Naam Activiteit "Afdeling Soft Matter Reologie en Technologie" "Het doel van de afdeling Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT) is om onderzoek naar zachte materie en de reologie van complexe vloeistoffen op fundamenteel niveau en hun toepassing op technische processen te bevorderen en uit te voeren. Dergelijke complexe vloeistoffen omvatten een breed scala aan materialen, waaronder polymeeroplossingen, -smelten en -mengsels, emulsies, colloïdale dispersies, oplossingen van oppervlakteactieve stoffen, enz.Een kenmerk van dergelijke complexe vloeistoffen en zachte materie is dat ze een meer complex stromings- en vervormingsgedrag vertonen dan eenvoudige Newtonse vloeistoffen of vaste stoffen volgens Hooke die normaal respectievelijk geassocieerd worden met vloeistof- of vaste stofmechanica. Het doel van de SMaRT divisie is dus om de fundamentele afhankelijkheid van de moleculaire en microstructuur van dergelijke systemen te bestuderen en meer bepaald van hun complexe en niet-lineaire verschijnselen zoals afschuifstromings- en rekversteviging, lineaire en niet-lineaire visco-elasticiteit, en thixotropie.Een dergelijke link tussen de microscopische en macroscopische respons van een materiaal begint meestal met goed gedefinieerde modelmaterialen en -systemen, die ons in staat stellen om de fundamentele principes en onderliggende mechanismen die het stromings- en vervormingsgedrag van complexe vloeistoffen bepalen, te meten en relevante reologische constitutieve modellen te ontwikkelen. Dit laat ons toe om vervolgens het gedrag van meer complexe systemen in werkelijke toepassingen te begrijpen en te beschrijven, maar ook om de microstructuur en daarmee het stromings- en vervormingsgedrag van formuleringen aan te passen om aan de vereisten van de huidige materiaaleigenschappen te voldoen en deze zelfs te verbeteren.Om deze doelen te bereiken, beschikt de divisie SMaRT over een ultramoderne reologische infrastructuur. Deze omvat traditionele, spannings- en vervormingsgecontroleerde reometers (zowel rotationele als capillaire) en ook nieuwe technieken om de rekeigenschappen te meten. Bovendien is een breed scala aan technieken aanwezig om de variabele en door stroming geïnduceerde microstructuur te karakteriseren, waaronder (confocale) microscopische technieken, lichtverstrooiing, rheo-optische en diëlektrische methoden, als ook apparatuur voor de verwerking van polymeren, poeders en dispersies en instrumenten om interfasereologie en dynamica van vloeistofstructuren aan oppervlakken te bepalen. Dit wordt uitgebreid met (reometrische) instrumentatie ontwikkeld voor onderzoek met hoogwaardige Röntgenbronnen op de synchrotrons in Grenoble en Hamburg, en neutronenverstrooiing.De algemene onderzoeksthema's die de divisie SMaRT momenteel behandelt, zijn devolgende:Op het vlak van van vrije oppervlaktestromingen ligt de nadruk op de opbreekdynamica van vloeistofstralen die polymeren, micro- en/of nanodeeltjes bevatten en die een viscositeitsbereik omspannen van waterig tot honingachtig. Dit wordt uitgebreid naar rekstromingen van polymeeroplossingen en smelten met het doel het algemene rekgedrag in niet-lineaire vervormingsstromen kwantitatief te beschrijven. Hieruit resulterend toepassingsgericht onderzoek omvat het elektrospinnen van complexe nanovezels en het elektrosprayen van 'core-shell' nanodeeltjes voor farmaceutische en energetische toepassingen.Het effect van geometrische begrenzing op de reologie van deeltjessuspensies, microgelen en emulsies met microstructuren ter grootteorde van nano- tot micrometers wordt onderzocht. De onderzoeken hebben betrekking op reologie in gecontroleerde begrenzingen (dunne filmreometrie) en onder gecontroleerde normaalkracht, triboreometrie en tribologisch onderzoek van complexe vloeistoffen, met toepassingen in smeermiddelen en voedselinname.De structuur en reologie van suspensies wordt ook onderzocht binnen de SMaRT onderzoeksgroep. De stabiliteit, veroudering en stromingsgeïnduceerde veranderingen in de structuur worden in kaart gebracht met