< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Inspraak & participatie van gedetineerden in de gevangenis van Gent

Boek - Boek

Beleidsachtergrond
Participatie en inspraak van gedetineerden zijn thema’s die steeds meer op de nationale en internationale politieke agenda verschijnen. Denk hierbij aan de federale “basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden” (2005) die het gedetineerdenoverlegorgaan in het leven heeft geroepen. Op Vlaams niveau is er het “decreet hulp- en dienstverlening aan gedetineerden” (2013) dat stelt dat gedetineerden recht hebben op participatie aan een kwaliteitsvolle en integrale hulp- en dienstverlening die zich uitstrekt over 6 domeinen: arbeid, cultuur, gezondheid, onderwijs, sport en welzijn. Dit decreet voorziet dat in elke legislatuur een strategisch plan opgemaakt wordt. Recentelijk is het eerste volwaardige strategisch plan aangenomen door de Vlaamse Regering en dit voor de periode 2015-2020. In navolging van deze beleidsteksten zet ook de gevangenis van Gent in op het verhogen van participatie en inspraak van gedetineerden.

Onderzoek in de gevangenis van Gent
De ‘stuurgroep participatie’ van de gevangenis van Gent besliste om samen met de Vrije Universiteit Brussel (VUB), vakgroep Educatiewetenschappen, een onderzoek te verrichten om zo inzicht te krijgen in welke initiatieven op vlak van inspraak en participatie van gedetineerden vandaag de dag al bestaan in de gevangenis van Gent, wat de meerwaarde hiervan is, wie hieraan deelneemt of juist uit de boot valt en wat de randvoorwaarden van inspraak en participatie zijn.

In totaal werden 78 respondenten bevraagd in 11 focusgroepen: 36 gedetineerden (dit waren gedetineerdenvertegenwoordigers uit het gedetineerdenoverleg, Nederlandstalige gedetineerden, anderstalige gedetineerden en geïnterneerden met een psychische of verstandelijke beperking), en 42 professionelen (dit waren leden uit de stuurgroep participatie, het coördinatieteam hulp- en dienstverlening, medewerkers hulp- en dienstverlening, penitentiair bewakingsassistenten en vertegenwoordigers van erkende godsdiensten en levensbeschouwingen). De focusgroepen werden afgenomen door personeelsleden van de gevangenis van Gent, die daarvoor een specifieke training kregen, en de onderzoekers van de VUB.

Welke inspraak – en participatie initiatieven bestaan er in de gevangenis van Gent?
Uit het onderzoek blijkt dat de begrippen participatie en inspraak allesbehalve eenduidig zijn; er worden verschillende invullingen gegeven. Alvorens hierrond projecten op te zetten, is het belangrijk eerst te bepalen en af te bakenen wat men onder deze begrippen verstaat zodat alle neuzen in dezelfde richting staan.

Ondanks dat de begripsafbakening niet geheel duidelijk is, worden er heel wat initiatieven genomen in de gevangenis van Gent. Er zijn zaken die formeel georganiseerd worden (vb. het gedetineerdenoverleg, schriftelijke bevragingen), maar daarnaast gebeurt ook veel op een informele – en dus op een niet georganiseerde – manier (vb. een bewakingsassistent die een gedetineerde vraagt om scheidsrechter te zijn bij een sportwedstrijd, bewakingsassistenten die de mening vragen van gedetineerden die actief zijn in de werkhuizen over de dagelijkse werking van de werkhuizen). Het is belangrijk niet enkel aandacht te hebben voor wat formeel georganiseerd wordt en dat te ondersteunen, maar ook het informele meer bloot te leggen en dat te ondersteunen en valoriseren.

Daarnaast kan de participatiepiramide gebruikt worden om de participatie – en inspraakinitiatieven te presenteren. Hoe hoger in de piramide, hoe een meer selecte groep bereikt wordt.

