Naam Activiteit "Fysische en Colloïd Chemie" """Colloide Scheikunde in een notendop is' mengen wat niet mengen valt ', oftewel de studie van mengsels van chemisch verschillende materialen die spontaan scheiden, zoals water en olie. Sommige voorbeelden van colloidale materialen zijn: sprays, cement, verschillende composieten, kleurstoffen, emulsies, schuimen, levensmiddel, inkt, verf, papier, farmaceutische en cosmetische preparaten, fotografische emulsies, enz. De kwaliteit en de toepasbaarheid van deze materialen wordt voornamelijk bepaald door fysieke eigenschappen van colloidale deeltjes, zoals grootte en vorm en de deeltjesinteracties. Deze factoren worden bestudeerd met verschillende experimentele fysisch-chemische methoden.""" "Afdeling Soft Matter Reologie en Technologie" "Het doel van de afdeling Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT) is om onderzoek naar zachte materie en de reologie van complexe vloeistoffen op fundamenteel niveau en hun toepassing op technische processen te bevorderen en uit te voeren. Dergelijke complexe vloeistoffen omvatten een breed scala aan materialen, waaronder polymeeroplossingen, -smelten en -mengsels, emulsies, colloïdale dispersies, oplossingen van oppervlakteactieve stoffen, enz.Een kenmerk van dergelijke complexe vloeistoffen en zachte materie is dat ze een meer complex stromings- en vervormingsgedrag vertonen dan eenvoudige Newtonse vloeistoffen of vaste stoffen volgens Hooke die normaal respectievelijk geassocieerd worden met vloeistof- of vaste stofmechanica. Het doel van de SMaRT divisie is dus om de fundamentele afhankelijkheid van de moleculaire en microstructuur van dergelijke systemen te bestuderen en meer bepaald van hun complexe en niet-lineaire verschijnselen zoals afschuifstromings- en rekversteviging, lineaire en niet-lineaire visco-elasticiteit, en thixotropie.Een dergelijke link tussen de microscopische en macroscopische respons van een materiaal begint meestal met goed gedefinieerde modelmaterialen en -systemen, die ons in staat stellen om de fundamentele principes en onderliggende mechanismen die het stromings- en vervormingsgedrag van complexe vloeistoffen bepalen, te meten en relevante reologische constitutieve modellen te ontwikkelen. Dit laat ons toe om vervolgens het gedrag van meer complexe systemen in werkelijke toepassingen te begrijpen en te beschrijven, maar ook om de microstructuur en daarmee het stromings- en vervormingsgedrag van formuleringen aan te passen om aan de vereisten van de huidige materiaaleigenschappen te voldoen en deze zelfs te verbeteren.Om deze doelen te bereiken, beschikt de divisie SMaRT over een ultramoderne reologische infrastructuur. Deze omvat traditionele, spannings- en vervormingsgecontroleerde reometers (zowel rotationele als capillaire) en ook nieuwe technieken om de rekeigenschappen te meten. Bovendien is een breed scala aan technieken aanwezig om de variabele en door stroming geïnduceerde microstructuur te karakteriseren, waaronder (confocale) microscopische technieken, lichtverstrooiing, rheo-optische en diëlektrische methoden, als ook apparatuur voor de verwerking van polymeren, poeders en dispersies en instrumenten om interfasereologie en dynamica van vloeistofstructuren aan oppervlakken te bepalen. Dit wordt uitgebreid met (reometrische) instrumentatie ontwikkeld voor onderzoek met hoogwaardige Röntgenbronnen op de synchrotrons in Grenoble en Hamburg, en neutronenverstrooiing.De algemene onderzoeksthema's die de divisie SMaRT momenteel behandelt, zijn devolgende:Op het vlak van van vrije oppervlaktestromingen ligt de nadruk op de opbreekdynamica van vloeistofstralen die polymeren, micro- en/of nanodeeltjes bevatten en die een viscositeitsbereik omspannen van waterig tot honingachtig. Dit wordt uitgebreid naar rekstromingen van polymeeroplossingen en smelten met het doel het