behulp van reo-optische technieken. Specifieke apparatuur  zoals een 'twin-drive' reometer laat ons toe om bijvoorbeeld de koppeling tussen vlokgrootte en thixotropie te onderzoeken en een temperatuursgecontroleerde  afschuifcel gemonteerd op een confocale microscoop kan worden gebruikt om netwerkstructuren te analyseren. Zulke onderzoeken hebben als doel om de microstructuur van deeltjesnetwerken direct te koppelen aan hun reologische respons om het gedrag te voorspellen en te controleren.We gebruiken ook een nieuwe methode om netwerkvorming in suspensies te induceren gebaseerd op capilariteit. De structuur van deze capillaire suspensies wordt onderzocht zowel in functie van de samenstelling als in functie van aangelegde krachten en vervormingen. De koppeling tussen structuur en reologie stelt ons in staat informatie te verkrijgen over de flexibiliteit of rigiditeit van het netwerk en levert  methoden om de reologische respons aan te passen. Tot het toepassingsgericht onderzoek dat tevens wordt gevoerd met betrekking tot capillaire suspensies behoort onder andere de snelle productie van poreuze materialen en van barstvrije films voor 'printed electronics'." "Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT)" "Erin Koos" "Het doel van de afdeling Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT) is om onderzoek naar zachte materie en de reologie van complexe vloeistoffen op fundamenteel niveau en hun toepassing op technische processen te bevorderen en uit te voeren. Dergelijke complexe vloeistoffen omvatten een breed scala aan materialen, waaronder polymeeroplossingen, -smelten en -mengsels, emulsies, colloïdale dispersies, oplossingen van oppervlakteactieve stoffen, enz.Een kenmerk van dergelijke complexe vloeistoffen en zachte materie is dat ze een meer complex stromings- en vervormingsgedrag vertonen dan eenvoudige Newtonse vloeistoffen of vaste stoffen volgens Hooke die normaal respectievelijk geassocieerd worden met vloeistof- of vaste stofmechanica. Het doel van de SMaRT divisie is dus om de fundamentele afhankelijkheid van de moleculaire en microstructuur van dergelijke systemen te bestuderen en meer bepaald van hun complexe en niet-lineaire verschijnselen zoals afschuifstromings- en rekversteviging, lineaire en niet-lineaire visco-elasticiteit, en thixotropie.Een dergelijke link tussen de microscopische en macroscopische respons van een materiaal begint meestal met goed gedefinieerde modelmaterialen en -systemen, die ons in staat stellen om de fundamentele principes en onderliggende mechanismen die het stromings- en vervormingsgedrag van complexe vloeistoffen bepalen, te meten en relevante reologische constitutieve modellen te ontwikkelen. Dit laat ons toe om vervolgens het gedrag van meer complexe systemen in werkelijke toepassingen te begrijpen en te beschrijven, maar ook om de microstructuur en daarmee het stromings- en vervormingsgedrag van formuleringen aan te passen om aan de vereisten van de huidige materiaaleigenschappen te voldoen en deze zelfs te verbeteren.Om deze doelen te bereiken, beschikt de divisie SMaRT over een ultramoderne reologische infrastructuur. Deze omvat traditionele, spannings- en vervormingsgecontroleerde reometers (zowel rotationele als capillaire) en ook nieuwe technieken om de rekeigenschappen te meten. Bovendien is een breed scala aan technieken aanwezig om de variabele en door stroming geïnduceerde microstructuur te karakteriseren, waaronder (confocale) microscopische technieken, lichtverstrooiing, rheo-optische en diëlektrische methoden, als ook apparatuur voor de verwerking van polymeren, poeders en dispersies en instrumenten om interfasereologie en dynamica van vloeistofstructuren aan oppervlakken te bepalen. Dit wordt uitgebreid met (reometrische) instrumentatie ontwikkeld voor onderzoek met hoogwaardige Röntgenbronnen op de synchrotrons in Grenoble en Hamburg, en neutronenverstrooiing.De algemene onderzoeksthema's die de divisie SMaRT momenteel behandelt, zijn devolgende:Op het vlak van van vrije oppervlaktestromingen ligt de nadruk op