Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap: lange termijn effecten op kinderen en zwangere vrouwen." "Kirsten Maertens" "Centrum voor Evaluatie van Vaccinaties (CEV)" "Ondanks de introductie van succesvolle universele kinkhoestvaccinatieprogramma's, blijft deze ziekte een belangrijk probleem voor de volksgezondheid en is ze momenteel een van de meest voorkomende vaccineerbare aandoeningen in de wereld. De hoogte incidentie en ziektelast kan men terugvinden in kinderen onder de leeftijd van 1 jaar, die nog te jong zijn om volledig beschermd te zijn door de beschikbare vaccins en vaccinatieschema's. Om deze zuigelingen beter te beschermen werd maternale kinkhoestvaccinatie geïntroduceerd in een aantal landen, waaronder België. Wetenschappelijke evidentie omtrent verschillende aspecten van deze vaccinatiestrategie is sterk toegenomen tijdens de laatste jaren. Echter, sommige aspecten van deze vaccinatiestrategie zoals de langetermijn effecten van de strategie op het immuunsysteem van de kinderen en het aanbevolen tijdsvenster tussen opeenvolgende kinkhoestbevattende vaccinaties in zwnagere vrouwen is nog nooit onderzocht. Om deze openstaande vragen te beantwoorden zullen wij kijken naar de humorale immuunrespons in kinderen van moeders gevaccineerd met een kinkhoestbevattend vaccin tijdens de zwangerschap vergeleken met kinderen van ongevaccineerde moeders en dit voor en na een boosterdosis van een tetravalent acellulair kinkhoestbevattend vaccin in het eerste jaar van de lagere school. Ook zullen we naar de antistofconcentraties in bloedstalen van moeders bij de bevalling en in navelstrengbloed kijken wanneer zij verschillende kinderen na elkaar krijgen. De resultaten van de laboratoriumtesten uitgevoerd op deze bloedstalen zullen in een mathematisch model worden gestoken om zo de kinetiek van antilichamen in kinderen te beschrijven in aan-en afwezigheid van maternale antistoffen en om een aanbeveling te kunnen maken omtrent het aanbevolen tijdsvenster tussen opeenvolgende boosterdosissen in vrouwen om voldoende antistoffen te hebben bij een volgende bevalling. Het huidige voorstel zal bijdragen tot het verder scherpstellen van aanbevelingen omtrent maternale vaccinatie en bestaande boosteraanbevelingen in kinderen wanneer hun moeder tijdens de zwangerschap werd gevaccineerd." "Het effect van de implementatie van een CRP sneltest bij respiratoire infecties op het antibiotica voorschrijfgedrag: een mixed method studie op een wachtpost." "Sibyl Anthierens" "Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)" "ACHTERGROND: Het antibioticumgebruik in België is één van de hoogste in Europa. Respiratoire infecties zijn de belangrijkste reden om een huisartsenwachtpost te bezoeken. Antibiotica zijn dan ook één van de meest voorgeschreven medicaties in deze setting. Een C-reactief proteïne (CRP) sneltest zou huisartsen kunnen helpen bij het verminderen van het voorschrijven van antibiotica bij acute respiratoire infecties en wordt in verschillende Europese landen hiervoor reeds gebruikt. De implementatie van een CRP sneltest in een Belgische wachtpost werd nog niet eerder bestudeerd.ONDERZOEKSVRAAG: Verminderd de implementatie van de CRP sneltest het gebruik van antibiotica voor respiratoire infecties op de wachtpost en hoe ervaren huisartsen en patiënten de implementatie van deze nieuwe tool.OBJECTIEF: Deze studie heeft als doel het effect te bepalen van het implementeren van de CRP sneltest op het voorschrijven van antibiotica voor respiratoire infecties op de wachtpost en de ervaringen van huisartsen en patiënten hierbij te beschrijven.METHODE: De antibioticavoorschrijfkwaliteit van de wachtpost wordt bekeken door middel van antibiotica kwaliteitsindicatoren en vergeleken met andere wachtposten. Deze worden opgevolgd bij de implementatie en het doorlopen van PDSA (plan-do-study-act) cirkels als een kwantitatieve indicator van eventuele kwaliteitsverbetering. Gelijktijdig wordt een kwalitatieve interviewstudie met huisartsen en patiënten uitgevoerd om de ervaringen en haalbaarheid te evalueren van het implementeren van een CRP sneltest voor respiratoire infecties op de wachtpost." "Optimalisatie van een microfluidische strip en uitleestoestel door design en engineering van de diagnosesnelheid van de minimale inhibitorische concentratie (mic) van antibiotica (MIC-STRIP)." "Herman Goossens" "Productontwikkeling, Laboratorium voor Medische Microbiologie (LMM)" "De snelle beschikbaarheid van informatie betreffende bacteriële pathogenen en hun