Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Optimizing the use of GeneXpert MTB/RIF assay for the diagnosis and clinical management of adult and childhood TB and MDR TB suspects in Ethiopia" "Gemeda Abebe, Leen Rigouts, Bouke de Jong" Mycobacteriologie "Tuberculosis (TB) is one of the leading causes of morbidity and mortality in Ethiopia. Ethiopia ranks third in Africa and 8th among the 22 highest TB burdened countries in the world. Ethiopia also has the world’s 15th highest burden of MDR-TB. Despite the increased burden of TB and MDR-TB in Ethiopia, the diagnosis remains a challenge. In December 2010 WHO endorsed the new GeneXpert MTB/RIF® to TB laboratories. WHO strongly recommends the widespread use of GeneXpert for individuals suspected of MDR-TB or HIV-associated TB in adults, but many further studies assessing the performance of GeneXpert in vulnerable and/or difficult to diagnose groups (paediatric and extra-pulmonary TB) are still needed. Likewise, the diagnostic yield of GeneXpert for intensified TB case findings and its role in ruling out active TB to increase isoniazid preventive therapy (IPT) for HIV-positive patients in HIV and TB -endemic countries is not clearly addressed. The overall goal of this research project is to improve the diagnosis and clinical management of adult and childhood TB by maximizing use of the GeneXpert in Ethiopia. We also aim to evaluate whether sputum pre-treatment with propidium monoazide (PMA) in conjunction with GeneXpert might permit distinction between live and dead bacilli and helps to monitor the therapeutic response of TB patients. TB suspected adults and children visiting different health facilities in Jimma Southwest Ethiopia will be enrolled. Rapid HIV testing will be done for all consented study subjects. About 513 pulmonary TB suspected children and 270 extra-pulmonary TB suspected adults will be enrolled and tested for TB with conventional methods and GeneXpert. Data collection on EPTB was partly started, about 90 adult patients suspected of having EPTB were already recruited and enrolled. Likewise, 1250 diagnosed smear-positive adults will be put on anti- TB treatment and those patients that still remains smear positive at the end of 2nd month will be followed and monitored by using conventional methods, GeneXpert with and without PMA and fluorescein diacetate (FDA) staining. Finally, HIV-positive patients (n=812) visiting Jimma University Specialized Hospital (ART clinic) will be screened for active symptoms of TB. Patients with any symptom of TB will be tested with GeneXpert with and without pooling sputum sample to evaluate the efficiency of GeneXpert as a screening tool to exclude active TB and hence increase IPT on one hand, and for intensified TB case finding on the other hands. The project work was partly started in April, 2014 and ends in December, 2017. Funding for this project work is obtained from interuniversity cooperation between Jimma University and Flemish Universities (VLIR-UOS project)." "Veilig uitsluiten van acuut coronair syndroom in patiënt met pijn op de borst in ambulante zorg" "Jan Verbakel" "Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Urgentiegeneeskunde, Vrouw en Kind, Cardiologie" "Voldoende veilige strategieën voor het uitsluiten van een acuut coronair syndroom (ACS) in de huisartsenpraktijk ontbreken op dit moment. Klinische richtlijnen adviseren daarom een laagdrempelige verwijzing naar de spoedgevallendienst voor patiënten bij wie een ACS deel uitmaakt van de differentiële diagnose, ook bij laag-risico patiënten. Op de spoedgevallendienst kan een ACS uitgesloten worden na een negatief ECG en vooral na herhaalde negatieve high-sensitivity troponine bepalingen uitgevoerd in het centrale laboratorium van het ziekenhuis. Recente richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) adviseren het uitvoeren van 2 metingen na 1 of 2 uur, terwijl het vroeger geadviseerde 3-uursschema ook nog gebruikt wordt in de klinische praktijk, wat leidt tot vertraging van de definitieve diagnose. Deze laag-risico patiënten vereisen dus een aanzienlijk gebruik van gezondheidszorgmiddelen, spoedgevallendiensten