Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Een sociaal-coöperatief monitoring instrument voor de ontwikkeling van inclusieve publieke ruimtes." "Paolo S H Favero" "Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)" "Het project verkent inclusieve planning en design, specifiek gerelateerd aan de noden die mensen met een beperking hebben als gebruikers van stedelijke ruimtes. Dit project stelt in vraag hoe steeds complexere steden optimaal gepland, ontworpen en bestuurd kunnen worden, zodat gerechtigheid, gelijkheid, inclusiviteit en duurzame groei gewaarborgd kunnen worden. We proberen hoofdzakelijk te achterhalen hoe steden een samenwerking kunnen bewerkstelligen tussen gebruikers en designers van de publieke ruimte. Hiervoor maken we gebruik van participatieve en collaboratieve digitale onderzoeksinstrumenten. Dit onderzoek is niet kwantitatief gericht, en focus zich niet op 'big data' die voornamelijk inzicht verschaffen in wat er gebeurt. We concentreren ons veeleer op kwalitatieve onderzoeksmethodes om het hoe en het waarom te begrijpen. Daartoe stellen we een verkennend, vierdimensionaal model op met een a) mens-gericht, b)speciaal, c)technologisch, en d)relationeel niveau. Dit vierdimensionaal model dient als een kader om kwalitatief onderzoek uit te voeren in de stedelijke praktijk. In de eerste fase zullen we specifieke samenlevings-gerelateerde uitdagingen en vragen definiëren. In een tweede fase worden deze resultaten dieper onderzocht door een combinatie van methodologische benaderingen. We stellen een combined methodological approach (CMA) voor, op basis van experimentatie met behulp van van diverse technologieën, instrumenten en technieken die we eerder toepasten in vier casussen in Maribor en Ljubljana (Slovenië). De CMA biedt een breed gamma aan complementaire en overlappende technieken en instrumenten, doordat het is gebaseerd op 'slow', 'small' en 'deep data'- georiënteerde etnografie, en wordt verder uitgebreid met 'behavioral mapping' en 'post-occupancy'-evaluaties. Dit heeft als doel om belanghebbenden inzicht te verschaffen in het begrijpen van mensen, ruimtes, technologie en hun onderlinge relaties, zodat informatieve beslissingen en gepaste responsieve maatregelen genomen kunnen worden." "Architect 2.0 – Herijking van het Belgisch juridisch raamwerk voor architecten." "Overheid en Recht, Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling" "De actuele context van het beroep van architect is onderhevig aan belangrijke veranderingen onder invloed van diverse ontwikkelingen. Eigentijdse ontwerp- en bouwprojecten zijn namelijk steeds vaker het resultaat van interdisciplinaire samenwerking. De projecten hebben als doel om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen aan te reiken voor zogenaamde ""wicked problems"", zoals klimaatverandering, mobiliteit, volksgezondheid en vergrijzing. Deze complexe vraagstukken vragen oplossingen die steunen op inbreng uit verschillende disciplines. Een goed aansluitend voorbeeld van een interdisciplinair project is het Nederlandse ""2nd Skin"" project. Dit project beoogt de energie-efficiëntie van bestaande structuren te verhogen met behulp van modulaire gevelelementen, die als het ware een tweede ""huid"" aanbrengen rond een gebouw. Deze technologie ontstond uit een nauwe samenwerking tussen ingenieurs, architecten, huisvestingsmaatschappijen, vastgoedontwikkelaars en klimatologen.In België wordt de verhouding tussen bouwheer, aannemer en architect benoemd als de ""bouwdriehoek"", waarbij de architect een leidende rol opneemt. Nu blijkt dat eigentijdse ontwerp- en bouwprojecten meer en meer stoelen op een samenwerking tussen partners met verschillende expertise en belangen, zou de traditionele driehoeksverhouding langzaam maar zeker naar een soort ""expertisenetwerk"" kunnen evolueren. Hoewel de architect hierin ook