algemene rekgedrag in niet-lineaire vervormingsstromen kwantitatief te beschrijven. Hieruit resulterend toepassingsgericht onderzoek omvat het elektrospinnen van complexe nanovezels en het elektrosprayen van 'core-shell' nanodeeltjes voor farmaceutische en energetische toepassingen.Het effect van geometrische begrenzing op de reologie van deeltjessuspensies, microgelen en emulsies met microstructuren ter grootteorde van nano- tot micrometers wordt onderzocht. De onderzoeken hebben betrekking op reologie in gecontroleerde begrenzingen (dunne filmreometrie) en onder gecontroleerde normaalkracht, triboreometrie en tribologisch onderzoek van complexe vloeistoffen, met toepassingen in smeermiddelen en voedselinname.De structuur en reologie van suspensies wordt ook onderzocht binnen de SMaRT onderzoeksgroep. De stabiliteit, veroudering en stromingsgeïnduceerde veranderingen in de structuur worden in kaart gebracht met behulp van reo-optische technieken. Specifieke apparatuur  zoals een 'twin-drive' reometer laat ons toe om bijvoorbeeld de koppeling tussen vlokgrootte en thixotropie te onderzoeken en een temperatuursgecontroleerde  afschuifcel gemonteerd op een confocale microscoop kan worden gebruikt om netwerkstructuren te analyseren. Zulke onderzoeken hebben als doel om de microstructuur van deeltjesnetwerken direct te koppelen aan hun reologische respons om het gedrag te voorspellen en te controleren.We gebruiken ook een nieuwe methode om netwerkvorming in suspensies te induceren gebaseerd op capilariteit. De structuur van deze capillaire suspensies wordt onderzocht zowel in functie van de samenstelling als in functie van aangelegde krachten en vervormingen. De koppeling tussen structuur en reologie stelt ons in staat informatie te verkrijgen over de flexibiliteit of rigiditeit van het netwerk en levert  methoden om de reologische respons aan te passen. Tot het toepassingsgericht onderzoek dat tevens wordt gevoerd met betrekking tot capillaire suspensies behoort onder andere de snelle productie van poreuze materialen en van barstvrije films voor 'printed electronics'." "Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT)" "Erin Koos" "Het doel van de afdeling Soft Matter, Reologie en Technologie (SMaRT) is om onderzoek naar zachte materie en de reologie van complexe vloeistoffen op fundamenteel niveau en hun toepassing op technische processen te bevorderen en uit te voeren. Dergelijke complexe vloeistoffen omvatten een breed scala aan materialen, waaronder polymeeroplossingen, -smelten en -mengsels, emulsies, colloïdale dispersies, oplossingen van oppervlakteactieve stoffen, enz.Een kenmerk van dergelijke complexe vloeistoffen en zachte materie is dat ze een meer complex stromings- en vervormingsgedrag vertonen dan eenvoudige Newtonse vloeistoffen of vaste stoffen volgens Hooke die normaal respectievelijk geassocieerd worden met vloeistof- of vaste stofmechanica. Het doel van de SMaRT divisie is dus om de fundamentele afhankelijkheid van de moleculaire en microstructuur van dergelijke systemen te bestuderen en meer bepaald van hun complexe en niet-lineaire verschijnselen zoals afschuifstromings- en rekversteviging, lineaire en niet-lineaire visco-elasticiteit, en thixotropie.Een dergelijke link tussen de microscopische en macroscopische respons van een materiaal begint meestal met goed gedefinieerde modelmaterialen en -systemen, die ons in staat stellen om de fundamentele principes en onderliggende mechanismen die het stromings- en vervormingsgedrag van complexe vloeistoffen bepalen, te meten en relevante reologische constitutieve modellen te ontwikkelen. Dit laat ons toe om vervolgens het gedrag van meer complexe systemen in werkelijke toepassingen te begrijpen en te beschrijven, maar ook om de microstructuur en daarmee het stromings- en vervormingsgedrag van formuleringen aan te passen om aan de