ziekenhuizen, bedrijven …) in op goed bestuur. Ook de sportsector laat dit thema niet aan zich voorbijgaan. Het voorliggende onderzoek heeft als doelstelling aspecten van good governance en innovatie bij sportfederaties in België, Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap wetenschappelijk in kaart te brengen. Meer bepaald is het de bedoeling om de Delta Group Barometer ‘Good Governance in Sport’ te ontwikkelen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van reeds beschikbare meetinstrumenten ontwikkeld aan de KU Leuven en de UCL. Beide universiteiten bundelen hun krachten en expertise. Voor het onderzoek wordt zowel een externe observatie als een zelfevaluerende analyse gehanteerd. Op basis van de resultaten zal het mogelijk zijn voor verantwoordelijken binnen sportfederaties om hun good governance-beleid te optimaliseren. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Fonds Baillet Latour en wordt ondersteund door de Delta Group, het BOIC en GUBERNA." "Elektronisch bestuur als dirigent voor burgerbetrokkenheid bij openbaar bestuur" "Joep Crompvoets" "Instituut voor de Overheid (OE)" "Probleem definitie Elektronisch bestuur (e-governance) wordt beschouwd als een van de meest kritische en snel veranderende componenten van de strategie voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) in landen over de hele wereld. Overheidsdiensten hebben duidelijk het belang erkend van e-governance om met succes informatie over te dragen en diensten te leveren aan burgers, organisaties en beleidsmakers op een effectieve en efficiënte manier. (1) Momenteel zijn er drie primaire concepten in gesprekken over e-governance. Het eerste concept heeft betrekking op de technologische vereisten die nodig zijn om een veilig en voldoende systeem op te zetten voor een reeks overheidsprocessen. Het tweede concept is primair gericht op het beleid dat nodig is om deze technologie te implementeren en te beheren en de gevoelige gegevens die nodig zijn om te functioneren. Het derde concept betreft de gepaste acceptatie van deze technologie door verschillende organisaties en de burgers die het bedient. Deze drie afzonderlijk geïdentificeerde problemen moeten samen worden opgelost - compromissen in één zouden onvermijdelijk leiden tot compromissen in de resterende twee. (2) Hoewel veel 'early adopter'-regeringen tijd en geld hebben geïnvesteerd in inspanningen op het gebied van e-governance, hebben velen de beoogde burgers, organisaties en beleidsmakers niet in het ontwikkelingsproces betrokken, laat staan dat zij de nodige ondersteuning hebben geboden om hen door de overgang te leiden. Op microniveau heeft dit geresulteerd in e-governance-applicaties die mogelijk in gebruik zijn maar vaak niet zijn geïmplementeerd op een manier die het effectieve gebruik van deze digitale processen door de beoogde gebruikers mogelijk maakt. In andere gevallen worstelen overheden nog steeds met het ontwerpen en implementeren van e-governance-toepassingen. Op macroniveau heeft dit ideale niveaus van burgerparticipatie bij het bepalen en vormgeven van beleid via nieuw gedigitaliseerde procedures voorkomen. Relevantie van onderzoek Dit onderzoek is vooral relevant omdat landen over de hele wereld al e-governance-toepassingen hebben goedgekeurd of van plan zijn. Dit is met name het geval in de Republiek Kroatië (Kroatië). Kroatië, de nieuwste lidstaat van de Europese Unie (EU), heeft aanzienlijke inspanningen geleverd om e-governance-systemen uit te breiden en goed te keuren via zijn elektronische identificatie (eID) -systeem bekend als 'e-Građani' ('e-Citizens' in het Engels). Er waren verschillende redenen voor deze maatregel, namelijk de verantwoordelijkheid om het EU eID-protocol te handhaven. In de meest basale termen is de Kroatische eID-kaart ('e-osobna iskaznica' of 'eOI' in het Kroatisch) het enige middel van eID voor Kroatische burgers. Het Kroatische eID-systeem werd officieel geïntroduceerd op 8 juni 2015 en vergemakkelijkt de toegang tot belangrijke centrale overheidsdiensten via een aangewezen overheidsportaal (https://gov.hr). Met name mogen alle Kroatische burgers een eID-kaart aanvragen en verkrijgen volgens de voorschriften in het officiële EU-overzicht van het huidige Kroatische systeem 'ongeacht de leeftijd en ongeacht hun woonplaats'. Dit onderscheid heeft grote implicaties. Kroatië is een land met ongeveer 4 miljoen inwoners. Van dat totaal wonen bijna 1 miljoen burgers buiten de grenzen van Kroatië in andere EU-lidstaten of in het buitenland. Het leveren van cruciale overheidsdiensten via een effectief en efficiënt