< Terug naar vorige pagina

Project

Zelfverwondend gedrag in de adolescentie en de jongvolwassenheid: De rol van identiteitsvorming in België en India

Zelfverwondend gedrag (ZVG) wordt gedefinieerd als het opzettelijk en direct toebrengen van fysieke schade aan het eigen lichaam zonder de intentie om zichzelf van het leven te benemen. (Nock, 2009). Ongeveer 17.2% van de adolescenten en 13% van de jongvolwassenen rapporteren een geschiedenis van ZVG (Swannell, Martin, Page, Hasking, & St John, 2014), waaruit blijkt dat ZVG een toenemend en belangrijk gezondheidsprobleem is. Weinig studies hebben het verband onderzocht tussen ZVG en een belangrijke ontwikkelingstaak in de adolescentie, namelijk de identiteitsvorming. Verder is er weinig onderzoek over het voorkomen en de ontwikkeling van ZVG in niet-westerse landen (zoals bv. India) (Gholamrezaei, De Stefano, & Heath, 2015). Om deze leemten in de literatuur te vullen, exploreerden we in dit doctoraatsproefschrift het verband tussen ZVG en identiteitsvorming. We onderzochten eveneens modellen waarin we naar het verband keken tussen antecedente factoren (bv. temperament, hechting), identiteitsvorming en ZVG, om zodoende ZVG beter te begrijpen. Tenslotte bestudeerden we ZVG vanuit een cross-cultureel perspectief.

Hoofdstuk 1 beschrijft het theoretisch kader waarop de studies uit dit doctoraatsproefschrift gebaseerd zijn en er wordt een kort overzicht geboden van de verschillende manuscripten in dit proefschrift. Hoofdstuk 2 onderzoekt de verdeling van de aanvangsleeftijd van ZVG in een grote samengestelde steekproef van Belgische adolescenten en jongvolwassenen. De resultaten toonden aan dat ZVG piekt rond de leeftijd van 14-15 jaar, zowel in bevolkings- als in psychiatrische steekproeven. Een tweede piek werd geobserveerd rond de leeftijd van respectievelijk 20 en 24 jaar in de bevolkings- en een psychiatrische steekproef. Hoofdstuk 3 onderzoekt de relatie tussen ZVG en identiteitsdistress in specifieke domeinen. We vonden dat adolescenten die ZVG stelden meer stress rapporteerden met betrekking tot lange-termijn doelen, vriendschap, seksuele oriëntatie en gedrag, waarden en overtuigingen dan adolescenten zonder ZVG. Hoofdstuk 4 exploreert de richting van het verband tussen ZVG en identiteitssynthese/diffusie met behulp van een longitudinale studie. Cross-lagged analyses toonden aan dat de associaties tussen ZVG en identiteitssynthese en -diffusie bi-directioneel bleken te zijn. In Hoofdstuk 5 onderzoeken we of de associaties tussen temperamentsdimensies en ZVG gemedieerd worden door identiteitssynthese/diffusie. De belangrijkste bevindingen van deze studie kunnen als volgt samengevat worden: effortful control modereert de relatie tussen het gedragsinhibitiesysteem (BIS) en ZVG; en identiteitssynthese medieert het verband tussen BIS en ZVG. In Hoofdstuk 6 onderzoeken we of identiteitssynthese/diffusie de relatie tussen hechting ten aanzien van moeder/leeftijdsgenoten en ZVG medieert. De resultaten van de mediatieanalyses tonen aan dat de verbanden tussen respectievelijk ‘vertrouwen ten aanzien van moeder/leeftijdsgenoten’ en ‘vervreemding ten aanzien van moeder’ en ZVG volledig gemedieerd werden door identiteitsdiffusie en –synthese. De relatie tussen ‘vervreemding ten aanzien van leeftijdsgenoten’ en ZVG werd partieel gemedieerd door een gebrek aan identiteitssynthese. In hoofdstuk 7 geven we een kort overzicht van de studies over ZVG in India. Hoofdstuk 8 schetst de bevindingen van de cross-culturele vergelijking van ZVG en de relaties tussen ZVG en identiteitsvorming tussen India en België. De aanvangsleeftijd, de functies en de methoden van ZVG verschilden tussen beide landen. Verder bleken de associaties tussen ZVG en de identiteitsvariabelen sterker in België dan in India. In hoofdstuk 9 worden de belangrijkste bevindingen samengevat en bespreken we de sterktes en beperkingen van het onderzoek en geven we aanbevelingen voor verder onderzoek. Tot slot bespreken we de klinische implicaties van onze bevindingen.

Datum:1 aug 2014 →  14 okt 2018
Trefwoorden:Non-Suicidal Self-Injury, Ego-identity formation
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project