vereisten van de huidige materiaaleigenschappen te voldoen en deze zelfs te verbeteren.Om deze doelen te bereiken, beschikt de divisie SMaRT over een ultramoderne reologische infrastructuur. Deze omvat traditionele, spannings- en vervormingsgecontroleerde reometers (zowel rotationele als capillaire) en ook nieuwe technieken om de rekeigenschappen te meten. Bovendien is een breed scala aan technieken aanwezig om de variabele en door stroming geïnduceerde microstructuur te karakteriseren, waaronder (confocale) microscopische technieken, lichtverstrooiing, rheo-optische en diëlektrische methoden, als ook apparatuur voor de verwerking van polymeren, poeders en dispersies en instrumenten om interfasereologie en dynamica van vloeistofstructuren aan oppervlakken te bepalen. Dit wordt uitgebreid met (reometrische) instrumentatie ontwikkeld voor onderzoek met hoogwaardige Röntgenbronnen op de synchrotrons in Grenoble en Hamburg, en neutronenverstrooiing.De algemene onderzoeksthema's die de divisie SMaRT momenteel behandelt, zijn devolgende:Op het vlak van van vrije oppervlaktestromingen ligt de nadruk op de opbreekdynamica van vloeistofstralen die polymeren, micro- en/of nanodeeltjes bevatten en die een viscositeitsbereik omspannen van waterig tot honingachtig. Dit wordt uitgebreid naar rekstromingen van polymeeroplossingen en smelten met het doel het algemene rekgedrag in niet-lineaire vervormingsstromen kwantitatief te beschrijven. Hieruit resulterend toepassingsgericht onderzoek omvat het elektrospinnen van complexe nanovezels en het elektrosprayen van 'core-shell' nanodeeltjes voor farmaceutische en energetische toepassingen.Het effect van geometrische begrenzing op de reologie van deeltjessuspensies, microgelen en emulsies met microstructuren ter grootteorde van nano- tot micrometers wordt onderzocht. De onderzoeken hebben betrekking op reologie in gecontroleerde begrenzingen (dunne filmreometrie) en onder gecontroleerde normaalkracht, triboreometrie en tribologisch onderzoek van complexe vloeistoffen, met toepassingen in smeermiddelen en voedselinname.De structuur en reologie van suspensies wordt ook onderzocht binnen de SMaRT onderzoeksgroep. De stabiliteit, veroudering en stromingsgeïnduceerde veranderingen in de structuur worden in kaart gebracht met behulp van reo-optische technieken. Specifieke apparatuur  zoals een 'twin-drive' reometer laat ons toe om bijvoorbeeld de koppeling tussen vlokgrootte en thixotropie te onderzoeken en een temperatuursgecontroleerde  afschuifcel gemonteerd op een confocale microscoop kan worden gebruikt om netwerkstructuren te analyseren. Zulke onderzoeken hebben als doel om de microstructuur van deeltjesnetwerken direct te koppelen aan hun reologische respons om het gedrag te voorspellen en te controleren.We gebruiken ook een nieuwe methode om netwerkvorming in suspensies te induceren gebaseerd op capilariteit. De structuur van deze capillaire suspensies wordt onderzocht zowel in functie van de samenstelling als in functie van aangelegde krachten en vervormingen. De koppeling tussen structuur en reologie stelt ons in staat informatie te verkrijgen over de flexibiliteit of rigiditeit van het netwerk en levert  methoden om de reologische respons aan te passen. Tot het toepassingsgericht onderzoek dat tevens wordt gevoerd met betrekking tot capillaire suspensies behoort onder andere de snelle productie van poreuze materialen en van barstvrije films voor 'printed electronics'." "Chemische Ingenieurstechnieken, Campus Kulak Kortrijk" "Wim Thielemans" "Ons onderzoeksteam legt zich toe op 2 hoofdthema's:Ontwikkelen van hernieuwbare (nano)materialenNanocomposietenSupercondensator electrodematerialenFunctionele coatingsZelf-structureren van cellulose, zetmeel en chitine nanodeeltjesAerogels en hydrogelsRecyclage van polymeren (ook pertroleum-gebaseerde)Interfaze