de opbreekdynamica van vloeistofstralen die polymeren, micro- en/of nanodeeltjes bevatten en die een viscositeitsbereik omspannen van waterig tot honingachtig. Dit wordt uitgebreid naar rekstromingen van polymeeroplossingen en smelten met het doel het algemene rekgedrag in niet-lineaire vervormingsstromen kwantitatief te beschrijven. Hieruit resulterend toepassingsgericht onderzoek omvat het elektrospinnen van complexe nanovezels en het elektrosprayen van 'core-shell' nanodeeltjes voor farmaceutische en energetische toepassingen.Het effect van geometrische begrenzing op de reologie van deeltjessuspensies, microgelen en emulsies met microstructuren ter grootteorde van nano- tot micrometers wordt onderzocht. De onderzoeken hebben betrekking op reologie in gecontroleerde begrenzingen (dunne filmreometrie) en onder gecontroleerde normaalkracht, triboreometrie en tribologisch onderzoek van complexe vloeistoffen, met toepassingen in smeermiddelen en voedselinname.De structuur en reologie van suspensies wordt ook onderzocht binnen de SMaRT onderzoeksgroep. De stabiliteit, veroudering en stromingsgeïnduceerde veranderingen in de structuur worden in kaart gebracht met behulp van reo-optische technieken. Specifieke apparatuur  zoals een 'twin-drive' reometer laat ons toe om bijvoorbeeld de koppeling tussen vlokgrootte en thixotropie te onderzoeken en een temperatuursgecontroleerde  afschuifcel gemonteerd op een confocale microscoop kan worden gebruikt om netwerkstructuren te analyseren. Zulke onderzoeken hebben als doel om de microstructuur van deeltjesnetwerken direct te koppelen aan hun reologische respons om het gedrag te voorspellen en te controleren.We gebruiken ook een nieuwe methode om netwerkvorming in suspensies te induceren gebaseerd op capilariteit. De structuur van deze capillaire suspensies wordt onderzocht zowel in functie van de samenstelling als in functie van aangelegde krachten en vervormingen. De koppeling tussen structuur en reologie stelt ons in staat informatie te verkrijgen over de flexibiliteit of rigiditeit van het netwerk en levert  methoden om de reologische respons aan te passen. Tot het toepassingsgericht onderzoek dat tevens wordt gevoerd met betrekking tot capillaire suspensies behoort onder andere de snelle productie van poreuze materialen en van barstvrije films voor 'printed electronics'." Materiaalchemie "Peter ADRIAENSENS" "De onderzoeksgroep Materiaalchemie (MATCHEM) richt zich op de synthese, karakterisering en toepassing van geavanceerde functionele materialen. De onderzoeksgroep omvat verschillende subgroepen met een specifieke en complementaire expertise, die nauw samenwerken en opereren binnen de speerpuntdomeinen van het Instituut voor Materiaalonderzoek (IMO) van de Universiteit Hasselt. De onderzoeksgroep MATCHEM is bovendien verbonden aan het IMEC-geassocieerde laboratorium “IMOMEC”. De belangrijkste activiteiten zijn gericht op:nieuwe materialen voor energieopwekking en -opslag;life sciences materialen;materialen verkregen uit afvalrecyclage.De onderzoeksgroep treedt regelmatig op als partner in verschillende Europese, Vlaamse, nationale en internationale onderzoeksprogramma's en netwerken en heeft een lange traditie in gezamenlijk onderzoek en dienstverlening met de industrie en onderzoekscentra.Gedetailleerde info over de activiteiten van de MATCHEM onderzoeksgroep kan je terugvinden op de website van imo-imomec als op de website van Energyville.De expertisegroepen binnen MATCHEM zijn:Design & Synthesis of Organic Semiconductors (DSOS): Prof. dr. Wouter Maes.De kerncompetentie van deze groep heeft betrekking op het ontwerp, de synthese en de (structurele en opto-elektronische) karakterisering van geavanceerde organische halfgeleidermaterialen (zowel polymeren als kleinere chromoforen), met bijzondere nadruk op de rationalisatie van structuur-eigenschapsrelaties, en hun integratie in opto-elektronische toestellen (fotovoltaïsche cellen, fotodetectoren, lichtgevende diodes, transistoren, chemo/biosensoren, ...) en theranostica voor gepersonaliseerde