Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "De positie en de rol van de institutionele dramaturg: een interdisciplinaire analyse van institutionele dramaturgie in Vlaamse en Nederlands stadstheaters." "Christel Stalpaert" "Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Vakgroep Sociologie" "Dit onderzoek gebruikt zowel sociologische methodologieën als de kaders van theaterwetenschap en literaire analyse om tot een kritische analyse te komen van de huidige positie en rol van een institutionele dramaturg in het Vlaamse-Nederlandse theaterveld. Het heeft als doel om inzicht te brengen in de arbeid van institutionele dramaturgie en om de interdisciplinaire aanpak te tonen die theaterwetenschappers nodig hebben voor een diepgaande analyse. Om allereerst de verschillende posities in het veld in een helder perspective te plaatsen, zal deze studie the artistieke planning en keuzes analyseren van een aantal stadstheaters in Vlaanderen en Nederland. Deze veldanalyse zal een contextuele achtergrond worden voor het verdere onderzoek, dat zal focussen op de netwerken en arbeid van institutionele dramaturgen bij stadstheaters, voornamelijk wanneer het gaat over teksttheater. Via een combinatie van een initiële vragenlijst en meerdere interviews, zal de professionele positie en artistieke rol van de institutionele dramaturg kritisch geanalyseerd worden voor zijn bereik, institutionele mogelijkheden en artistieke arbeid. Dit onderzoek zal resulteren in een uitgediepter begrip van de verschillende strategieën die institutionele dramaturgen gebruiken in een kunstinstelling en welke impact het heeft en kan hebben op artistieke autonomie en creativiteit." "Hyperwithin: a Shy Dramaturgy in Shadowtimes" "Annouk Van Moorsel" "CORPoREAL, AP Hogeschool Antwerpen" "We leven in het Antropoceen, een geologisch tijdperk waarin de menselijke invloed op de planeet en haar ecosystemen zo ingrijpend is dat het duizenden jaren lang sporen zal nalaten. We kunnen stellen dat het Antropoceen voor mensen betekent dat ze zowel een waarnemer van onze wereld zijn als een actief onderdeel van deze waarneming. Het is tegelijkertijd een tijd van overmoed en nederigheid, omdat de natuur onverbiddelijk terugslaat. Representatie is een van de uitdagingen van het Antropoceen: hoe kunnen we de ervaring van het leven te midden van milieurampen en escalerende veranderingen overbrengen en deelbaar maken? Dit onderzoeksproject stelt een andere kijk op representatie in het Antropoceen voor, in het bijzonder door het verlangen om gerepresenteerd te worden, de zoektocht naar zichtbaarheid, te zien als een van de oorzaken van de door de mens gecreëerde verwoesting. Met dit onderzoek wil ik naar ons als individuen kijken en begrijpen wanneer, waarom en hoe we hebben besloten om onszelf boven alles te plaatsen. Waarom moeten we onszelf overal en in alles zien? Moet men herkend worden om te zijn? Moeten dingen constant aanwezig zijn om te bestaan? Kun je nog steeds bestaan als je ervoor kiest om niet te zichtbaar te zijn? Om op deze vragen te antwoorden, zal dit project gericht zijn op het begrip ‘shy’ als een alternatieve denkwijze. Het woord verlegen wordt hier gebruikt als overkoepelende term voor de verwijzing naar lichamen die minder zichtbaar zijn. De kwalificatie ‘shy’ strekt zich uit tot de minder waarneembare delen van onze menselijke ervaring, inclusief alles in ons ecosysteem dat botst met of anoniem onze ruimte en onze lichamen binnenkomt. Maar omdat het zich richt op het omzeilen van representatie, voldoet ‘shy’, als iets dat moet worden uitgevoerd, als een ethiek van het maken van kunst en het bewegen in de kunstwereld en als een theoretisch concept, niet aan vastomlijnde beelden van wie representatief zou kunnen zijn voor het ‘shy’." "Eindes performen: een theoretisch-methodologisch onderzoek naar postume dramaturgie." "Kyoko Iwaki" "Lasalle College of the Arts, University at Buffalo (State University of New York), Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "De ecocatastrofe en de toenemende rol van technologie in surveillance en in de manipulatie van democratieën, leiden ertoe dat hedendaagse theatermakers en choreografen voorstellingen maken over 'eindes'. Dood, spoken, extinctie, instorting, machines