antimicrobiële resistentie is van cruciaal belang in het beheer van besmette patiënten en de controle op de ontwikkeling en verspreiding van antibioticum resistentie. MIC-STRIP is een nieuwe fenotypische methode die de uitlezing van antimicrobiële resistentie van een bacteriële infectie binnen 4 uur toelaat en aldus een snelle gepaste antibioticumbehandeling mogelijk maakt." "Een studie van de plasmodium vivax reticulocyt invasie-pathways en ligand kandidaten, met speciale aandacht voor de veelbelovende PvTRAg en PvRBP multigen families." "Universidad Peruana Cayetano Heredia, Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen (ITG), ADReM Data Lab (ADReM)" "Plasmodium vivax is een van de 5 soorten die verantwoordelijk is voor malaria in de mens, en de voornaamste oorzaak van malaria buiten Afrika. Een essentiële stap tijdens de infectie door P. vivax is de invasie van reticulocyten (jonge rode bloedcellen) door de parasiet. Deze invasie wordt mogelijk gemaakt door verschillende interacties tussen gastheer receptoren (op de reticulocyt membraan) en parasietliganden. Hoewel deze interacties zeer goed bestudeerd zijn in Plasmodium falciparum, is er maar weinig geweten (en zijn ze niet vergelijkbaar) in P. vivax, omdat een cultuursysteem voor lange termijn culturen in P. vivax ontbreekt. Nochtans is de identificatie van parasietliganden en het karakteriseren van pathways die de parasiet gebruikt om de reticulocyt te invaderen essentieel voor de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins, wat daarom de vraag is die aan de basis ligt van dit project. Om P. vivax te kunnen elimineren is een beter begrip van de invasieliganden nodig. Onze hypothese stelt dat verschillende pathways gebruikt worden door P. vivax om reticulocyten te invaderen, en dat de PvTRAg en PvRBP multigenische families belangrijke invasieliganden bevatten. Dit zal daarom de eerste studie worden die nieuw gekarakteriseerde P. vivax invasiefenotypes met transcriptoom en (epi-) genomische data zal integreren in isolaten uit het veld. Dit project zal een grote vooruitgang betekenen voor de kennis over de rol en regulatie van de PvTrag en PvRBP families tijdens P. vivax invasie en de mogelijkheid geven om nieuwe liganden te ontdekken. Kandidaatliganden zullen worden gevalideerd met ex vivo invasieassays, en zullen ons finaal helpen om de meest geschikte geneesmiddel en vaccinkandidaten te identificeren." "Een studie over het belang van AT-DNA detectie en autofagie in het voorkomen van neurologische complicaties van windpokken." "Benson Ogunjimi" "Centrum voor Gezondheidseconomisch Onderzoek en Modelleren van Infectieziekten (CHERMID), Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)" "Varicella-zoster virus (VZV) veroorzaakt windpokken in kinderen, waarna VZV latent aanwezig blijft in neurale ganglia. VZV kan encefalitis of cerebellitis veroorzaken tijdens de acute en subacute fases van windpokken. Na genezing van windpokken kan VZV reactiveren en herpes zoster veroorzaken. Daarnaast is het momenteel ook duidelijk dat VZV reactivatie kan leiden tot beroertes in kinderen. De pathofysiologie van al deze VZV complicaties in het centraal zenuwstelsel is tot op heden slechts in beperkte mate bekend. Het is onze intentie om in dit project onze kennis van twee factoren die mogelijk een genetische predispositie voor de ontwikkeling van neurologische complicaties van windpokken veroorzaken te vergroten. Onderzoek uit ons lab heeft eerder aangetoond dat mutaties in RNA polymerase III (POL III) een defect veroorzaakten in de VZV detectie (via AT-DNA ""herkenning"") in bloedcellen en vervolgens een verminderde controle van VZV proliferatie tot gevolg hadden. In dit project zullen we eerst trachten aan te tonen dat na primaire VZV infectie gliale cellen, dit zijn immuunresponsieve cellen in het centraal zenuwstelsel, VZV kunnen herkennen en vervolgens beschermende cytokines kunnen produceren. Bovendien zullen we onderzoeken of mutaties in de AT-DNA sensor POL III in kinderen met encefalitis, cerebellitis of beroerte/vasculitis door windpokken tot een afwijkende herkenning van VZV leiden, en vervolgens dan ook tot een toegenomen proliferatie van VZV in centrale neuronen leiden. We zullen dit doen door geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSC) van patiënten en controles te differentiëren naar neuronen en gliale cellen, en deze vervolgens te infecteren met VZV. Dit zal leiden tot de simultane analyse van de VZV dynamiek in neuronen en cytokine productie door gliale cellen. Zowel