een fundamentele rol blijft spelen, heeft deze ""nieuwe realiteit"" een belangrijke impact op zijn/haar professionaliteit. Een aantal substantiële aspecten van het wettelijk kader van het beroep van architect sluit evenwel niet aan bij die nieuwe realiteit; bovendien werd dit nog niet systematisch onderzocht. Recent werd in België een academisch debat geopend over de ""architect in de 21e eeuw"", naar aanleiding van een beperkte revisie van het wettelijk kader van het beroep. Deze aanzet vormt meteen een uitgelezen moment om de nieuwe bouwrealiteit mee te nemen in de evaluatie van het Belgisch wettelijk kader. Daarom beoogt dit project een systematische analyse van de gewijzigde rol van de architect (Architect 2.0) en een fundamentele herijking van het wettelijk kader waarin de architect opereert. We zetten daartoe een rechtsvergelijkend onderzoek op (met betrekking tot België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) in combinatie met kwalitatief empirisch onderzoek. Op basis van deze resultaten wordt vervolgens onderzocht en beoordeeld of het aangewezen is aanbevelingen te formuleren tot wijziging van het wettelijk kader en/of ""best practices"", die interdisciplinaire samenwerking in eigentijdse ontwerp- en bouwprocessen faciliteren." "Denken voorbij de cirkels in TODs.Transit Oriented Development in vernetwerkte ruraal-urbane plaatsen." "Greet De Block" "Transport en ruimtelijke economie, Centrum voor Stadsgeschiedenis!" "Transit-oriented development (TOD) is toonaangevend in hedendaags ruimtelijk beleid in Europa en Noord-Amerika. Als model integreert het transport en ruimtelijke planning door publiek transport als ruggengraat voor stedelijke ontwikkeling te conceptualiseren, met voornaamste doel verspreide verstedelijking tegen te gaan zonder de mobiele samenleving aan banden te leggen. Niettegenstaande de gerichtheid op een ruraal-urbane hybride context en mobiliteit, zijn TOD-onderzoek en praktijk gebaseerd op een normatieve benadering die urbane van rurale kwaliteiten scheidt en statische radiaal-concentrische modellen verkiest boven dynamische netwerk-verstedelijkingsrelaties. Bijgevolg is de huidige TOD-analyse en planning gelimiteerd tot een radius rond een station die wordt opgevuld met compacte stedelijke typologieën en homogenen dichtheden. Dit normatief kader leidt tot problematische, a-contextuele analyses van, en interventies in, relaties tussen ruraal-urbane plaatsen en mobiliteit.Denken voorbij de cirkels in TOD zal bijdragen tot een duurzame planning in vernetwerkte ruraal-urbane plaatsen door een analytisch kader te ontwikkelen dat focust op dynamische relaties in plaats van statische modelering alsook door kennis voort te brengen over ruraal-urbane plaatsen, geschikt om aan de slag te gaan met deze plekken. Meer specifiek zal het onderzoek interacties bestuderen tussen ontwikkelingen in het spoorwegnetwerk, pendel en ruraal-urbane verstedelijkingsprocessen in historisch perspectief. Het onderzoeksproject zal een lange termijn analyse uitvoeren op één van de meest hybride regio's in Europa – Vlaanderen – om kennis op te bouwen over heterogene en dynamische netwerk-verstedelijkingsrelaties, die een realiteit blootlegt die veel complexer is dan cirkels met homogene dichtheid en radiale groeimodellen. Door de relaties tussen spoor, pendel en verstedelijking te reconstrueren – aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve methoden uit transportgeografie, planning, en stadsgeschiedenis – zal het project nieuwe wegen openen voor dynamische, plaats-specifieke planning voorbij huidige cirkels in TOD." "Food justice en participatief bestuur binnen stadslandbouw. Een beoordeling van het co-creatief ontwerpen van multi-stakeholder bestuursprocessen." "Ingrid Moons" "Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC), Marketing" "Food justice en participatief bestuur