verstrengeld met meer-dan-menselijke entiteiten die doorgaan 'zonder ons': het zijn centrale thema's in 'Performing Ends'. Dit onderzoek claimt dat de posthumanistische golf in theorie en podiumkunsten overgaat in het 'postume'. Met het einde aan de horizon, beweegt het theater voorbij elk betekenisvol drama, vervaagt de object-subject scheiding, en lopen menselijke performers verloren in een wereld die ze niet langer begrijpen. Dramaturgieën van eindes beginnen na de catastrofe en ontvouwen zich als een voortdurende epiloog. Kris Verdoncks werk over extinctie en uitputting, Amada Piña's dekoloniale dramaturgieën van bedreigde dansen en Arkadi Zaides' spectrale performances van de doden en straling staan centraal in dit project. Daarnaast zal dit project dramaturgie hanteren als methode en praktijk: het onderzoek zal een methodologie ontwikkelen voor de analyse van dramaturgieën van eindes en posthumane podiumkunsten in het algemeen. Voortbouwend op science-and-technology studies, posthumanistische performativiteit en ""veldfilosofie"", wordt een theoretisch kader uitgewerkt dat toelaat het creatieprocess te bestuderen, om zo te begrijpen hoe meer-dan-menselijke actoren intrinsiek deel uitmaken van dramaturgieën van het einde" "Dramaturgie bij de voorstelling Vlaemsch (chez moi)." "Timmy De Laet" "Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "Met Vlaemsch (chez moi) wil Sidi Larbi Cherkaoui de directe confrontatie aangaan met de Vlaamse wortels die hij langs moederszijde heeft meegekregen. Als kind van een Vlaamse moeder en Marokkaanse vader heeft hij van jongs af aan een kruispuntenidentiteit ontwikkeld die ook zijn choreografisch oeuvre zou gaan bepalen. Cherkaoui bewandelt de grijze zone tussen lokale verankering en interculturele dialoog. Zijn werk valt daardoor niet vast te pinnen op een welbepaalde regio, maar het trekt net de grenzen open om andere werelden binnen te laten. De Munt, Eastman en KVS bundelen de krachten en kozen ervoor om de première in Brussel te laten plaatsvinden. Een bewuste keuze, gebracht in het kader van Troika. Vlaemsch – niet toevallig in een 'foute', oude spelling – is een herinnering dat ook taal een product is van de eigen tijd. Het stuk opent de deur naar een mythisch verleden dat niettemin vertrekt vanuit concrete objecten en figuren. De scène doet dienst als een geheugenplaats waar verleden, heden en toekomst elkaar treffen. Beweging wordt een vorm van herinneringsarbeid waarbij de wortels van een persoonlijke, intieme Vlaamse identiteit worden opgediept, omgewoeld en herschikt. Voor deze productie werkt Sidi Larbi Cherkaoui samen met beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck, muzikant Floris De Rycker en modeontwerper Jan-Jan Van Essche. Vier hedendaagse Vlaamse makers die samen op zoek gaan naar de rol van hun gedeelde herkomst in hun artistieke signatuur. Het beeldend werk van Hans Op de Beeck staat bekend om zijn ingenieuze spel met grijswaarden. Het grijzige Vlaanderen dat zich laat aflezen uit landschap, weer en architectuur krijgt hiermee een beeldende vertaling. Samen met zijn muziekensemble Ratas del Viejo Mundo (letterlijk vertaald als 'ratten van de oude wereld') verkent Floris De Rycker doorgaans de klankkleuren van polyfone muziek gecomponeerd voor 1600. Als luitspeler ontdekte hij hoe de Arabische muzikale cultuur bepalend is geweest voor de Westerse muziek, hoewel die invloedslijn vaak uit de muziekgeschiedenis wordt weggewist. Jan-Jan Van Essche laat zich voor zijn modeontwerpen inspireren door verschillende culturen met bijzondere aandacht voor duurzame, lokale productie. Zijn kledinglijnen volgen niet de ritmiek van de seizoenen, maar eerder de gelaagdheid van het individu. Tegenover het Vlaamse profiel van het artistieke team plaatst Cherkaoui een groep van internationale performers. Hun herkomst bestrijkt alle hoeken van een wereld in strijd met zichzelf: Japan, Amerika, Rusland, Oekraïne, Congo, Canada, Duitsland, Israël en ga zo maar door. De kruisbeweging tussen West en Oost of Noord en Zuid is kenmerkend voor het choreografische oeuvre van Cherkaoui. Met Vlaemsch zet hij die beweging voort, maar kiest hij voor een ander vertrekpunt. Hij reikt de dansers de hand om binnen