gezondheidszorg. Hybrid Materials Design (HyMaD): Prof. dr. Dirk Vanderzande en dr. Laurence Lutsen.De groep richt zich op het ontwerp en de synthese van organisch-anorganische hybride materialen met specifieke elektro-optische eigenschappen en hun toepassing op het gebied van zonnecellen, LED's en detectoren. Bijzondere aandacht wordt besteed aan supramoleculaire interacties die resulteren in de vorming van nano-gestructureerde hybride materiaalsystemen die functionaliteit vertonen in zowel de organische als de anorganische componenten.Design and synthesis of inorganic materials (DESINe): Prof. dr. Marlies Van Bael en Prof. dr. An Hardy.De hoofdactiviteit omvat de studie van milieuvriendelijke, chemische methoden voor het bereiden van hoogtechnologische, nanogestructureerde anorganische materialen. Oplossingsgebaseerde syntheseroutes, inclusief watergebaseerde en niet-watergebaseerde sol-gel methoden, hydro-/solvothermale synthese, verbrandingssynthese, co-precipitatie, thermische ontbindingssynthese, enz. worden geoptimaliseerd voor de bereiding van functionele anorganische nanomaterialen. Historisch lag de nadruk vooral op  supergeleidende, ferro-elektrische, piëzo-elektrische, geleidende en diëlektrische metaaloxidepoeders en dunne films voor toepassingen in nanoelektronica, waaronder geheugens en sensoren, naast zonnecellen. Het laatste decennium verschoof de focus naar oxide-, metaal-, polyanionische- en sulfide-gebaseerde materialen voor energieopslag in batterijen en energie-efficiëntie.  Meest recent wordt de groepsexpertise op volle kracht ingezet voor katalysatoren in het kader van ""power to molecules"". De toepassingen situeren zich onder andere in lithium-ion-, natrium-ion- en lithium-zwavelbatterijen, alsook in thermochrome vensters, CO2-reductie en waterstofproductie via fotokatalyse, fotoelektrochemische routes en elektrolyse.Biomolecule Design Group (BDG): Prof. dr. Geert-Jan Graulus, Prof. dr. Peter Adriaensens en Prof. dr. Wanda Guedens.De kerncompetentie van de groep betreft de ontwikkeling van in vitro/vivo methoden voor een unieke en site-specifieke functionalisering van eiwitten.  Enerzijds is het onderzoek gericht op de bio-orthogonale en uniforme conjugatie van nanobodies aan diverse constructen die de weg vrijmaken voor nieuwe toepassingen in het domeinvan biosensoren, (bio)medische beeldvorming en gecontroleerde vrijstelling van geneesmiddelen. Anderzijds worden biomimetische structurele eiwitten ontworpen om een efficiënte transplantatie van (stam)cellen in mogelijk te maken binnen de context van de regeneratieve geneeskunde. De nadruk ligt hierbij op de ontwikkeling van responsieve biomaterialen door middel van bioactieve eiwitsequenties.Advanced Functional Polymer group (AFP): Prof. dr. Louis Pitet.De AFP-groep richt zich op het thema duurzame polymeertechnologie, met onderwerpen als polymeren voor de gezondheidszorg (bijv. weefsel-engineering), synthese van polymeren in continue flow (bijv. voor het aanmaken van complexe architecturen), en polymeertechnologie voor de circulaire economie (bijv. polyester en polyamide afvalstroom upcycling). Hedendaagse synthesetools worden onderzocht in verschillende contexten, waarbij de grenzen van de polymeertechnologie worden verlegd naar betere materiaaleigenschappen, efficiëntere syntheseprotocollen of gestuurde recycleerbaarheid. De groep streeft naar het ontrafelen van fundamentele structuur-eigenschapsrelaties in complexe polymeermatrices om vooruitgang in diverse toepassingen mogelijk te maken.Analytical and Circular Chemistry (ACC): Prof. dr. Wouter Marchal, Prof. dr. Dries Vandamme, Prof. dr. Peter Adriaensens en dr. Annelies Sels.De focus van de groep ligt op het ontwerpen, ontwikkelen en toepassen van geschikte analytische strategieën voor materiaalkarakterisering om de structuur-functie relaties van complexe materialen te ontrafelen met behulp van geavanceerde en gekoppelde fysico-chemische technieken. De analytische toolbox wordt toegepast om processen met betrekking tot circulaire chemie te onderzoeken, waaronder