binnen stadslandbouw. Een beoordeling van het co-creatief ontwerpen van multi-stakeholder bestuursprocessen. Voedsel is lange tijd afwezig geweest in stedelijk onderzoek. Dit onderzoek benadert voedsel als een stedelijk vraagstuk en focust op participatief bestuur binnen stadslandbouwprojecten en de mogelijke rol ervan in het eerlijker omgaan met voeding. Stadslandbouw wint aan terrein en vormt een uitdaging voor top-down en bottom-up ruimtelijke planningsystemen. Dit onderzoek wil ons inzicht verbeteren in de wijze waarop multi-stakeholder bestuursmodellen kunnen worden vormgegeven met als doel de bijdrage van stadslandbouw aan een eerlijk voedingsbeleid te verbeteren. Het voorgestelde onderzoek bestaat uit drie delen. Het onderzoek start met een beoordeling van state of the art literatuur uit sociale wetenschappen (sociologie en politieke wetenschappen), economische wetenschappen (marketing, menselijk gedrag) en ontwerpwetenschappen (service design, design voor complexe systemen). Alle beïnvloedende parameters worden in kaart gebracht wat resulteert in een digitaal mapping systeem. Het tweede onderzoekgedeelte begint met het in kaart brengen van alle stadslandbouwinitiatieven in Vlaanderen op basis van verschillende variabelen uit de eerste studie.Vervolgens wordt een semi-kwalitatief onderzoek (n=50) opgezet om bestaande Vlaamse stedelijke landbouwinitiatieven op hun succesfactoren en belemmering te evalueren (bv. betrokkenheid van actoren, bijdrage aan eerlijke voedselverdeling, opnemen van beschikbare ruimten,..). Het doel is om inzicht te krijgen in de manier waarop stedelingen en andere stakeholders stadslandbouwprojecten beheren en met welke mechanismen van in- en uitsluitingen ze worden geconfronteerd. Het derde onderzoeksluik is een co-creatief ontwerpproces bestaande uit zeven stappen (alternaties van workshops, veldonderzoek, conceptontwikkeling en concepttesting) dat inzet op het vormgeven aan het beleid en de uitwerking van drie stedelijke landbouwinitiatieven. Het doel is middels een participatieve onderzoeksmethodiek inzicht te krijgen in de complexe dynamiek van bestuursprocessen door co-creatief (gebaseerd op gezamelijke probleemstelling, doelstelling en waardecreatie) interventies op te zetten en te leren van de effecten. De drie studies resulteren in een algemeen raport met aanbevelingen die de bestaande wetenschappelijke literatuur verrijken. In dit kader worden een 4-tal wetenschappelijke publicaties beoogt. Gezien de aard van het onderzoek zullen de resultaat ook gevalideerd en verspreid worden bij een ruimer niet-wetenschappelijk publiek." "AirTech'byDesign: Technologie en Stadsontwerp samen in de strijd tegen luchtvervuiling in smalle straten." "Maarten Van Acker" "Intelligentie in processen, geavanceerde katalysatoren en solventen (iPRACS), Biochemische Afvalwater Valorisatie & Zuivering (BioWaVE), Duurzame Energie- en Lucht- en Watertechnologie (DuEL), Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling" "De slechte luchtkwaliteit in onze steden staat momenteel centraal in het publieke debat rond gezonde leefomgeving en vormt het speerpunt van innovatieve stedenbouw en mobiliteitsbeleid. Vooral de zogenaamde 'street canyons' vormen de meest problematische verkeersaders van onze steden: het zijn smalle binnenstedelijke wegen die aan beide zijden geflankeerd worden door een ononderbroken rij (hoge) gebouwen. In deze straatprofielen ligt de luchtkwaliteit vaak onder de Europese normen en die van de Wereldgezondheidsorganisatie. Zowel stedenbouwkundig ontwerp als technologische oplossingen, zoals fotokatalysatoren, hebben bewezen een krachtig instrument te vormen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en de algemene gezondheid van de bewoners. Dit onderzoek beperkt zich echter vaak tot een enkel domein, sector of discipline (biotechniek of stedenbouw) en is