< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Wegwijzers naar bijzondere noden. Over kwaliteit van zorg en communicatie

Boek - Boek

Gezondheidszorg speelt zich steeds af in een samenwerkingsverband tussen mensen. Hoe technisch een interventie ook is, het gaat telkens om een gebeuren dat zijn consequenties heeft in het leven van een persoon. De mate van tevredenheid over de relatie met zorgverleners wordt bepaald door hoe patiënten zich door hen begrepen voelen en door de wijze waarop de communicatie verloopt. Uit onderzoek is gebleken dat patiënten die zich ontevreden voelen over de relatie minder geneigd zijn adviezen op te volgen en ze twijfelen aan de competentie van de zorgverstrekker. Dat beïnvloedt het genezingsproces negatief. Het doet het aantal klachten over zogenaamde medische fouten toenemen. Dit boek is het derde deel van een vierdelige reeks over patiëntgerichte zorg en communicatie. De basisopvatting die aan deze reeks ten grondslag ligt is dat duidelijke richtingwijzers voor het voeren van een adequate communicatie met de patiënt even essentieel zijn als het beschikken over zorgvuldige procedures en handleidingen voor medisch-technische interventies en ingrepen. In dit derde deel worden dergelijke richtlijnen ontwikkeld voor patiënten met bijzondere noden. In het eerste deel: ‘ Aan weerszijden van stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie’, werd vooral aandacht gegeven aan modellen voor de wijze waarop je een vertrouwensrelatie met de patiënt kunt opbouwen. Dat is immers onontbeerlijk om de openheid en de veiligheid te creëren die nodig is om tot een juiste kijk op zijn problematiek te komen. Concreet werd ingegaan op motieven die mensen bij een arts brengen, hoe je vanuit het spoor van de patiënt adequate informatie kunt opdoen, hoe je dit tijdens het contact en het klinisch onderzoek kunt onderbouwen om tot een correcte diagnose te komen. Verder werden modellen aangeboden om de verkregen informatie dusdanig over te brengen dat het medisch beleid ook aanvaardbaar overkomt voor de patiënt. Er werden modellen beschreven die een handige leidraad zijn in het overbrengen van slecht nieuws.In het tweede deel: ‘Competenties in moeilijke situaties. Over kwaliteit van zorg en communicatie’, werd belangrijke achtergrondinformatie geboden waarover je onmiskenbaar moet beschikken om in diverse moeilijke situaties te communiceren op een wijze die het vertrouwen sterkt en verder onderbouwt. Concreet werd ingegaan op de communicatie met de chronische patiënt waarin je wezenlijk van andere uitgangspunten moet vertrekken, de problematiek van de patiënt waarvoor geen curatieve behandeling meer voorhanden is, communicatiemodellen die bij vroegtijdige zorgplanning kunnen worden aangewend. In twee aparte hoofdstukken werd de communicatie met mensen in rouw uitgewerkt en aangetoond hoe anders de benadering is bij het definitieve verlies van een dierbaar iemand of iets dan voor mensen die moeten leven met een levend verlies. Omdat gezondheidszorg zich steeds afspeelt in een samenwerkingsverband werden drie hoofdstukken gewijd aan communicatietechnieken die de samenwerking en de verwijzing efficiënt kunnen laten verlopen. Tenslotte werd het boek afgesloten met een hoofdstuk over omgaan met klachten en medische fouten. Waar je er kan van uitgaan dat het eerste boek de basiskennis die nodig is voor een adequate communicatie in de patiëntenzorg aanreikt, kan je het tweede en het derde boek zien als een verfijning van de communicatie naar moeilijke situaties (tweede boek) en naar patiënten met bijzondere noden (derde boek).In het eerste hoofdstuk van dit derde boek wordt aandacht gegeven aan een adequate benadering agressief gedrag tijdens het consult. Hoe kan je de eerste tekenen van agressie ontdekken, zowel bij jezelf als bij de patiënt? Hoe sluipt de agressie binnen in het contact? Hoe kan je escalatie vermijden en