modulatieCompatibilisatie van polymerenOppervlaktechemie van cellulose, zetmeel en chitine nanodeeltjes en hun macroscopische natuurlijke vezels/granulesOppervlaktemodificatie van polymerenGecontroleerde self-assemblyThermodynamische interacties aan oppervlakken, tussen nanodeeltjes, tussen polymeren, en alle mogelijk combinatiesPickering emulsiesNanogestructureerde materialen" "Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)" Bals "Binnen EMAT wordt materiaalkundig onderzoek gedaan op volgende domeinen: -Interpretatie van elektronenmicroscopie gegevens, zowel wat betreft de structurele data als de interpretatie van EELS patronen -Elektronentomografie -Ceramische bulk materialen met bijzondere eigenschappen zoals supergeleiding, CMR, ferroelasticiteit, ferroëlectriciteit, ... -Dunne laag ceramische materialen met bijzondere eigenschappen -Halfgeleidende materialen, specifiek de III-V verbindingen zoals GaN. -Metaallegeringen met een vormgeheugen; spanningsvelden rond precipitaten. -Morfologie en structuur van nano deeltjes -Zeolieten en mesoporeuze materialen." "Faculteit Wetenschappen" "Herwig DejongheIsabel Van Driessche" "De faculteit Wetenschappen is heel divers. Ze is bezig met de studie van het allerkleinste en het allergrootste in het universum, met levende en niet-levende materie, met kennisvragen op het meest fundamentele niveau en hoogtechnologische toepassingen." Elementaire-Deeltjesfysica "Pierre Van Mechelen" "De groep EDF verricht internationaal experimenteel en theoretisch onderzoek naar fundamentele deeltjes en interacties. Dit gebeurt enerzijds aan de hand van deeltjesversnellers zoals de Large Hadron Collider (LHC) bij CERN. De groep EDF neemt deel aan het samenwerkingsverband dat de Compact Muon Solenoid (CMS) detector bouwde en exploiteert. Medewerkers bestuderen de hoog-energetische botsingen tussen protonen en zware ionen, met specifieke aandacht voor processen die in verband staan met de sterke en zwakke kernkracht en interacties van het Higgs boson. De groep participeert ook in de bouw van een nieuwe sporenkamer voor de CMS detector die in gebruik zal genomen worden bij de start van de ""High Luminosity"" fase van de LHC. In synergie met deze experimentele activiteiten verricht de groep EDF theoretische studies gerelateerd aan de beschrijving van de structuur van het proton in kwantumchromodynamica. Anderzijds bestudeert de groep EDF ook gravitationele interacties met interferometer experimenten (LIGO/Virgo), waarmee de mogelijkheid tot het ontdekken van stochastische gravitatiegolven wordt onderzocht. Sinds het in 2015 mogelijk werd om gravitatiegolven direct te observeren, wordt een nieuwe generatie detectoren ontwikkeld zoals de Einstein Telescoop (ET), waarvoor de Euregio Maas-Rijn in België, Nederland, en Duitsland een kandidaat locatie is. De groep EDF is een stichtend partner van het internationale ETpathfinder samenwerkingsverband dat momenteel in Maastricht een prototype voor ET opbouwt. Hier draagt de groep bij aan het ontwikkelen van nieuwe instrumenten en technologieën voor de seismische demping systemen." "Vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid" "Mia Eeckhout" "Innovatief en hoogstaand onderzoek met internationale uitstraling in Levensmiddelentechnologie, Levensmiddelenchemie, Levensmiddelenmicrobiologie en Humane voeding. De vakgroep staat voor toegepast en fundamenteel veelzijdig onderzoek van hoge maatschappelijke relevantie en (inter)nationale samenwerking met de levensmiddelenindustrie, bevoegde autoriteiten, consumentenorganisaties en alle belanghebbenden in de voedselketen." "Werkplaats van de faculteit Wetenschappen" "Isabel Van Driessche" "In de centrale werkplaats ontwerpen, bouwen en herstellen zij, in samenspraak met hun klanten, apparatuur voor wetenschappelijk onderzoek." "Elementaire Deeltjes" "Jorgen D'Hondt" "elementaire deeltjes"