e-governance platform is cruciaal gezien het bijzonder internationale en mobiele karakter van de burgers die worden bediend. Dit is niet alleen nodig voor aangelegenheden van openbaar bestuur, maar ook voor aangelegenheden van burgerbetrokkenheid bij het beleidsvormingsproces en andere aangelegenheden waarbij alle leden van de Kroatische samenleving moeten worden betrokken. Het is begrijpelijk dat het garanderen dat de huidige en toekomstige Kroatische e-governance-toepassingen op de juiste manier worden ontworpen, aangenomen en geïmplementeerd niet alleen technische implicaties heeft. De belangrijkste resultaten zullen in feite liggen op het niveau van burgers en beleidsmakers die deze technologie gebruiken om het leven te verbeteren en als een succesvol voorbeeld van effectief e-governance op het werk in de EU te dienen. Verdere goedkeuring zal sterk afhangen van toekomstige voorstellen die aan de Kroatische regering worden voorgelegd met dwingende bijbehorende resultaten. In die zin zijn de grootste obstakels de politieke wil en de publieke wil om over te schakelen naar meer vormen van openbaar bestuur - niet het creëren en correct gebruiken van elektronische identificatietechnologie zelf. Belangrijkste onderzoeksvraag(en) Welke beleidskaders kunnen worden gecreëerd of gewijzigd om te dienen als leidend beleidsdocument voor verdere goedkeuring van e-governance in Kroatië, specifiek zoals toegepast op hun eID-systeem? Wat kan er, eenmaal vollediger aangenomen, worden gedaan om te zorgen voor de juiste implementatie, evaluatie en ondersteuning van e-governance programma's op nationaal niveau? Wat kan er worden gedaan om de deelname van Kroatische burgers aan e-governance te waarborgen en het door de toepassing (en) verkregen publieke voordeel (en) te vergroten? Onderzoeksmethode De voorgestelde onderzoeksmethode zal proberen beleidskwesties in verband met e-governance aan te pakken. Om te beginnen zal een gedetailleerd literatuuronderzoek worden georganiseerd om het huidige onderzoek en studies die de stand van zaken van e-governance gedetailleerd beschrijven (zowel in het algemeen als in het bijzonder in Kroatië) volledig te identificeren. De bijbehorende reactie van burgers (d.w.z. publieke participatie of gebrek daaraan) zal ook worden waargenomen. Case study en survey-gebaseerd onderzoek zullen ook worden verzameld, geaggregeerd en geanalyseerd. De stand van zaken wat betreft de uitvoering van het beleid kan ook verder worden onderzocht via overheids document review (d.w.z. rapporten met bevindingen van Kroatische, EU- of andere autoriteiten). Dit resulteert in 3 primaire fasen: 1. Verzamel en bekijk eerder bestaande gegevens (d.w.z. literatuuronderzoek, veldonderzoek, goede praktijken) 2. Verzamel en bekijk casestudy's en andere oorspronkelijk geproduceerde gegevens (d.w.z. enquêtes, beoordelingen, onafhankelijke beoordelingen van huidige technologie en beleid, enz.) 3. Pas bevindingen toe op werkoplossing (d.w.z. technische richtlijnen, beleidskader, adoptie, implementatie, duurzaamheid, etc.) Voetnoten: (1) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/public-services-egovernment (2) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/european-egovernment-action-plan-2016-2020 *Houd er rekening mee dat mijn Nederlandse titel en Nederlandse samenvatting zijn gegenereerd met Google Translate zoals voorgesteld. Een professionele vertaling zal later worden verstrekt." "Verschillende studies over sportorganisaties, milieuduurzaamheid in de sportsector en eSports" "Thomas Könecke" "Onderzoeksgroep Sport- & Bewegingsbeleid" "In deze reeks van studies wordt gekeken naar drie verschillende thematische gebieden: a) sportorganisaties en sportevenementen, b) milieuduurzaamheid in de sportsector en c) eSports. Deze gebieden worden niet strikt gescheiden van elkaar geanalyseerd. Afhankelijk van het specifieke onderzoek kan er eerder sprake zijn van aanzienlijke overlap. In themagebied a (sportorganisaties en sportevenementen) ligt de nadruk vooral op sportevenementen en de organisaties achter die evenementen (bijvoorbeeld het International Olympic Committee (IOC) en de Fédération Internationale de Football Association (FIFA)). De studies in thematisch gebied b (milieuduurzaamheid in de sport) onderzoeken het belang, de organisatorische uitvoering en enkele financiële aspecten van milieuduurzaamheid in de sportsector, alsook verwante onderwerpen. De belangrijkste aandachtspunt van thematisch gebied c (eSports) is een analyse van de doeltreffendheid van specifieke aspecten van merkmanagement in en met eSports."