onze labo's als die van anderen hebben aangetoond dat autofagie, een cellulair proces dat mee verantwoordelijk is voor eiwitverwerking, mogelijk van belang is voor de VZV dynamiek in cellen aangezien inhibitie van autofagie zorgde voor verminderde VZV proliferatie. In dit project wensen we deze pathofysiologische route verder te bestuderen door op experimentele wijze autofagie te inhiberen in neuronen afkomstig van iPSC van gezonde donoren en vervolgens dan ook de VZV dynamiek te meten. Daarnaast hebben we vastgesteld dat 3/9 cerebellitis patiënten een mutatie hadden in TBC19DB, een gen dat geassocieerd is met autofagie. In een eerste exploratie zullen we a.d.h.v. monocyten van deze patiënten en controles nagaan of autofagie door deze mutatie veranderd is en of dit een invloed heeft op VZV proliferatie." "Onderzoek naar microbiële interactie netwerken van heterotrofe bacteriën in rivierwater" "Karoline Faust" "Laboratorium Moleculaire Bacteriologie (Rega Instituut)" "Rivieren representeren aquatische ecosystemen die het meest te lijden hebben van menselijke activiteiten, door de regelmatige en belangrijke blootstelling aan de massale invoer van organisch materiaal en chemisch vervuilende stoffen. Bacteriën spelen een belangrijke rol in de “zelf-reinigende” functie van rivieren door hun actie van mineralizatie van organisch materiaal en koolstof export uit de atmosfeer, verder kunnen ze een belangrijke trofische link vormen doordat ze zich in de bodem van de voedselketen bevinden. Hoewel, de tot op heden uitgevoerde onderzoeken focussen alleen op de ecologische karakterisatie van rivierwater op een bepaalde tijd t (veldstudies) of zijn gelimiteerd tot een klein aantal soorten (labstudies). In beide gevallen leiden ze niet tot een goed begrip van de intrinsieke functie van het microbioom (de rol van elke soort en hoe ze met elkaar interageren). Het doel van deze thesis is daarom om de microbiële interacties te bestuderen in een vereenvoudigd model gemeenschap (heterotrofe bacteriën uit rivierwater) en de manier waarop het netwerk zichzelf opbouwt volgens de (a)biotische parameters van de omgeving. Om dit te doen, gebruiken we een experimenteel apparaat dat ons in staat stelt om 20 bacteriële strains te incuberen in kunstmatig rivierwater. Het thesis project bestaat uit 3 fases: (i) de manier bestuderen waarop de gemeenschap zichzelf opbouwt zonder verstoringen en de topologie van de interactienetwerken bepalen, met behulp van wiskundige methodes; (ii) valideren van vooraf voorspelde interacties door het creëren van co-culturen met strain paren of het elimineren van de meest geconnecteerde strains uit de omgeving; (iii) observeren van de manier waarop de gemeenschap reageert op verstoringen van de omgeving, toegepast in een punctuele en random manier. Op het eind van het project hopen we in staat te zijn het gedrag van de gemeenschap te voorspellen aan de hand van omgevingsfactoren." "Verbeterde respiratoir syncytieel virus (rsv) vaccins op basis van glycaan modificatie van het virale fusie (f) eiwit." "Peter Delputte" "Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)" "Het doel van dit project is om huidige RSV vaccins te verbeteren, dit via modificaties van de glycanen van het RSV F eiwit die toelaten om de capaciteit van het RSV F eiwit om neutraliserende antistoffen te induceren te verbeteren. Deze aanpak is toepasbaar voor verschillende types vaccins zoals DNA vaccines, levend geattenueerde vaccins, vector vaccins… Naast efficaciteit is ook het evalueren van de veiligheid, met nadruk op vaccingeïnduceerde ziekte en mucus inductie, een belangrijk aspect." "Data-gebaseerde opvolging van herstel na uiergezondheidsproblemen bij melkvee" "Ben Aernouts" "Elektrotechnische Industriële Ingenieurstechnieken (ESAT), Campus Geel, Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren, Bioengineeringtechnologie, Campus Geel" "Uiergezondheidsproblemen zijn nog steeds de meest voorkomende aandoeningen bij melkkoeien. Voor de vroegtijdige detectie van uierontstekingen of mastitis worden, naast melkproductiegegevens, tal van melkkwaliteits- en diergezondheidsparameters automatisch geregistreerd. Echter, de verdere opvolging van de uiergezondheid en –herstel tijdens en na mastitis is nog steeds een uitdaging. De huidige monitoringsalgoritmes falen wegens gebrek aan kennis over de relatie tussen het herstelproces en de opgemeten parameters.In het Landbouwtraject “Een betere uiergezondheid door monitoren van herstel bij mastitis” bundelen de “Livestock