Op het eerste niveau worden gedetineerden mondeling of schriftelijk geïnformeerd over allerhande zaken. Het niveau daarboven is dat van raadplegen waarbij men bijvoorbeeld de mening van gedetineerden over een bepaald onderwerp in kaart brengt d.m.v. een bevraging. De derde trap van de participatiepiramide is adviseren. In de gevangenis van Gent vertaalt deze zich onder meer in een gedetineerdenoverleg dat adviezen formuleert aan de directie over aspecten van algemeen belang. Het volgende niveau, coproduceren, uit zich in de gevangenis van Gent onder meer in het betrekken van gedetineerden bij het kiezen van teksten en muziek voor religieuze vieringen. Het laatste niveau is meebeslissen. De baktrappers, gedetineerden die fietsen op rollen zonder de aanwezigheid van een bewakingsassistent en dus zelf verantwoordelijk zijn voor het goede verloop van de activiteit, is hier een voorbeeld van.

Het gedetineerdenoverleg
Op het niveau van adviseren bevindt zich het gedetineerdenoverlegorgaan. Het is de taak van gedetineerdenvertegenwoordigers om zelf adviezen te formuleren over thema’s van algemeen belang. Daarnaast worden ze ook proactief gecontacteerd door de directie wanneer deze erover nadenkt een bepaalde verandering door te voeren. Uit het onderzoek blijkt dat nog gewerkt kan worden aan de bekendheid van het overlegorgaan. Penitentiair bewakingsassistenten, hulp- en dienstverleners en vertegenwoordigers van het interlevensbeschouwelijk overleg zijn vaak wel op de hoogte van het bestaan, maar niet van wie er concreet in zit. Vele gedetineerden weten zelfs niet af van het bestaan van het gedetineerdenoverleg. Hiermee samenhangend waren velen ook niet op de hoogte van de realisaties van het overlegorgaan.

Meerwaarde van inspraak en participatie
Uit de focusgroepen komt naar boven dat participatie en inspraak van gedetineerden verschillende voordelen heeft. Enerzijds is er een meerwaarde voor gedetineerden zelf. Participatie en inspraak kunnen het zelfbeeld, het zelfvertrouwen en de eigenwaarde verhogen, bieden de mogelijkheid om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen die ook gebruikt kunnen worden in andere situaties, het aanbod (vb. van activiteiten en kantine) kan meer op hun noden en behoeften afgestemd worden,…

Daarnaast is er een ook meerwaarde voor de gevangenis als instituut. Participatie en inspraak van gedetineerden kunnen positieve contacten tussen gedetineerden onderling, maar ook tussen gedetineerden en penitentiair bewakingsassistenten bevorderen, wat op zijn beurt dan weer de dynamische veiligheid ten goede komt. Daarnaast kan het financieel voordelig zijn. De vraag wordt gesteld of, net zoals in andere gevangenissen, een gedetineerde de taak van fitnessmonitor niet zou kunnen opnemen. Verder vergroot inspraak en participatie van gedetineerden het enthousiasme en motiveert het hen om deel te nemen aan andere activiteiten.

Wie neemt deel? Wie valt uit de boot?
Ondanks dat participatie en inspraak van gedetineerden positief is voor zowel gedetineerden zelf als voor de gevangenis als instituut, blijkt dat niet alle gedetineerden hierbij even actief betrokken zijn. Deelnemers zijn vaak veroordeeld, al gedurende een lange tijd in de gevangenis van Gent, spreken Nederlands en verrichten penitentiaire arbeid. Groepen die minder kunnen/ willen/ mogen deelnemen zijn nieuwkomers, anderstaligen en ook geïnterneerden.

Randvoorwaarden voor inspraak en participatie van gedetineerden
Ten slotte wijst het onderzoek ook op enkele randvoorwaarden om inspraak en participatie van gedetineerden mogelijk te maken. Er wordt gewezen op het feit dat basiscomfort (vb. persoonlijke hygiëne, kledij die niet te groot of te klein is, hygiëne van de cellen en van de gevangenis in het algemeen) belangrijk is om tot inspraak en participatie te komen. Daarnaast is het ook voornaam om beleidsmatig voor inspraak en participatie van gedetineerden te kiezen en zo te streven naar de ontwikkeling van een gedragen participatiecultuur. Het belang van training en ondersteuning van gedetineerden mag hierbij niet onderschat worden. Verder is in zo’n participatiecultuur niet enkel participatie en inspraak van gedetineerden van belang, maar ook die van penitentiair bewakingsassistenten.
Aantal pagina's: 290
Jaar van publicatie:2016
Trefwoorden:Participatie, Inspraak, Gedetineerden
  • VABB Id: c:vabb:416534
  • ORCID: /0000-0003-4999-5902/work/68877123