Naam Activiteit "Afdeling Biomechanica" "Het onderzoek binnen de afdeling Biomechanica spitst zich toe op 3 domeinen van de biomechanica: Fundamenteel botonderzoek; Mechanische analyse en numerieke simulatie binnen de orthopedie en tandheelkunde; Revalidatie technologie." "Anatomisch Onderzoek en Klinische Studies" "Steven Provyn" "De onderzoeksgroep ARCS (anatomical research and clinical studies), is opgericht om een antwoord, door middel van de anatomie, te bieden aan vele vragen afkomstig van clinici. Daarom bestaan er verschillende onderwerpen/onderzoekslijnen binnen ARCS (obesitas, medische beeldvorming, Lymfologie, neurologie, morfologie, anatomische varianten/anomalieën,...). Bijna alle onderzoek binnen de eenheid is gebaseerd op de anatomie (dissecties/interventies). De onderzoekslijn over obesitas is een uitzondering en is voornamelijk gericht op het effect op de lichaamssamenstelling van extreem gewichtsverlies, alsmede veranderingen in de morfologie, neurologie en biomechanica. De onderzoekslijn met medische beeldvorming is complementair aan het anatomisch onderzoek. In samenwerking met de dienst radiologie van het universitair ziekenhuis, zijn vele technieken/meetapparatuur gevalideerd met directe metingen (dissectie)." "Basis (bio)-medische wetenschappen" "Fundamenteel en toegepast biomedisch onderzoek en hoger onderwijs op het gebied van biomedische wetenschappen." "Experimentele Anatomie" """De afdeling Experimentele anatomie doet fundamenteel onderzoek naar topografische, functionele en klinische anatomie, gepolariseerd rond het menselijk lichaam en zijn samenstelling. Beide dissecties (een gedetailleerde studie van het interieur van het menselijk lichaam) en plastine studies (gemaakt van bereid delen van het menselijk lichaam) zijn elementen van studenten hun contact met de anatomie. De onderzoeksresultaten (anatomische variaties en gedetailleerd in kaart brengen van experimenten) zorgen voor een actualisering in functie van deze vorm van onderwijs, met variabele accenten in de klinische anatomie en anatomie in vivo. Bovendien zijn toepassingen aangaande revalidatie wetenschappen, sport wetenschappen (prestatie-analyse en de analyse van het menselijk motorisch gedrag) en ergonomie (simulatie van voorwaarden en taak-analyse) domeinen die zijn onderzocht op een continue basis. Het gebruik van electromyography, het capteren van de spieractiviteit door middel van oppervlakte elektroden, is een middel om aanpak en studie van de toegepaste biomechanica. EXAN is ook de thuishaven van de GGS Manuele Therapie, arthrokinematics, isokinetics, lichaamssamenstelling, ...""" Immunologie "Didier Ebo" "Het fundamenteel onderzoek van de onderzoeksgroep immunologie situeert zich heden vooral binnen het facultaire speerpunt rond inflammatie. De focus ligt hierbij vooral op de studie van activatie en inhibitiemechnismen van basofielen en mastcellen en wordt ondersteunt door 2 Fundamentele Klinische Mandaten. Aan de hand van functionele flowcytometrie wordt nagegaan hoe basofielen en gekweekte humane mastcellen reageren op tal van stimulie en hoe we die activatie kunnen beïnvloeden. Klinische entiteiten die daarbij bestudeerd worden zijn allergieën (geneesmiddelen, voedsel), mastocytose en reumatoïde artritis. Met betrekkeng tot de pathomechanismen van voedselallergie werd recent gestart met een studie betreffende pinda-allergie uitgevoerd door een FWO-aspirant Het translationele en klinische onderzoek heeft een disciplinespecifiek karakter maar kent toch aanzienlijke raakvlakken. Binnen de allergologie en kinderallergologie ligt de focus op de optimalisatie van in vitro en in vivo diagnostiek van complexe allergieën en het bestuderen van het effect van allergeenspecifieke immunotherapie. Het betreft vooral onderzoek betreffende geneesmiddelen- en voedselallergie en allergie ten opzichte van cannabis sativa (IWT, DOCPRO, Horizon 2020). Het allergiegericht onderzoek kent een nauwe samenwerking met dermatologie. Betreffende auto-inflammatoire aandoeningen loopt er onderzoek naar FMF (IWT). Het onderzoek binnen de reumatologie spits zich vooral toe op het effect van biologicals op diverse immuuncompetente cellen. Zowel het fundamenteel als translationeel/klinisch onderzoek heeft kent in België een vrij unieke positie en wordt internationaal gewaardeerd." "Medische Genetica (MEDGEN)" "Er zijn verschillende onderzoekslijnen waarvan de voornaamste zich toespitsen op de ontwikkeling van erfelijke bottumoren (osteochondromen), onderzoek naar het Adams-Oliver syndroom en de ontwikkeling van moleculair diagnostische testen voor humane erfelijke aandoeningen. 