Technology” onderzoeksgroep van KU Leuven, de uiergezondheidsexperts van M-team UGent en het proefbedrijf voor de melkveehouderij “Hooibeekhoeve” hun expertise. Het consortium zal een model ontwikkelen dat op basis van frequent opgemeten melk- en diergegevens, en met kennis over de fysio(patho)logie van mastitis, een objectieve inschatting maken van de huidige uiergezondheid op individueel dierniveau. Naast de voor-de-hand-liggende parameters zullen ook zeer innovatieve sensormetingen geïmplementeerd worden. Het gebruik van multivariate mathematische technieken zal een rode draad vormen doorheen dit onderzoek. Aan het einde van dit 4-jarig project zal praktijkimplementatie van de projectresultaten leiden tot positieve economische gevolgen voor de melkveehouders door minder melkverliezen en een efficiënter gebruik van arbeid en geneesmiddelen, een verhoogd dierenwelzijn en een breder maatschappelijk draagvlak voor duurzame melkveehouderij." "Computationeel onderzoek naar het katalytisch mechanisme van Staphylococcus aureus transglycosylase: design en chemische synthese van nieuwe inhibitoren." "Hans De Winter" "Medicinale chemie (UAMC)" "Geneesmiddelen-resistentie van bacteriën ten opzichte van de huidige antibiotica is een toenemend probleem dat ernstige gevolgen kan hebben indien er geen nieuwe oplossingen naar voor worden geschoven. De meeste penicilline antibiotica werken in op de celwand van de pathogenen via inhibitie van het transpeptidase eiwit dat mede instaat voor de synthese van de essentiële glycaan ketens in de celwand. Een alternatief eiwit dat eveneens essentieel is bij de synthese van dit glycaan is het transglycosylase enzyme. Dit eiwit is verantwoordelijk voor de polymerisatie van de suikerketens die het skelet van de glycaanstruktuur uitmaken. Op dit moment zijn er nog geen geneesmiddelen beschikbaar die een werkingsmechanisme hebben dat gebaseerd is op inhibitie van dit eiwit, maar inhibitie van het enzyme leidt tot inhibitie van de bacteriële groei. Het voorgestelde project gaat aan de hand van uitgebreide computersimulaties het werkingsmechanisme van dit transglycosylase eiwit bestuderen. Op basis van de resultaten van deze moleculaire dynamica studies zullen chemische voorstellen geformuleerd worden voor de synthese van nieuwe inhibitoren van het eiwit. De synthese zal plaatsvinden in een collaboratie met de Katholieke Universiteit van Leuven. De gesynthetiseerde stoffen zullen op hun antibacteriële eigenschappen getest worden in een collaboratie met de Universiteit van Luik." "Mazeleneliminatie in Zuid-Afrika: de rol van individueel gedrag en ethische overwegingen in de beslissing rond immunisatie." "Lander Willem" "Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)" "Door de lage incidentie van infectieziekten waartegen kan worden gevaccineerd en toenemende zorgen over bijwerkingen, gaan steeds meer mensen vaccinaties uitstellen of weigeren. Dit bedreigt de hoge immunisatiegraad, na jaren van preventie, die op populatieniveau belangrijk is om risicogroepen te beschermen die niet kunnen ingeënt worden omwille van leeftijd of medische redenen (bijv. zeer jonge kinderen of personen met een immunodeficiëntie). De mogelijkheden om infectieziekten te bestrijden en/of te voorkomen zijn afhankelijk van dynamische omgevingsfactoren. Mathematische modellen, of simulaties, vormen een krachtig instrument om, op korte termijn met een beperkt budget en zonder ethische hindernissen, interventies in de gezondheidszorg te evalueren en optimaliseren.Mazelen zijn zeer besmettelijk waardoor 90-95% van de bevolking dient te worden gevaccineerd om groepsimmuniteit te verkrijgen. Volgens de WGO is de vaccinatiegraad tegen mazelen in Zuid-Afrika lager dan 80% en zijn er jaarlijks diverse uitbraken. Daarnaast wordt het land geconfronteerd met de ernstigste HIV-epidemie ter wereld wat leidt tot complicaties en hogere sterfte door mazelen bij kinderen die HIV positief zijn. In dit project zullen we het beslissingsproces rond immunisatie in Zuid Afrika onderzoeken en kwantificeren d.m.v. een enquête waarin we deelnemers vragen om te kiezen tussen concurrerende profielen. Ons doel is om de drijvende factoren in de besluitvorming rond immunisatie te identificeren om nadien maatregelen voor preventie en controle te informeren en optimaliseren. Met behulp van ons open-source, individu-gebaseerd model ""Stride"" zullen we trachten om mazelenuitbraken in Zuid Afrika te reproduceren en d.m.v. scenarioanalyse verschillende hypothesen rond vaccinatiegedrag te vergelijken."