en kunnen een toegenomen angst of frustratie ervaren. De nieuwe opkomende technologie van point-of-care (POC) high-sensitivity cardiale troponine (hs-cTn) testen kan een significante impact hebben op het diagnostisch proces bij een ACS. Het draagbare toestel kan de turnaround tijd van de testen terugbrengen naar minuten, wat toelaat om ze te gebruiken in huisartsensettings of voor kortere tijd tot ontslag op de spoedgevallendiensten. Eerdere studies hebben de nodige analytische accuraatheid van het toestel aangetoond en de eerste klinische performantiestudies voor de diagnostische accuraatheid in de spoedgevallendienst zijn veelbelovend. In de volgende fase moet de klinische performantie in het voorgestelde 0/1-uur schema van de ESC richtlijnen verder bestudeerd worden. Nadien kunnen studies over de klinische effectiviteit, waarbij de tijd tot ontslag in op de spoedgevallendienst wordt nagegaan, ondernomen worden. In de huisartsenpraktijk ontbreken op dit moment studies over POC hs-cTn testen, en een strategie met twee metingen is praktisch niet haalbaar. Als een alternatief zijn voorspellingsregels ontwikkeld die het risico inschatten op ACS in patiënten met acute pijn op de borst in de huisartsensetting. Deze vertonen veelbelovende resultaten, maar hebben tot op heden de onvoldoende uitsluitende waarde aangetoond en hun gebruik wordt nog niet aangeraden in klinische richtlijnen. De combinatie van een voorspellingsregel en een POC hs-cTn meting daarentegen kan mogelijk wel de nodige sensitiviteit en negatieve predictieve waarde bereiken om veilig een ACS uit te sluiten. Daarom zijn klinische performantiestudies die diagnostisch accuraatheid in de huisartsensetting aantonen en externe validatiestudies van bestaande voorspellingsregels voor ACS in de huisartsensetting dringend nodig. In dit onderzoeksproject zullen we POC hs-cTn testing evalueren in de huisartsensetting en op de spoedgevallendienst en relevante voorspellingsregels voor ACS in de huisartsensetting extern valideren." "Biomechanische modellen voor de voorspelling van het acuut en lange-termijn resultaat van endovasculaire behandeling van patiënten met een type B aorta dissectie" "Patrick Segers" "Vakgroep Structuur en Herstel van de Mens, Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen" "Een aortadissectie is een levensbedreigende ziekte, gekenmerkt door minstens één scheur in de binnenwand van de aorta. Via deze scheur kan er bloed in de aortawand stromen, waardoor een deel ervan afscheurt en de bloedstroom wordt verdeeld over het normale en het alternatieve pad, gevormd door de ruimte tussen het afgescheurde en resterende deel van de wand. Een veelvoorkomende behandeling is de plaatsing van een endoprothese om de scheur te dichten en verdere instroom van bloed via het alternatieve pad te vermijden. Ondanks de goede overlevingskansen zijn re-interventies na de ingreep vaak nodig. Een voorspelling van het resultaat van de ingreep bij een bepaalde patiënt zou dus erg nuttig zijn voor de chirurg. Bijgevolg, doelt dit project op het ontwikkelen en valideren van software modellen, die nodig zijn om dergelijke voorspellingen te maken. Hierbij dienen CT-scans, gemaakt bij de opname van de patiënt in het ziekenhuis, als basis om modellen op te stellen van de aortawand en de bloedstroom in het normale en alternatieve pad. Daarnaast zal de plaatsing van de endoprothese gesimuleerd worden om het effect ervan op korte (wat is de positie van de endoprothese en de aorta?, verhindert de prothese dat het bloed via het alternatieve pad stroomt?) en langere termijn (hoe zal de dissectie evolueren?) te voorspellen. De juistheid van de modellen zal geëvalueerd worden door de voorspellingen te toetsen aan data van patiënten met een aortadissectie, behandeld met een endoprothese." "Het verbeteren van de diagnose van acuut zieke patiënten die zich presenteren in de ambulante zorg: het evalueren van de nauwkeurigheid en impact van innovatieve technologie." "Ann Van den Bruel" "Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde" "Ernstige infecties, zoals sepsis of pneumonie, kunnen levensbedreigend zijn of langdurige gevolgen