Een onderzoek naar de vraag of de interventiewaarde voor formaldehyde in het binnenmilieudecreet binnen zes maanden na het gebruik van formaldehyde bevattende plaatmaterialen is overschreden.

Sinds de invoering van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) in 2010 hebben veel Europese landen verschillende programma's opgezet om de energie-efficiëntie van zowel de nieuwbouw als de bestaande gebouwen te verbeteren. De lage-energie- en passiefhuisconcepten zijn de afgelopen jaren steeds meer gemeengoed geworden wat betreft hun economische voordelen ten opzichte van conventionele gebouwen, zelfs wanneer de hogere investeringskosten in rekening werden gebracht (Audenaert et al., 2008). Maatregelen om energie te besparen in gebouwen zijn echter meestal gebaseerd op energiemodellen, technische beoordeling en kosten-batenanalyse, waarbij zelden rekening wordt gehouden met de potentiële effecten op de luchtkwaliteit binnenshuis. Verschillende studies hebben een verband gelegd tussen de vaak gebruikte benaderingen voor het verhogen van de energie-efficiëntie van gebouwen (bv. aanscherping van de gebouwschil en lagere ventilatiesnelheden) en de toegenomen concentraties van binnenluchtverontreinigende stoffen en de verslechterde binnenluchtkwaliteit. Bovendien heeft het gebruik van nieuwe bouwmaterialen (bv. isolatiematerialen, vloeren, decoraties, meubilair) ook een extra bijdrage geleverd aan de verhoogde concentraties van binnenluchtverontreinigende stoffen (Fisk et al., 2009, Földváry et al. 2017, Broderick et al. 2017).
Om de bovenstaande vragen te beantwoorden is een kort literatuuroverzicht uitgevoerd van de beschikbare studies die onlangs in de wetenschappelijke literatuur zijn gepubliceerd. Het onderzoek was vooral gericht op het effect van diverse renovatie- en herinrichtingsmaatregelen op de formaldehydeconcentraties binnenshuis in studies die in Europa of Noord-Amerika zijn uitgevoerd.

Jaar van publicatie:2018

Trefwoorden:formaldehyde, binnenmilieu

Toegankelijkheid:Open