agressie ombuigen tot constructief gedrag?In het tweede hoofdstuk wordt een methodologie aangeboden om te praten over seksuele problemen. Hoe kan je onderliggende seksuele problemen boven water krijgen, in kaart brengen en benoemen? Er wordt een handleiding uitgewerkt voor anamnese en verdere verkenning van seksuele problematiek. Verschillende concrete suggesties worden gegeven om openheid te creëren in het contact en om te komen tot een adequate aanpak. In het derde hoofdstuk handelt over de problematiek van communicatie met personen uit andere culturen. Om echt culturele competentie op te bouwen, wat meer dan nodig is gezien het groot aantal migranten in de westerse landen, heb je een concreet zicht nodig op hun andere situatie en een aantal specifieke aandoeningen die je hier of in meerdere mate aantreft dan bij de meer vertrouwde patiëntenpopulatie. Heel erg belangrijk is hier zicht te hebben op je eigen grondhoudingen, vooroordelen en stereotypen. In het vierde hoofdstuk wordt dieper ingegaan op hoe je tot een adequate relatie kunt komen met patiënten die moeilijk te motiveren zijn om iets aan hun gedrag te veranderen. Zowel bij chronische patiënten als bij patiënten met persisterende problemen is motivatie het centrale begrip. Daar niet in lukken zorgt vaak voor frustratie zowel bij de patiënt als bij de zorgverstrekker. In het vijfde hoofdstuk wordt een werkwijze aangeboden om te werken met personen met medische onverklaarde klachten, ook psychosomatische klachten genoemd. Vanuit biomedisch perspectief kan een patiënt zich goed voelen maar toch een biologische afwijking hebben en dus ziek zijn. Een patiënt kan zich echter ook ziek voelen zonder dat je als arts afwijkingen kan vinden van het biologisch substraat die de klachten kunnen verklaren. In dat geval is de patiënt niet ziek volgens het biomedisch model. Er zijn dus klachten zonder aanwijzingen voor verklarende lichamelijke aandoeningen. Deze patiënten worden vaak moeilijke mensen genoemd. Er wordt ingegaan op de valkuilen en er worden instrumenten aangeboden om op het terrein te gebruiken.In het zesde hoofdstuk komt de communicatie met personen met een verslaving aan de orde. Hoe kan je hen motiveren tot gedragsverandering. Je zal hier duidelijk het verband voelen met de problematiek die in het vierde hoofdstuk werd belicht.In het zevende hoofdstuk worden de meest courante taal- en communicatieproblemen die bij patiënten met dementie kunnen optreden in kaart gebracht. Er worden aandachtspunten geformuleerd voor het omgaan met personen met dementie, ingegaan op de familiale problematiek en de begeleiding van de familieleden. In het achtste hoofdstuk wordt ingegaan op de problematiek van de soms moeizame communicatie met personen die aan een psychose lijden. Hoe kan je tot een betekenisvolle communicatie komen zonder de waardigheid van de patiënt te ondermijnen?Het negende hoofdstuk handelt over de communicatie met patiënten met een doodswens. Hoe kan je tijdig signalen en risicofactoren onderkennen en deze in een gesprek exploreren? Het suïcidaal proces wordt geschetst dat aan een suïcide of suïcidepoging voorafgaat. Verder wordt beschreven hoe je als hulpverlener kan omgaan met suïcidale patiënten en welke impact het op je kan hebben. Ook de problematiek van de gedwongen opname als mogelijke interventie bij suïcidaliteit wordt besproken.In het laatste hoofdstuk wordt de communicatie met personen met verstandelijke beperkingen besproken, mensen waarmee het niet steeds mogelijk is om op een voor ons gebruikelijke, verbale wijze te communiceren. Ze ervaren immers meer of minder ernstige beperkingen in het waarnemen, het verwerken en het gebruiken van verbale taal. Hoe kan je als hulpverlener je wijze van communicatie aanpassen aan hun mogelijkheden en wat zijn aandachtspunten bij de gespreksvoering, het stellen van vragen en het geven van informatie.
Jaar van publicatie:2012