biomassa- en afvalstroomvalorisatie, groene extractie en thermische conversie (pyrolyse), en waterzuivering. Daarnaast worden milieukwesties onderzocht zoals uitloging van nanodeeltjes, outgassing en koolstofsekwestratie.Nucleaire Magnetische Resonantie (NMR): Prof. dr. Peter Adriaensens.De groep richt zich op de kwantitatieve beschrijving van de structuur, moleculaire dynamica en fasemorfologie van (polymeer)materialen door middel van moderne vloeistof en vaste stof NMR-spectroscopie en -relaxometrie experimenten voor de opheldering van de macroscopische materiaaleigenschappen. Expertise in NMR-metabolomics is ook aanwezig en richt zich op het zoeken naar metaboliet merkers voor vroege diagnose en therapieopvolging van (long)kanker." "Organische en Bio-polymere Chemie" "De onderzoeksgroep 'Organische en (Bio)Polymere Chemie' (OBPC) focust op de synthese, karakterisering en toepassingen van geavanceerde functionele (macro)moleculaire materiaalsystemen. De onderzoeksgroep omvat verschillende subgroepen met een specifieke en complementaire expertise, die nauw samenwerken en opereren binnen het speerpuntenbeleid van het Instituut voor Materiaalonderzoek (IMO) van de Universiteit Hasselt (o.a. via 'imomec', het geassocieerd labo van IMEC vzw). Zowel fundamenteel als meer toegepast onderzoek worden uitgevoerd en een voornaam aandachtspunt is de opleiding van doctoraatsstudenten. De OBPC-groep heeft ook een lange traditie van wetenschappelijke samenwerking binnen Europese, nationale en regionale projecten en levert eveneens diensten aan industriële partners en onderzoeksinstellingen. De afgelopen jaren is ook een specifieke expertise ontwikkeld rond flowchemie.- 'Biomolecule Design Group' (BDG) Prof. dr. Wanda Guedens, Prof. dr. Peter Adriaensens: De BDG-groep focust op in vitro/vivo functionalisatie van biomoleculen en de optimalisatie van de covalente en georiënteerde koppeling van deze biomaterialen op (vaste) dragers.- 'Design & Synthesis of Organic Semiconductors' (DSOS)Prof. dr. Wouter Maes, dr. Laurence Lutsen (imomec): De voornaamste expertise van de DSOS-groep behelst het ontwerp, de synthese en de karakterisering van organische halfgeleidende materialen - geconjugeerde polymeren zowel als 'kleinere' moleculen - en hun integratie in organische elektronica (zonnecellen, fotodetectoren, LED's, transistoren, chemo/biosensoren,...) en theranostica, strevend naar de rationalisatie van structuur-eigenschapsrelaties. Deze activiteiten zijn sterk ingebed binnen het onderzoeksinstituut IMO (en het geassocieerd labo imomec), hetgeen de interactie met materiaalfysici bevordert en toegang verschaft tot een breed gamma aan moderne (analyse)apparatuur.- 'Nuclear Magnetic Resonance' (NMR) Prof. dr. Peter Adriaensens: In de NMR-groep ligt de nadruk op de kwantitatieve en niet-invasieve bepaling van de microstructuur, moleculaire dynamica en fasemorfologie van (o.a.) polymere materialen d.m.v. moderne vloeistof en vaste stof NMR (relaxatie)experimenten ter opheldering van macroscopische materiaaleigenschappen.- 'Hybrid Materials Design' (HyMaD) Prof. dr. Dirk Vanderzande, dr. Laurence Lutsen (imomec): De HyMad-groep legt zich toe op het ontwerp en de synthese van organische-anorganische hybride materialen die specifieke elektrische en/of optische eigenschappen vertonen. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar het gebruik van supramoleculaire interacties die bijdragen tot de vorming van nano-gestructureerde hybride materiaalsystemen met functionaliteit in zowel de organische als de anorganische component. Mogelijke toepassingen in het domein van zonnecellen, LED's en detectoren worden eveneens onderzocht.