te treden in het mythische universum van de zogeheten Vlaamse cultuur. Het doel is niet om hen vermeende Vlaamse waarden op te leggen, maar net te zoeken naar een vorm van culturele contaminatie. Hoe kan een ieder haar of zijn cultuur delen met de ander zonder meteen in de val te trappen van inlijving of onrechtmatige toe-eigening. Zijn we veilig bij elkaar? Precies in dit kluwen van culturele wortels, die tal van politieke, sociale, en economische vertakkingen kennen, wil Vlaemsch zich begeven." "Hyperwithin: een verlegen dramaturgie in schaduwtijden." "Kyoko Iwaki" "Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "Het Antropoceen, gedefiniëerd door de diepgaande impact van de mensheid op het milieu, stelt onze rol als schepper en waarnemer van onze wereld op de proef, schommelend tussen overmoed en nederigheid. Desondanks probeert de menselijke stem zich meer dan ooit te laten gelden in een tijdperk dat dwingt tot een meer evenwichtige en geïntegreerde aanwezigheid van de mens in zijn omgeving. Dit onderzoeksproject verkent een nieuw perspectief binnen het Antropoceen, waarbij de zoektocht naar zichtbaarheid wordt gezien als een factor die bijdraagt aan ecologische verwoesting. Door parallellen te trekken tussen de opkomst van de industrialisatie en de opkomst van de cultuur van het ""Self"" te midden van de visuele, spectaculaire cultuur sinds het einde van de 18e eeuw, stelt dit onderzoek dat een kritiek op zichtbaarheid intrinsiek een kritiek op het ""Self"" is. Met dit onderzoek wil ik naar de mens als individu kijken en begrijpen wanneer, waarom en hoe de mens besloot om het ""Self"" boven alles te plaatsen. Waarom moeten we onszelf overal en in alles zien? Moet men herkend worden om te zijn? Moeten dingen constant aanwezig zijn om te bestaan? Kun je nog steeds bestaan als je ervoor kiest om niet te verschijnen? Om deze vragen te onderzoeken, is in dit onderzoek gekozen voor een veelzijdige benadering, waarbij theoretisch onderzoek wordt gecombineerd met artistieke praktijk. Centraal in dit onderzoek staat het concept 'verlegenheid' als een alternatieve denkwijze. 'Verlegenheid', niet alleen gezien als een persoonlijke eigenschap maar ook als iets dat moet worden uitgevoerd, een ethisch kader in de kunstwereld en een ontwrichtend theoretisch concept, nodigt ons uit om menselijk gedrag en nederigheid te heroverwegen in het licht van het Antropoceen. Deze benadering introduceert ecologische overwegingen in het discours over representatie en de uitvoerende kunsten en daagt traditionele paradigma's uit. Als 'verlegen' een verschuiving suggereert naar meer nederigheid en een bescheidener benadering van menselijk gedrag, zou het dan mogelijk een meer milieubewuste benadering kunnen bieden? Aangezien het bijna onmogelijk is het Antropoceen te representeren, zou een 'verlegen' en postvisuele voorstelling als een levensvatbaar perspectief kunnen dienen?" "Gebouwd leven. Biografie in de New Musical Theater in de context van de schepping, innovatie en communicatie" "Camilla Bork" "Onderzoeksgroep Musicologie, Leuven" "Nieuwe muzikale theaters worden vaak geconfronteerd met de beschuldiging dat ze in traditionele verhaalstructuren worden gearresteerd. In veel nieuwe composities worden niet-lineaire vertellingen van muziek-, libretti- en stadiumvorming getoond die gepaard gaan met een nieuwe behandeling van het vertellen. Dit fenomeen zal worden bestudeerd in termen van biografische verhalen geïllustreerd door Manos Tsangaris' 'Karl May' (2014), Mark-Anthony Turnage's 'Anna Nicole' (2011) en Brian Ferneyhough's 'Shadow Time' (2004): Hoe gaat het in deze drie case studies Biografieën (de) geconstrueerd? In hoeverre kan Musiktheater specifieke narratieve vormen te beschrijven, of in welke mate deze werken participeren in alternatieve narratieve vormen van de biografie als ze in de wetenschap en literatuur is ontwikkeld in de afgelopen jaren? Het doel is zowel bij te dragen aan de studie van de biografie van de muziekwetenschappen als aan onderzoek naar nieuwe muzikale theaters en de interacties tussen muzikale dramaturgie, alternatieve organisatorische structuren en samenwerkingsontwikkelingsprocessen." "De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film." "Kurt