vaak beperkt tot de analyse van de impact van een enkele parameter op de luchtkwaliteit. Ten tweede richten de meest bekende maatregelen zich op het verminderen van de uitstoot van verontreinigende stoffen en bevinden ze zich op een hoger plannings- en beleidsniveau. Op lokaal schaalniveau van verkeersintensieve locaties en deze street cayons ontbreekt systematisch onderzoek naar de mogelijke bijdrage van stadsontwerp en technologische interventies om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bovendien is een groep minder bekende verontreinigende stoffen, de zogenaamde vluchtige organische koolstof (VOC), minder gevoelig voor verkeersregels. De behandeling van wegbestrating, wanden en gevels met een fotokatalysator heeft bewezen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. In street canyons zijn de luchtstroomsnelheden echter vaak te laag voor een optimale prestatie van deze fotokatalysatoren. Wijzigingen in het stedenbouwkundig ontwerp (die de luchtcirculatie en de integratie van UV-verlichting verbeteren) kunnen de VOC-emissie in street canyons in de stad verminderen met een minimale milieubelasting. Kortom, wat luchtkwaliteit in street canyons betreft, bestaat er een fundamenteel disciplinair schisma tussen milieu- en stedenbouwkundige ontwerpwetenschappen. Om te kunnen omgaan met de ruimtelijke verdeling van luchtverontreiniging en de hoge drempel om technologische innovatie te introduceren in stadsplanning, wil dit onderzoeksproject milieu- en ontwerpwetenschappen combineren. Daarom besloten de Onderzoeksgroep voor Stedelijke Ontwikkeling (Ontwerpwetenschappen), DuEL en BioGEM (Ingenieurswetenschappen) om samen deze urgente uitdaging aan te pakken. De wetenschappelijke uitdaging die in dit project wordt aangegrepen, is drieledig: (1) Inzicht verwerven in de ruimtelijke en moleculaire verspreiding van VOC in de stedelijke omgeving, met de nadruk op street canyons, (2) Maximaliseren van het effect van ruimtelijke interventies door en fotokatalytische reductietechnieken om de luchtkwaliteit van street canyons te verbeteren; (3) Formuleren van richtlijnen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in street canyons op basis van LCA-metrieken en extrapoleren van de methodologie naar toekomstige technologische verbeteringen. Samen bieden deze uitdagingen een kans om de gezondheidsproblemen onze stedelijke street canyons te verbeteren. Verdeeld over vier werkpakketten en vier jaar, vraagt ​​deze multidisciplinaire aanpak van deze uitdaging om een ​​combinatie van methodologieën, gaande van literatuuronderzoek tot onderzoek door ontwerp, over modellering en casestudy-onderzoek. De Turnhoutsebaan in Antwerpen wordt geselecteerd als casestudy en is representatief voor typische Vlaamse street canyons op het niveau van ruimtelijke structurerende kenmerken (lengte, hoogte-breedteverhouding), verkeersdichtheid, aangetoonde hoge luchtvervuilingsniveaus en de beschikbaarheid (of afwezigheid) van groene infrastructuur." "Healthy corridors as drivers of social housing neighbourhoods for the co-creation of social, environmental and marketable NBS (URBiNAT)." "Nathalie Vallet, Uta Pottgiesser" "Universidade de Coimbra, Universidade do Porto, Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS Paris), Henry van de Velde" "Keen Nederlands URBiNAT focuses on the regeneration and integration of deprived social housing urban developments through an innovative and inclusive catalogue of Nature-Based Solutions (NBS) ensuring sustainability and mobilising driving forces for social cohesion. Interventions will be focused on the public space to co-create with citizens new urban, social and nature-based relations within and between different neighbourhoods." "De Architect en het Recht in een Context van Collaboratief Design." "Stéphanie De Somer" "Overheid en Recht" "De architect van vandaag ontwerpt