hebben. Een tijdige diagnose verbetert de prognose maar is moeilijk in de ambulante zorg (zoals bijvoorbeeld in huisartsgeneeskunde) omdat slechts enkele patienten een ernstige infectie zullen blijken te hebben en omdat de typische symptomen zich vaak nog niet manifesteren op het moment van presentatie. Dokters moeten zich grotendeels baseren op een klinische beoordeling, met slechs weinig ondersteuning van technologische testen.Het doel van dit project is om innovatieve testen te evalueren die kunnen uitgevoerd worden tijdens een zorgepisode, bijvoorbeeld binnen een consultatie bij de huisarts.Thema 1 is een pediatrisch thema, welke eerst de nauwkeurigheid van urinetesten voor urineweginfecties zal evalueren. Een tweede studie zal analyseren in hoeverre een snelle bloedtest correleert met het ziekteverloop en effect van antibiotica. Tenslotte zullen we het effect van zowel urinetesten als snelle bloedtest op de uitkomst van de patient modelleren.Thema 2 focust op volwassenen van minstens 65 jaar oud. We starten met een systematische review van alle beschikbare literatuur over diagnostische testen voor het tijdig herkennen van ernstige infecties. Daarna volgt een diagnostische studie om hun nauwkeurigheid in de ambulante zorg te evalueren, en een beslisregel te bouwen die artsen moet toelaten met meer nauwkeurigheid ernstige infecties bij ouderen uit te sluiten.Thema 3 zal de impact van een nieuwe diagnostische strategie voor kinderen en ouderen meten, door middel van een gerandomiseerde studie die huisartspraktijken verdeelt in twee groepen: de ene groep past een gestructureerde diagnostiek toe met sneltesten, de andere groep werkt volgens de huidige methode. We zullen dan testen of dit veiliger en meer kosten-effectief is." "Regulatie van het transcriptoom door circulerende microRNA’s in patiënten met een acuut coronair syndroom." "Peter Sinnaeve" Cardiologie "De prognose na een acuut myocardinfarct (AMI) is de laatste 20 jaar verbeterd, maar op lange termijn ontwikkelt toch 1 op 5 patiënten hartfalen of een nieuw ischemisch event. Inflammatie speelt een belangrijke rol in de pathogenese van AMI. Verschillende leukocyten, zoals monocyten maar ook neutrofielen, spelen een belangrijke rol in de verschillende fases van AMI. High sensitivity CRP (hsCRP) wordt klassiek gebruikt in de klinische praktijk als een surrogaat merker voor deze inflammatoire activiteit. Bij patiënten met AMI is het hsCRP bij opname een onafhankelijke voorspeller van overlijden. De inflammatie is ook sterk gerelateerd aan de infarctgrootte. Om deze reden zijn reeds verschillende anti-inflammatoire therapieën uitgetest bij patiënten met AMI, zoals inhibitie van interleukine-1, interleukine-6 and p38 MAP Kinase. Deze interventies zijn tot op heden echter nog niet omgezet in klinische praktijk.Het doel van onze studie is om de inflammatoire activiteit in patiënten met AMI beter te karakteriseren. Daarvoor zullen we de RNA expressie profielen in verschillende compartimenten van perifeer bloed nakijken, om zo meer specifieke merkers van inflammatie te vinden, upstream van CRP. Deze nieuwe merkers kunnen mogelijk de patiënten identificeren die wel baat hebben bij een specifieke anti-inflammatoire therapie." "ASESP-P-Een geavanceerd platform voor de evaluatie en chirurgische planning van rugproblemen" "Lennart Scheys" "Locomotorische en Neurologische Aandoeningen" "Het aantal spinale chirurgieën, en ook de daarmee gepaard gaande kosten, neemt de laatste jaren sterk toe. Ondanks de technologische vooruitgang en nieuwe chirurgische technieken, lijdt tot 70% van de patiënten aan postoperatieve complicaties. Dit is onder andere te wijden aan een lacune in de huidige diagnostisering, preoperatieve planning en behandeling van volwassen patiënten met een afwijkende vorm van de wervelkolom (adulte spinale deformiteiten (ASD)) die voornamelijk gebaseerd is op statische, twee-dimensionele (2D) beeldvorming in het sagittale en frontale vlak. Het doel van dit project is dan ook een platform te ontwikkelen dat toelaat de klinische behandeling van ASD uit te breiden tot subject-specifieke, dynamische en driedimensionele functionele