- 'Polymer Reaction Design' (PRD) Prof. dr. Tanja Junkers: De PRD-groep streeft naar de ontwikkeling van nieuwe materialen via moderne polymeersyntheses. Alle elementaire stappen in het polymerisatieproces worden onderzocht - van de fundamenten en kinetica van polymerisaties tot en met het ontwerpen van nieuwe reactiemechanismen - met het oog op de constructie van nieuwe polymere materialen met specifieke toepassingen." "Farmaceutische Analyse" "Ann Van Schepdael" "Het laboratorium Farmaceutische Analyse ontwikkelt methoden voor analyse van geneesmiddelen. De gebruikte technieken zijn voornamelijk chromatografie en elektroforese." "Moleculaire Bio-ontdekking" "Peter de Witte" "Het Laboratorium voor Moleculaire Bio-ontdekking aan de Universiteit van Leuven (België) is geïnteresseerd in de identificatie en validatie van nieuwe kleine moleculen met significant farmacologische potentieel met behulp van een zebravis-gebaseerd platform. Daarbij heeft het labo een speciale interesse in kleine moleculen uit natuurlijke bronnen. Het lab heeft grote inspanningen gedaan om treffers te vinden met nieuwe chemische structuren op het gebied van epilepsie en BMP /Wnt-signalering." "Toegepaste NMR" "De onderzoeksgroep voor `Toegepaste NMR' heeft enerzijds een eigen research area ontwikkeld, maar is omwille van de expertise en de infrastructuur op gebied van Nucleaire Magnetische Resonantie spectroscopie ook open voor collaboratie met talrijke andere onderzoeksgroepen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen. Het eigen onderzoek behelst voornamelijk de NMR spectrale studie van stikstofhoudende organische moleculen. Deze stoffen worden gesynthetiseerd in nauwe samenwerking met de onderzoeksgroep `Organische Synthese'. Hierbij gaat de aandacht hoofdzakelijk uit naar palladium gekatalyseerde reacties, al dan niet versneld d.m.v. microgolf bestraling. Het geheel past in een onderzoekslijn naar potentieel nieuwe middelen tegen malaria. Een nieuw project betreffende de NMR studie van biologische vloeistoffen, bvb cerebrospinaal vocht, is in de opstartfase dank zij belangrijke nieuwe investeringen op gebied van apparatuur. Omwille van de NMR infrastructuur aanwezig in onze onderzoeksgroep en in het Interuniversitaire NMR-consortium waartoe onze groep ook behoort, is de dienstverlenende taak naar anderen toe uitgegroeid tot een aanzienlijk deel van de studies die in de groep worden uitgevoerd. De aard van dergelijk werk is zeer uiteenlopend en kan gaan van de studie van kleine hoeveelheden geïsoleerde biomoleculen, over de studie van anorganische complexen tot de studie van (in tonnen geproduceerde) polymeren." "Biomoleculaire en Analytische Massaspectrometrie (BAMS)" "Filip Lemière" "The Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS) group at the University of Antwerp focuses on different aspects of method development and application of mass spectrometric methods in Chemistry and Biology. It combines the research groups of Profs. Frank Sobott, Filip Lemière and Luc Van Vaeck(†). Their research interests include LC-MS and tandem MS analysis, native MS, ion mobility and novel top-down sequencing approaches, and MS imaging, with applications ranging from biomedical, biochemical and chemical questions to materials science." "Bouwfysica en Duurzaam Bouwen" "Dirk Saelens" "Het onderzoek aan de afdeling Bouwfysica richt zich in het algemeen op de prestatie-analyse van gebouwen op verschillende facetten zoals: materialen, componenten en gehele gebouwen in hun omgeving." "Instituut voor Materiaalonderzoek" "Marlies VAN BAEL" "Het Instituut voor Materiaalonderzoek (IMO) is een onderzoekscentrum van de Universiteit Hasselt met uitgebreide kennis op het gebied van materialenwetenschappen.IMO heeft een geïntegreerde en intensieve samenwerking met IMOMEC (Instituut voor Materiaalonderzoek in MicroElectronics), de afdeling IMEC (Interuniversity Micro Electronics Center, Louvain) op de universitaire campus in Diepenbeek.Terwijl het grootste deel van het fundamentele onderzoek bij IMO wordt uitgevoerd, zijn het grootste deel van toegepast onderzoek en projecten in samenwerking met de industrie geconcentreerd binnen IMOMEC.De gezamenlijke activiteiten van IMO-IMOMEC concentreren zich op breedbandgapmateriaal, organische synthese, organische materialen voor elektronische toepassingen, precursoren voor nanomaterialen, biosensoren, nanofysica en elektrische, fysische en chemische karakterisering."