1) Onderzoek naar de ontwikkeling van erfelijke bottumoren (multipele osteochondromen. Osteochondromen zijn de meest frequente erfelijke bottumoren bij kinderen. Multipele osteochondromen (MO) is een autosomaal dominante aandoening die gekarakteriseerd wordt door de aanwezigheid van meerdere osteochondromen en wordt veroorzaakt door mutaties in de tumor suppressor genen EXT1 en EXT2. Deze onderzoekslijn spitst zich toe op de klinische en moleculaire aspecten van MO waarbij onderzoek verricht wordt naar de pathways waarin de EXT genen betrokken zijn. 2) Identificatie van genen verantwoordelijk voor het Adams-Oliver syndroom. Adams-Oliver syndroom is een erfelijke aandoening die wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van afwijkingen aan de ledematen, hoofdhuid (aplasia cutis) en schedel. Zowel autosomaal dominante als recessieve vormen zijn beschreven maar tot op heden is de genetische oorzaak nog niet gekend. Dit project heeft als doel genen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor deze aandoening. 3) Ontwikkeling van moleculair diagnostische testen De humane genetica is een snel evoluerend onderzoeksdomein waar continue nieuwe ziektegenen worden geïdentificeerd en nieuwe technologieën hun intrede doen. Binnen deze onderzoekslijn worden nieuwe protocollen ontwikkeld en gevalideerd om toegepast te kunnen worden in de diagnostische moleculaire laboratoria." "Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)" "Het algemene doel van het onderzoek is om genen die relevant zijn voor twee multifactoriële ziektebeelden, osteoporose en obesitas, te identificeren op nieuwe inzichten te krijgen in de pathogenese van deze aandoeningen en nieuwe mogelijke therapeutische toepassingen te ontwikkelen. Daartoe zijn de specifieke doelstellingen van ons werk: - identificatie van genen voor monogene aandoeningen met een abnormale botdichtheid - identificatie van genen betrokken bij rat modellen met een verhoogde botmassa - functionele karakterisatie van genen die worden geïdentificeerd in deze projecten - evaluatie van de invloed van de natuurlijke varianten binnen deze genen op bot minerale dichtheid in de algemene bevolking - identificatie van de causale mutaties in kandidaatgenen voor morbide obesitas bij kinderen - evaluatie van de invloed van natuurlijke varianten binnen kandidaatgenen voor obesitas en hun rol in de pathogenese van deze aandoening - DNA microarray analyse om kleine chromosomale herrangschikkingen in syndromale gevallen van morbide obesitas te identificeren. - Identificatie van nieuwe causale genen voor abnormale bot mineraal dichtheid en morbide obesitas door Next Generation Sequencing Zowel het osteoporose- als het obesitasproject hebben een gelijkaardig doel, namelijk de identificatie van de genetische factoren die aan de pathogenese van beide multifactoriële aandoeningen bijdragen. De strategieën omvatten het analyseren van grote families, de studie van dierlijke modellen en het gebruik van grote willekeurige cohorten. Bovendien verhogen recente technologieën (DNA micro-arrays, Next Generation Sequencing) de kans om van nieuwe genen te ontdekken. In een laatste stap worden de geïdentificeerde genen en varianten bestudeerd op het functionele niveau om hun rol in de pathogenese van de ziekten te begrijpen en hun mogelijke therapeutische toepassingen te achterhalen." "Menselijke moleculaire genetica" "De belangrijkste onderzoeksinteresse van de onderzoeksgroep ligt op het vlak van sensorische genetica. Er