niet langer in isolement. Hij werkt en staat in contact met diverse andere professionele actoren, zoals experten op het vlak van mobiliteit, sociologie en ingenieurswetenschappen. Zijn rekenschapsplicht strekt zich uit tot ver buiten de relatie met zijn cliënt; de architect draagt ook een verantwoordingsplicht ten aanzien de overheden betrokken in het ruimtelijkeordeningsbeleid en ten aanzien van de gebruikers van de publieke ruimte (burgers). In een eerste stap wil dit project deze ontwikkelingen in kaart brengen. Het steunt daarvoor op een nauwe samenwerking met collega's van de Faculteit Ontwerpwetenschappen. Vervolgens wordt de verander(en)de professionele context waarin architecten opereren in verband gebracht met het juridische kader dat bepalend is voor de juridische positie van de architect in België. Het project focust daarbij op het recht van de ruimtelijke ordening, het bouwrecht sensu stricto en het intellectueel eigendomsrecht. Voor elk van die domeinen, rijst de vraag of en in welke mate het recht achterop hinkt. Ten slotte rijst de vraag, voor die gevallen waarin het recht er nog niet in slaagt om in te spelen op de actuele uitdagingen, hoe het recht zou kunnen / moeten evolueren? Met het oog op het identificeren van oplossingen en aanbevelingen, kijken we naar het buitenlandse recht door middel van rechtsvergelijkend onderzoek." "Operationalisering en toepassing van een geïntegreerde aanpak voor bovenlokale ruimtelijke programmaopgaves." "Marleen Goethals" "Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling" "Bovenlokale samenwerking wordt steeds crucialer voor een goede ruimtelijke ordening. Vooral met de ontwikkeling van de netwerksamenleving vinden veel ruimtelijke ontwikkelingen dwars door verschillende bestuurlijke grenzen en ogenschijnlijk zelfs footloose plaats (Castells 1996-1998, Teisman 2000, Boelens 2001, 2005, Modder 2012). Het lokale en soms zelfs regionale en nationale bestuursniveau zijn daardoor niet altijd meer toereikend om bepaalde ruimtelijke vraagstukken te adresseren. Omdat een groot aantal ruimtelijke uitdagingen een bovenlokale dimensie heeft wil het Departement Omgeving bovenlokale samenwerking in een regio te bevorderen, op basis van een goede en duurzame visie en een effectief ruimtelijk ontwikkelingsprogramma. De aanpak voorgesteld door bet onderzoeksteam rond AMRP van Universiteit Gent en Marleen Goethals UAntwerpen vertrekt vanuit een actor-relationele benadering. Deze benadering is gestoeld op uitgebreide internationale vergelijkingen met regiovorming en praktijktesten (Boelens 2009) en is een manier waarmee regiovorming tot stand kan komen met in achtneming van de dynamiek, contextuele en situationele condities en het brede perspectief waarbij naast overheden ook het bedrijfsleven en burgers/burgerbewegingen betrokken zijn." "Analyse van (buitenlandse) voorbeelden van infrastructuurprojecten gekoppeld aan gebiedsontwikkeling." "Maarten Van Acker" "Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling" "In het kader van de verkenningsfase van het complex project Noordzuidverbinding Limburg worden 'vergelijkbare' best practices van infrastructuurontwerp bestudeerd in het binnen – en buitenland met een vergelijkbare problematiek en reikwijdte (vb. nieuwe infrastructuur in een min of meer verstedelijkte omgeving), die ondertussen volledig of toch ten minste gedeeltelijk gerealiseerd zijn." "Woonwensen en wooncultuur in Vlaanderen." "Els De Vos" "Henry van de Velde" "In dit project wordt de betekenis van het wonen geëxploreerd aan de hand van de aspecten locatiekeuze, woninggrootte en woningtypologie. Welke woningtypologieën zijn geschikt voor het wonen in de toekomst? Hoe kan de woning ontwikkelen onder invloed van bepaalde technologische ontwikkelingen en evoluties op gebied van mobiliteit? Welke woningtypologieën verkiezen de Vlamingen zelf?"