Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Thuis ouder worden in relatie tot ruimtelijke duurzaamheid. Het belang van afstanden in de ouderenzorg" "Dominique Vanneste" "Afdeling Bos, Natuur en Landschap, Afdeling Geografie en Toerisme, Architectuur en Maatschappij, Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE)" "Het Vlaamse ouderenbeleid is erop gericht ouderen zolang mogelijk thuis te laten wonen en door thuiszorg een verblijf in een zorginstelling te vermijden. Dit beleid zou echter wel eens haaks kunnen staan op de intenties in andere beleidsdomeinen, zoals ruimtelijke ordening. Vanuit duurzaamheidsoogpunt is ruimtelijke efficiëntie immers cruciaal. Vanuit die optiek moet ingezet worden op een verdichting van kernen, waar infrastructuur en voorzieningen geconcentreerd kunnen worden en waarbij de meerderheid van de mensen op wandel- of fietsafstand van deze kernen zou wonen. De babyboom-generatie woont echter massaal in verkavelingen, waar winkels en andere voorzieningen alleen maar zeldzamer worden. Een ‘ageing-in-place’ beleid betekent dat hun onmiddellijke omgeving ouder worden niet ondersteunt en dat formele en informele zorgnetwerken relatief grote afstanden moeten overbruggen. Dit gegeven zou wel eens haaks kunnen staan op opties die ruimtelijke duurzaamheid ondersteunen .Dit onderzoeksproject wil nagaan hoe de omgang met afstand – fysiek zowel als sociaal – een rol speelt bij ageing-in-place en hoe daarop verder gebouwd zou kunnen worden met het oog op een meer geïntegreerd beleid." "Thuis ouder worden in relatie tot ruimtelijke duurzaamheid. Een onderzoek naar het belang van afstanden in de ouderenzorg." "Hilde Heynen" "Geschiedenis, Theorie en Kritiek van de Architectuur, Geografie en Toerisme" "Het Vlaamse ouderenbeleid is erop gericht ouderen zolang mogelijk thuis te laten wonen en door thuiszorg een verblijf in een zorginstelling te vermijden. Dit beleid zou echter wel eens haaks kunnen staan op de intenties in andere beleidsdomeinen, zoals ruimtelijke ordening. Vanuit duurzaamheidsoogpunt is ruimtelijke efficiëntie immers cruciaal. Vanuit die optiek moet ingezet worden op een verdichting van kernen, waar infrastructuur en voorzieningen geconcentreerd kunnen worden en waarbij de meerderheid van de mensen op wandel- of fietsafstand van deze kernen zou wonen. De babyboom-generatie woont echter massaal in verkavelingen, waar winkels en andere voorzieningen alleen maar zeldzamer worden. Een ‘ageing-in-place’ beleid betekent dat hun onmiddellijke omgeving ouder worden niet ondersteunt en dat formele en informele zorgnetwerken relatief grote afstanden moeten overbruggen. Dit gegeven zou wel eens haaks kunnen staan op opties die ruimtelijke duurzaamheid ondersteunen . Dit onderzoeksproject wil nagaan hoe de omgang met afstand – fysiek zowel als sociaal – een rol speelt bij ageing-in-place en hoe daarop verder gebouwd zou kunnen worden met het oog op een meer geïntegreerd beleid." "Thuis (blijven) wonen. Over waardigheid en thuisgevoel bij ouderen" "Hilde Heynen" "Geografie en Toerisme, Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE), Geschiedenis, Theorie en Kritiek van de Architectuur" "In België, net als elders, neemt het aandeel ouderen onder de bevolking gestaag toe. Deze demografische evolutie geeft aanleiding tot heel wat discussies, in het bijzonder over ouderenzorg en de uitgaven hiervoor. Hoe moeten samenlevingen wereldwijd omgaan met de ouderenzorgkwestie? In Europa en Noord-Amerika is het overheersende antwoord het 'ageing-in-place'-paradigma. Dit paradigma komt tegemoet aan de wensen van de meeste ouderen, die in overgrote meerderheid aangeven zelfstandig te willen blijven wonen. De aanpak wordt ook geprezen door overheden omdat het onafhankelijkheid en zelfredzaamheid bevordert en hen in staat stelt te besparen op dure zorguitgaven.Echter, ""ageing-in-place"" wordt maar al te vaak gezien als iemand die gewoon in zijn huidige woning blijft wonen zonder andere voorzorgsmaatregelen te nemen voor zijn latere leven. Mensen worden niet ouder in een ruimtelijk vacuüm, dus goed ouder worden betekent ook op de juiste plaats ouder worden. Ruimtelijke factoren spelen een grote rol in iemands vermogen om dit te kunnen doen: de huidige woning kan te groot en moeilijk te onderhouden zijn, of te veel trappen hebben. Misschien is het huis