Vanhoutte" "Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel?" "De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film." "Kurt Vanhoutte" "Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel?" "De wenselijkheid van verschil" "Peter Kolpa" "Uitvoeringspraktijk in Perspectief, AP Hogeschool Antwerpen" "---Zowel podiumkunstenaars met een beperking als podiumkunstenaars zonder een beperking dragen een verantwoordelijkheid in het vormgeven aan narratieven over mensen met een beperking. In mijn onderzoek wil ik met beide groepen onderzoeken welke dramaturgische strategieën er inzetbaar zijn om de dramaturgie te openen voor een groep mensen die vaak opgesloten raakt in de verbeelding van de meerderheid. Een belangrijk probleem is dat een beperking vaak door zowel medemakers als door critici wordt uitgelicht als de belangrijkste betekenisdrager in de dramaturgie. Die manier van kijken is ingegeven worden door een lange geschiedenis van kijken naar “andere” lichamen binnen de kunsten. De dramaturgie kopieert hier de dominante blik van de buitenwereld in plaats van er iets tegenover te stellen. Die blik ontneemt de speler met een beperking de vrijheid van transformatie - de vrijheid waar podiumkunstenaars zonder een beperking juist aanspraak op doen als hen de mogelijkheid wordt ontzegd wordt een personage met een beperking te spelen. Kan een acteur met een beperking aanspraak maken op een vorm van wederkerigheid? Anders gezegd: Hoe kan een verschil aanwezig zijn zonder dat het benadrukt en allesomvattend wordt? Ik wil streven naar een dramaturgie die handicap laat zien als een artistieke vruchtbaar gegeven, als een kritische en generatieve lens om naar de maatschappij te kijken. Mijn onderzoeksvraag luidt: Hoe kunnen we vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van mensen met en zonder beperkingen tot een dramaturgie komen waarin verschillen in lichamen, zintuigen en denkstijlen een artistiek productief in plaats van een problematisch gegeven worden? Hoe kan disability zo worden ingezet dat de verbeeldingsruimte groter in plaats van kleiner wordt gemaakt? Hoe kunnen we collectief ons voorstellingsvermogen oprekken?" "Meer-dan-menselijke Japanse dramaturgieën en hun performatieve uitwerking." "Kyoko Iwaki" "Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" "Sinds de oudheid wordt theater beschouwd als een kunstvorm waarin de mens centraal staat, vooral in westerse culturen. Dit antropocentrische denken en handelen is de laatste jaren echter uitgedaagd door meer-dan-menselijke perspectieven die meer handelingsvermogen toeschrijven aan natuur, dieren en dode geesten. Dit onderzoek neemt een kritische houding aan tegenover de fundamentele premissen van de huidige meer-dan-menselijke tendens in de filosofie, omdat het vooral een resultaat is van één beweging in de westerse wetenschap en haar performatieve uitwerkingen. Het doet dit door zich te baseren op Japanse filosofie en Japanse traditionele theatervormen (met name nō en bunraku), die bij uitstek van meet af aan meer-dan-menselijk zijn. Dit onderzoeksproject bevindt zich op het kruispunt van traditioneel Japans theater, meer-dan-menselijke dramaturgie, Japanse filosofie en kritische analyses van Japanse en/of door Japan beïnvloede hedendaagse voorstellingen. Hoewel interdisciplinariteit zodus deel uitmaakt van het onderzoek, ligt de primaire focus op de laatste van de vier componenten, namelijk de hedendaagse voorstellingen. Het hoofddoel van het onderzoek is het ontwikkelen van een compendium van meer-dan-menselijke dramaturgische vocabulaires, dat voornamelijk steunt op niet-westerse filosofieën en Japanse theatergeschiedenissen. Analyses van Japans traditioneel theater en hedendaagse voorstellingen zullen worden gemaakt op basis van zowel theoretische lectuur als empirisch veldwerk. Aangezien veel theaterhuizen en voorstellingen gepresenteerd in België en Europa een cruciaal gebrek hebben aan diepgaande kennis van niet-westerse, niet-menselijke perspectieven, zullen de onderzoeksresultaten van dit project bijdragen tot het hertekenen van de theoretische kaart met betrekking tot niet-menselijke filosofieën, door een andere geschiedenis van meer-dan-menselijke dramaturgieën te introduceren."