evaluaties. Zo zal het ontwikkelde platform de behandeling helpen evolueren van het nastreven van de best mogelijke statische postoperatieve medische beelden naar het nastreven van de best mogelijke dynamische functionaliteit van de rug." "ICU-FM: Ontwikkeling en validatie van een vasten-nabootsend dieet voor de kritiek zieke patiënt. Uitbreiding in tijd en ruimte van het gunstige effect van voedingsrestrictie en autofagie-activatie tijdens kritieke ziekte." "Michael Casaer" "Laboratorium voor Intensieve Geneeskunde" "Korte periodes van vasten lijken gunstig te zijn, zowel voor gezonde als zieke mensen. Wij verbeterden de spierkracht bij kritiek zieke patiënten door gedurende de eerste week in de Intensieve Therapie Eenheid (ICU) geen intraveneuze voeding toe te dienen. Zo vermeden we ook complicaties en versnelden we het herstel. Dit werd verklaard door autofagie, een opruimproces van beschadigde cel-onderdelen. We breiden deze toepassing in dit onderzoek uit, voorbij de eerste week van kritieke ziekte (ICU-FM) en voorbij de muren van de intensieve zorgen afdeling (EFECTS). We beogen een nieuw vasten-nabootsend dieet te ontwerpen voor de ICU (ICU-FM) gebaseerd op cyclisch vasten. Door de voeding na de eerste ICU-week herhaald te onderbreken willen we de autofagie activeren zonder patiënten bloot te stellen aan langdurig vasten. Het einddoel van ICU-FM is voor de patiënten die de ICU overleven een betere lange termijn functie te bekomen. In de driearmige EFECT studie zullen we het effect van vroege voedingsrestrictie op oncologisch en functioneel herstel evalueren na slokdarmresectie. Deze nieuwe strategie zal vergeleken worden met het huidige beleid van vroege enterale of parenterale voeding op de chirurgische afdeling." "Labeling van Enalapril van neonaten tot adolescenten" "Jan de Hoon" "Klinische Farmacologie en Farmacotherapie" "Children are often treated as small adults—not as the special patients they are. Regulations exist to encourage the development of drugs and formulation for children. However, off-patent drugs are often administered to children without appropriate formulations or systematic investigations. Therefore, the paediatric use marketing authorisation (PUMA) has been designed.The EMA Paediatric Working Party has prioritized the unmet need for the cardiovascular off-patent drug enalapril in the European paediatric population. Enalapril is an ACE inhibitor commonly used for cardiac failure in children under 1 year of age, although it is not labelled for any condition in patients" "Het neuro-oncologisch connectoom: richting hub-gebaseerde analyses en neurocognitie-sparende therapie voor hersentumoren" "Anne Uyttebroeck" "Pediatrische Oncologie" "Elk jaar wordt wereldwijd bij meer dan 300.000 patiënten een hersentumor gediagnosticeerd. Deze patiënten hebben vaak langdurige cognitieve deficits, hetgeen hun levenskwaliteit enorm beïnvloedt. De ontwikkeling en degeneratie van het brein bij volwassen en pediatrische patiënten worden beïnvloed door de laesie an sich, evenals door elk onderdeel van de behandeling (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie). Initiële neurale schade kan leiden tot cascade-effecten die resulteren in reorganisatie van het hersennetwerk, of zogenaamde ‘connectoom’. De primaire regio's die toxiciteit ondergaan en de resulterende netwerktopologie blijven echter onduidelijk. In dit project onderzoeken we de hypothese van selectieve kwetsbaarheid van de sterkst verbonden regio's (d.w.z. 'hubs'), en de klinische impact daarvan. Dankzij de combinatie van connectoom-gebaseerde informatie (multimodale MR-beeldvorming), radiotherapie dosimetrie, extensieve neurocognitieve assessments en een preklinisch MR-experiment, zullen we neurotoxische mechanismen, hun dosis-respons functies in hubs versus niet-hubs onderzoeken, evenals de functionele neurocognitieve impact van beschadigde hubs in deze populatie. Dit zal steeds belangrijker worden om deze gebieden van geïnduceerde toxiciteit zoveel mogelijk te sparen en om neurocognitieve gevolgen bij toekomstige behandelingen te beperken. Het uiteindelijke doel is om connectoom-gebaseerde hersentumor