wel geschikt voor een verminderde mobiliteit, maar de wijdere omgeving niet, waardoor het gebruik van een auto nodig is om ergens naartoe te gaan, omdat winkels en diensten weinig en ver weg zijn. Op termijn verhuizen naar een kleinere flat of een kleiner huis in de buurt, dichter bij voorzieningen en diensten, kan de levenskwaliteit van ouderen verhogen.Verhuizen op latere leeftijd stuit echter vaak op weerstand bij ouderen zelf. Dit proefschrift probeert deze weerstand tegen verhuizen te begrijpen. Het onderzoekt daarom hoe ouderen een thuisgevoel koesteren en welke (on)bewuste acties ze ondernemen om zich beter thuis te voelen.Het doel van dit proefschrift is tweeledig: ten eerste, begrijpen hoe ouderen op latere leeftijd het thuisgevoel ervaren en hoe ze dat gevoel creëren over de tijd heen, en welke rol de ruimtelijke omgeving in deze processen (het thuis voelen en het gevoel van thuis maken) speelt, en ten tweede, hoe deze processen iemands gevoel van waardigheid beïnvloeden. Thuis wordt gezien als een sociaal-ruimtelijk, imaginair concept gevormd door culturele, economische, politieke en zeer persoonlijke factoren, die mensen ruimtelijk proberen te manifesteren in hun woning, buurt en ruimere leefomgeving. Het onderzoek trianguleert kwalitatieve diepte-interviews en ruimtelijke analyses en probeert een verband te leggen tussen de dagelijkse bewoning van de woning en gevoelens van thuis en waardigheid vanuit een interdisciplinair perspectief dat architectuur, geografie en sociologie omvat. Het onderzoek is gebaseerd op materiaal afkomstig van 38 huisbezoeken en interviews met oudere mensen die aan het ouder worden zijn in acht gemeenten die geografisch verspreid liggen over Vlaanderen.Dit manuscript benadert op kritische wijze het kruispunt van de betekenis en materialisatie van thuis, alledaagse bewoning en thuisgevoel, en waardigheid. Oudere mensen worden op latere leeftijd in toenemende mate geconfronteerd met zowel praktische als emotionele uitdagingen, zoals het verlies van een partner, verminderde fysieke mobiliteit en, begin jaren 2020, de COVID-pandemie. Toch lijken deze verstoringen in veel gevallen weinig invloed te hebben gehad op de manier waarop mensen hun woning hebben georganiseerd. De woning lijkt dus een zeer stabiele entiteit te blijven, grotendeels bestand tegen veranderingen in de grootte van het huishouden of de capaciteiten van de bewoners. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de gevallen waarin het duidelijk is geworden dat de oudere persoon niet langer in zijn huidige woning kan blijven wonen, waardoor een volledige transformatie van de leefomgeving noodzakelijk is, meestal door een verhuizing, hetzij naar een kleinere woning, hetzij naar een flat voor begeleid wonen, en vaak dichter bij de volwassen kinderen.Op basis van het veldwerk blijkt het creëren en behouden van een thuisgevoel op latere leeftijd zeer complex te zijn en diep verweven met tal van menselijke en niet-menselijke actoren. De bevindingen wijzen op een wederzijdse beïnvloedingsrelatie tussen mensen en de ruimtes waarin ze wonen, en dat verschillende ruimtelijke elementen verschillende mogelijkheden genereren voor hun gebruikers, waardoor de dagelijkse bewoning en het gebruik van de ruimte wordt gestructureerd. Bovendien werd een sterke band tussen waardigheid en thuis in de Vlaamse cultuur ontdekt en werden hun ruimtelijke manifestaties  onderzocht. Het onderzoek naar de betekenis en ervaring van waardigheid op latere leeftijd kan de vaak veronderstelde sterke band tussen ouderen en hun fysieke woning verfijnen. Waardigheid is een belangrijke vraag die veel ouderen bezighoudt, vooral wanneer ze hun mening geven over woonzorgcentra. Waardigheid wordt vaak in de eerste plaats gezien als keuzevrijheid, wat verbonden is met het idee van zelfstandig wonen. De woning werd zo een fysieke manifestatie van waardigheid in zoverre het deze vrijheid bleef bieden - uit gesprekken met mensen die op latere leeftijd verhuisden, bleek dat de verhuizing in de eerste plaats was ingegeven om deze vrijheid terug te krijgen, en zo de waardigheid te herstellen. Het verlangen naar onafhankelijkheid en keuzevrijheid kan de emotionele band met het huis of de buurt overstijgen, waardoor de nadruk die beleidsmakers leggen op de huidige woning van ouderen in twijfel wordt getrokken."