Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Workshop rond herbestemming van onroerend erfgoed voor Het Agentschap Onroerend Erfgoed." "Koenraad VAN CLEEMPOEL" ArcK "ArcK - onderzoekseenheid TRACE heeft van de Vlaamse Overheid de opdracht toegewezen gekregen om een workshop te organiseren voor de leden van de Cel Herbestemming van het agentschap Onroerend Erfgoed. Deze workshop vormt één van de opeenvolgende stappen die het Agentschap onderneemt om een visietekst op het actuele onderwerp van herbestemming van beschermde monumenten te ontwikkelen. In deze stap worden in het bijzonder vragen besproken waar vanuit verschillende disciplinaire of maatschappelijke perspectieven verschillende antwoorden geformuleerd worden. Het takenpakket omvat de inhoudelijke voorbereiding op de workshop, de logitieke organisatie van de workshop, het dagvoorzitterschap, en het opmaken van een verslag. Het projectteam (prof. dr. Koenraad Van Cleempoel, dr. ir. Marijn van de Weijer) is voor deze opdracht een samenwerking aangegaan met drie partijen. Dit zijn Levuur (Annemie Rossenbacker), een bureau gespecialiseerd in participatie; UR architects (Nikolaas Vande Keere), een ontwerpbureau met uitgebreide ervaring met herbestemming; en Patrick De Rynck, tekstredacteur met ervaring in de sectoren van roerend en onroerend erfgoed. Dit heeft geleid tot een workshop bestaande uit drie sessies rond actuele vraagstukken gerelateerd aan herbestemminggekoppeld aan concrete gevalstudies, en een concluderende sessie. De workshop omvat voorts verschillende lezingen. gegeven De workshop is gehouden op 17 september 2015, het rapport is opgeleverd op 30 november 2015." "Statistische dienstverlening Agentschap Zorg- en Gezondheid: Mining spatiotemporal similarities in the evolution of the Flemish COVID data" "Sofie Van Hoecke" "Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen" "geen abstract" "Statistische dienstverlening Agentschap Zorg- en Gezondheid: Gebruik van associatieregels om informatie te genereren uit de data verkregen via contactopsporing voor COVID-19 in België" "Nico Van de Weghe" "Vakgroep Geografie" "In het kader van de contactopsporing voor COVID-19, wordt data verzameld in verband met het gedrag van besmette personen. De data die verzameld wordt is complex en hoogstwaarschijnlijk niet perfect gestructureerd in een optimale tijdruimtelijke databank. Dit maakt het zeer moelijk om de data te analyseren en op zoek te gaan naar tijdruimtelijke informatie en kennis omtrent onder andere super spreading events, super spreaders, U+2026 Het is interessant om de techniek van associatieregels toe te passen op data verkregen via contactopsporing. Dat wordt in dit project gedaan." "Prijsaanvraag inventarisatie en visualisatie van bewaarde redicten in 7 kerndomeinen van het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van Lidar-beelden en WO1-luchtfoto's" "geen abstract" "Technisch ondersteunen van het Agentschap Binnenlands Bestuur bij het coördineren in één Vlaamse regelgeving van de verschillende wetten en decreten inzake de verkiezingen voor gemeenteraden, OCMW-raden, districtraden en provincieraden" "De studieopdracht heeft als doel een moederdecreet op te maken waarin de verschillende bepalingen die van toepassing zijn op de lokale en de provinciale verkiezeingen worden gebundeld. Dat kan gebeuren, ofwel in één gemeenschappelijk decreet, met specificaties per verkiezing, ofwel in één decreet voor de lokale verkiezingen en één decreet voor de provinciale verkiezingen. Op die manier wordt er meer duidelijkheid gecreëerd zowel voor de lokale en provinciale overheden als voor de Vlaamse overheid zelf." "Onderzoeksopdracht ‘staatssteun in het beleidsdomein wonen’" "Tony Joris, Caroline Buts" "Onderwijseenheid Publiek Recht, Toegepaste economie" "Het Agentschap Wonen-Vlaanderen heeft