worden verschillende soorten sensorische aandoeningen bestudeerd, maar de nadruk ligt op niet syndromaal gehoorverlies en otosclerose. Grote families worden verzameld in Belgie en Nederland, maar ook in landen met vele consanguine huwelijken zoals Iran. Deze stambomen worden geanalyseerd via genetische koppelingsanalyse. Vervolgens worden de betrokken genen geïdentificeerd via positionele klonering. Het laboratorium is erin geslaagd om een groot aantal genen te lokaliseren, en een aantal ervan te identificeren. Ook complexe vormen van slechthorendheid worden geanalyseerd, waaronder ouderdomsslechthorendheid, geluid geïnduceerde slechthorendheid, en otosclerose. Het laboratorium heeft een grote expertise opgebouwd op dit vlak, en heeft een grote verzameling van patiënten en families verzameld. Het lab was dan ook het eerste om genen te identificeren die geassocieerd zijn met deze drie complexe aandoeningen. Enkele van de betrokken genen worden ook functioneel bestudeerd, en er worden muismodellen gemaakt voor verdere analyse. Eén gen wordt in groot detail onderzocht: DFNA5. Dit gen is verantwoordelijk voor autosomaal dominant gehoorverlies, maar het is eveneens een belangrijk tumor suppressor gen, dat geïnactiveerd is bij verschillende frequente vormen van kanker." "Onderzoeksgroep Urgentie- en Rampengeneeskunde" "Ives Hubloue" "De oprichting en erkenning in februari 2011 van de nieuwe onderzoeksgroep [Onderzoeksgroep Urgentie- en Rampengeneeskunde (URGE) - Research Group on Emergency and Disaster Medicine (ReGEDiM)] vindt zijn oorsprong in de geaccrediteerde master na masteropleidingen in de Urgentiegeneeskunde en in de Rampengeneeskunde [European Master in Disaster Medicine - EMDM]. Beide opleidingen kunnen aan de Vrije Universiteit Brussel gevolgd worden en werden in 2012 opnieuw gevisiteerd. Samen met de andere Vlaamse universiteiten en de beroepsvereniging wordt een onderwijsprogramma in de Urgentiegeneeskunde aangeboden (Vlaamse Academie voor Urgentiegeneekunde). De master na master in de Rampengeneeskunde wordt reeds gedurende 10 jaar georganiseerd binnen een internationaal interuniversitair kader. Op vlak van onderzoek was de vorige (niet-officiële) onderzoeksgroep Rampengeneeskunde promotor en coördinator van een Leonardo da Vinci project van de Europese Gemeenschap samen met andere onderzoekscentra [I SEE : Interactive Simulation Exercise for Emergencies EU 203, 1.10.2004-30.09.2007]. Het I SEE project werd door de Europese Commissie als ""best practice project"" binnen het Leonardo da Vinci programma 2000-2006. Teneinde deze internationale onderzoeksactiviteit verder te kunnen uitbouwen werd samen met andere Europese partners [Universita dei Piemonte Orientale, Hôpitaux Universitaires de Genève, Université de Genève, Schweizerische Akademie für Militär und Katastrophenmedizin] de EMDM Academy opgericht in 2008. Ook in het domein van de Urgentiegeneeskunde zijn er verschillende projecten lopend waarbij samenwerking bestaat met andere onderzoeksgroepen, de industrie en overheidsdiensten. De oprichting in 2011 van URGE [ReGEDiM] was absoluut noodzakelijk om de sleutelrol die de VUB speelt in het onderwijs- maar zeker in het onderzoeksgebied van de Urgentie- en Rampengeneeskunde te consolideren en verder te ontwikkelen zowel op nationaal als internationaal vlak. Het aanbieden van een sterk onderwijsprogramma kan alleen maar als in dezelfde vakgebieden een gestructureerde en kwaliteitsvolle onderzoeksactiviteit aanwezig is." "Onderzoeksgroep Wervelkolom" "SPIR of de 'Spine Research Group' heeft tot doel om het wervelkolomonderzoek binnen de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie te bundelen en van daaruit te proberen om groter opgezete wetenschappelijke projecten te ontwikkelen. Het onderzoek omvat zowel fundamenteel als functioneel toegepaste aspecten, gaande van de studie van anatomische variaties van de wervels over preventie van klachten en de ontwikkeling van interventieprogramma's tot en met de kinesitherapeutische behandeling van wervelkolom gerelateerde problemen."