behandelingen te ontwikkelen en te optimaliseren." "The incidence and risk factors of mortality associated with HIV and TB infections in Kenya" "Diederick E. Grobbee, Marianne van der Sande" "Departement Volksgezondheid" "Despite decades of progress, tuberculosis (TB) and HIV have remained significant public health challenges in Kenya. Kenya is currently ranked among the 30 countries with the highest TB incidence and prevalence. The HIV prevalence in Kenya was 5.6% in the adult population in 2012 according to a national survey. The two diseases have a symbiotic relationship. While HIV increases the incidence of TB, TB is the leading cause of death among people living with HIV/AIDS. Mortality is commonly used as an indicator of the health status of a population and in evaluating health interventions. Death represents the worst of all health outcomes and is least prone to bias. Data on causes of death in the general population and among TB or HIV infected people is necessary for designing mortality prevention interventions. Although mortality is known to be high among TB and HIV infected people in Kenya, there is limited information on the immediate and underlying causes of death in this group. The causes of death among HIV or TB infected people in high burden settings such as Kenya remains poorly characterized in the literature. Data from case based surveillance of TB, electronic medical records of people on HIV care and the Child Health Mortality Prevention Surveillance (CHAMPS) provide an opportunity for more accurate understanding of mortality causes. CHAMPS is a 20-year, multi-country study with mortality reviews of children under the age of five; the objectives are to document the preventable causes of under-5 mortality, paired with immediate public health action to reduce future mortality. Study staff approach parents within 24 hours of a child’s death and ask them to consent to minimally invasive tissue sampling (MITS), along with medical record review and a verbal autopsy. This study will use data obtained from case based surveillance of TB, data from an active TB case finding study, electronic medical records of people on HIV care and data from the CHAMPS surveillance study in Kenya to provide insight on TB and HIV related mortality. This study will use data from case based TB surveillance to estimate the incidence of HIV-related mortality among clients on TB treatment and risk factors for mortality. Data from an ongoing study (CHAMPS) will be used to estimate HIV and TB cause specific mortality rates and to explore the immediate and underlying causes of mortality among children aged under five years. This study will also seek to evaluate the impact of interventions that have the potential to reduce TB and HIV mortality. Timely detection of cases allows for prompt treatment thereby avoiding mortality. Active case finding of TB cases is a strategy promoted by the World Health Organization. A study to pilot accelerated TB interventions as part of efforts to reduce transmission and mortality from TB has is underway in western Kenya. Data from this study will be used to model facility level factors associated with a high TB and HIV yield during the active case finding pilot. These findings could inform interventions to improve TB and HIV case finding in health facilities. The implementation of test and treat of HIV was expected to improve patient outcomes including mortality. This study will evaluate the impact of test and treat on treatment outcomes like client retention and mortality using electronic medical record data of patients on HIV care before and after the policy change. The theme of this study is on mortality from TB and HIV which are important global public health challenges. The third sustainable development goal (SDG) aims to achieve good health for all by 2030. Ending the HIV and tuberculosis epidemics and reducing under five mortality to 25 per 1,000 live births are some of the specific targets under this SDG goal. This study focusses on understanding mortality among adults and children aged under five years, a subject that is important to the achievement of SDG targets."