verschillende juridische (onderzoeks)vragen over de verenigbaarheid van het Vlaamse sociaal woonbeleid met de staatssteunregels van de Europese Unie (“EU”). Algemeen wenst het Agentschap Wonen-Vlaanderen inzicht te verkrijgen over de toepassing van de EU-staatssteunregels op het Vlaamse (sociaal) woonbeleid. De opdracht bestaat uit twee deelopdrachten. Ten eerste moet een algemeen kader worden ontwikkeld over de EU-staatssteunregels en het woonbeleid van de EU-lidstaten. Een grondige studie van de werking van het Agentschap Wonen-Vlaanderen en het Vlaamse woonbeleid moet leiden tot een selectie en vertaling van de relevante EU-regels inzake staatssteun en een overzicht van maatregelen die dienen genomen te worden. Ten tweede dienen verschillende bestaande (steun)instrumenten van de Vlaamse overheid geëvalueerd te worden aan de hand van het algemeen kader. Hierbij is het belangrijk om alzo praktische aanbevelingen te formuleren om eventuele onverenigbaarheden met de EU-staatssteunregels weg te nemen en te verzekeren dat het Vlaamse woonbeleid in de toekomst afgestemd is op deze regels." "De ontwikkeling van een wettelijk kader voor Zorginspectie: een decretale basis voor het optreden van Zorginspectie" "Johan Put" "Instituut voor Sociaal Recht" "In onze welvaartsstaat draagt de overheid de (grondwettelijke) eindverantwoordelijkheid voor de zorgverlening. Het is dan ook haar taak zorgactoren tot een goede – en efficiënte – uitvoering van het zorgbeleid aan te zetten en een kwalitatieve zorgverlening centraal te stellen. Eén van de sturingsinstrumenten waarover de overheid beschikt om dit te bewerkstelligen, is het toezicht op die zorgactoren.Binnen het toenmalige beleidsdomein Welzijn en Gezondheid, telde de Vlaamse overheid vroeger vier onafhankelijk van elkaar bestaande inspectiediensten, die met dit toezicht belast waren. De operatie Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) reorganiseerde de Vlaamse administratie tot een structuur opgebouwd uit homogene beleidsdomeinen, waaronder het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG). Binnen dit beleidsdomein werden deze vier onafhankelijke inspectiediensten samengebracht in één agentschap, het Intern Verzelfstandigd Agentschap Zorginspectie, dat toezicht houdt op de toepassing door zorggebruikers en zorggebruikers van de in dit beleidsdomein geldende regelgeving.Opdat deze organisatorische eenmaking, met de achterliggende visie van homogeniteit, van optimalisering van organisatie en werking en van kwaliteitsbevordering, ten volle haar vruchten zou afwerpen, moet Zorginspectie kunnen terugvallen op een homogene regelgeving, die voor al haar activiteiten een duidelijk kader biedt van de beschikbare bevoegdheden en mogelijkheden en die het agentschap toelaat zijn rol van kwaliteitsbevorderende actor in de welzijns- en gezondheidssector te vervullen. Tot op heden bestaat dergelijk kader echter niet. De bepalingen betreffende toezicht en handhaving in het beleidsdomein WVG zijn versnipperd over sectorale, intersectorale, federale en regionale regelgevingen. Deze versnippering veroorzaakt niet alleen rechtsonzekerheid (en in sommige gevallen zelfs rechtsongelijkheid) voor de (potentiële) gebruikers en de voorzieningen, het brengt ook problemen mee voor de ambtenaren die met het toezicht belast zijn.Dit onderzoeksproject betreft de ontwikkeling van een eengemaakt inspectiekader voor het agentschap Zorginspectie. Dat inspectiekader moet bovendien rekening houden met de impact van de belendende (Europese) regelgeving m.b.t. privacy, beroepsgeheim, medisch geheim, patiënten- en cliëntenrechten, enz." "COntent: Gepersonaliseerde contentcreatie door marketeer en machine" "Saskia Vanden Eede" "Centrum voor duurzaam ondernemen (CenSE), Cluster Technologie" "“Het project COntent is gericht op het ondersteunen van communicatie- en contentagentschappen bij hun contentgeneratie activiteiten door middel van gebruik generatieve AI. Marketeers kunnen profiteren van de kracht van NLP en generatieve AI om gepersonaliseerde content te genereren door middel van co-creatie. Het doel is om de contentgeneratie sneller en eenvoudiger te maken, zodat marketeers zich beter kunnen concentreren op andere belangrijke aspecten van hun werk. COntent wil de marketeer voorzien van relevante en op maat gemaakte content, waardoor zij hun doelgroep effectiever kunnen bereiken.” Bovenstaande paragraaf werd niet geschreven door de projectaanvragers zelf, maar werd gegeneerd op basis van bovenvermelde trefwoorden en titel van deze projectaanvraag door ChatGPT, een AI creatietool die recent werd gelanceerd door Open AI. Ondanks het enthousiaste onthaal van deze technologie, is er ook veel onduidelijkheid over hoe dit ons werk maar ook onze samenleving gaat beïnvloeden. Binnen dit project bekijken we deze vraag vanuit het standpunt van communicatie- en contentagentschappen. Hun taak is om relevante, persoonlijke content te creëren waardoor Vlaamse bedrijven hun doelpubliek beter kunnen bereiken en behouden. Dit is echter heel arbeidsintensief en vraagt de nodige creativiteit. We onderzoeken hoe AI hen hierin kan ondersteunen. Dit project zal de Vlaamse bedrijven enerzijds sensibiliseren rond de mogelijkheden van AI-gedreven contentgeneratie en tonen hoe mens en machine in co-creatie kunnen samenwerken. We willen de mogelijke drempels rond de acceptatie en adoptie van AI binnen deze context identificeren en wegnemen. We bekijken deze problematiek daarom zowel vanuit strategisch, technologisch, juridisch als ethisch standpunt. Anderzijds zullen concrete contentgeneratiecases uitgewerkt worden die tonen hoe Vlaamse marketeers zelf aan de slag kunnen met de technologie bij het produceren van content. Alle uitgewerkte cases zullen ruim gedissemineerd worden onder de vorm van onder andere praktische digitale fiches en een podcast." "Fysisch antropologische studie van geselecteerde skeletten opgegraven op de site ‘Nieuwpoort – OLV kerk" "Christophe Snoeck" "Analytisch- Milieu- & Geo-Chemie, History, Archeology, Arts, Philosophy and Ethics" "Tijdens een opgraving vanuit wetenschappelijke vraagstelling volgend uit een toevalsvondst werden in 2019-2020 net vóór de OLV-kerk in Nieuwpoort een door de aanleg van cisternes bedreigde zone van het eeuwenoude kerkhof van de OLV-kerk vrijgelegd. Verspreid over 20 skeletlagen kwamen 297 graven aan het licht. De opgravingen werden in opdracht van het Agentschap Onroerend Erfgoed uitgevoerd door BAAC Vlaanderen. Tijdens de opgravingen konden bij de menselijke resten 196 individuen bepaald worden. Registratie van de graven gebeurde aan de hand van een aantal parameters. Indien drie of meer beenderen in anatomisch correct verband aangetroffen werden, kreeg het ensemble een grafnummer. Werden er bij de drie beenderen een schedel en/of een bekken (eveneens in correcte anatomische positie) aangetroffen, dan kreeg deze eveneens een individunummer. Het kerkhof startte in de 11de-12de eeuw en bleef in gebruik tot tijdens de Eerste Wereldoorlog. Alle graven en andere sporen en structuren werden in een Harris-matrix geplaatst. Aan de hand van deze Harris-matrix en op basis van een reeks C14-dateringen werd een selectie van te bestuderen skeletten bepaald binnen een aflijnbaar chronologisch kader. De bewaringstoestand van sommige individuen is echter zo slecht dat verder onderzoek, buiten de observaties die op het terrein zijn vastgesteld, geen verdere informatie zal opleveren, waardoor deze niet toch niet geselecteerd werden voor verder onderzoek. In totaal blijven er 67 individuen over voor verder fysisch antropologisch onderzoek (waaronder vier kindergraven). Deze bevinden zich in het best gedefineerde chronologisch kader, namelijk van de 11de-12de eeuw tot 15de eeuw. Deze selectie bevat de 16 skeletten van een meervoudige begraving (‘massagraf’) dat wellicht in het derde kwart van de 15de eeuw te dateren is. Daarnaast zijn ook drie knekelputten die zich binnen dit chronologisch kader bevinden, geselecteerd voor verdere studie. Knekelput S1127 is een kleine knekelput, met quasi intacte wervelkolom en extra los bot, dat mogelijk te verbinden is met een geselecteerd individu (volume: 1 grote zak oftewel de helft van een lage standaarddoos Agentschap). Knekelput S1054 is eveneens een kleine knekelput (volume: 1 zak met oa. 3 pijpbeenderen). Knekelput S1081 is een uitgestrekte, grote knekelput met veel pijpbeenderen en schedels (volume: 2 standaarddozen Agentschap, met o.a. 5 schedels). De keuze is verantwoord in een zogenaamd assessment-rapport (zie Code van Goede Praktijk) en zal worden overhandigd aan de opdrachtnemer op het moment van de gunning. De opdrachtnemer krijgt eveneens toegang tot alle relevante archeologische contextuele informatie. Tijdens het fysisch antropologisch onderzoek worden door de opdrachtnemer ook stalen genomen in functie van C14- en isotopenanalyse, op een selectie van individuen na afweging in vergelijking met de stratigrafische bevindingen. Dit gebeurt in overleg met de stuurgroep. Het eindresultaat is een rapport waarvan de resultaten en interpretaties kunnen ingepast worden in het eindverslag, dat volgens de normen van de Code van Goede Praktijk wordt opgesteld en de eindconclusies bevat van het archeologisch traject volgend op de toevalsvondst." "Een inhoudelijke analyse van kredietratings van overheden en hun impact op de private sector" "Rosanne Vanpée" "Onderzoeksgroep Finance (hoofdwerkadres Brussel), Onderzoeksgroep Beleidsinformatica (LIRIS) (hoofdwerkadres Leuven), Univerza v Ljubljani" "Gespecialiseerde ratingagentschappen publiceren een opinie over het risico op betalingsproblemen van een schuldenaar onder de vorm van kredietratings. Deze ratingagentschappen spelen een belangrijke rol in de financiële wereld aangezien hun oordeel een grote impact heeft op verschillende economische agenten. In eerste instantie zijn ratings belangrijk voor de schuldenaar zelf, omdat de kredietrating een grote invloed heeft op de interestvoet die zal worden aangerekend en de rating is ook bepalend voor de toegang tot specifieke financieringskanalen. Ratings zijn ook belangrijk voor de belegger, aangezien ze hem/haar van informatie voorzien over het risico van een investeringsproduct en hierdoor een indicator zijn voor het verwachte rendement. Ten derde zijn ratings belangrijk voor financiële instellingen aangezien hun kapitaalvereisten mede worden bepaald door de kredietwaardigheid van de activa die ze aanhouden. Ten slotte hebben kredietratings ook een belangrijke rol in de financiële regulering.  Men kan zich de vraag stellen of het wel wenselijk is dat een kleine groep van ratingagentschappen zo’n cruciale rol krijgt toebedeeld in het financiële systeem. Ten slotte is gebleken dat inaccurate ratings een medeoorzaak waren van het escaleren van de financiële crisis in 2008.Dit onderzoeksproject heeft een tweevoudige ambitie. In eerste instantie analyseren we de informatieve waarde van rating rapporten op basis van een “content analyses”. We gaan na of subjectiviteit een rol speelt in de beoordeling van overheidsratings en op welke manier dit de rating van een overheid bepaald. In tweede instantie ontwikkelen we een model voor het beoordelen van het kredietrisico van overheden, waarbij we bedrijfsspecifieke data, naast macro-economische data opnemen in het model. Het doel van dit onderzoeksproject is het verbeteren van de kredietscoring modellen die momenteel bestaan voor het voorspellen van het kredietrisico van overheden."