Wiskundeleren en -onderwijzen in de basisschool.

Centraal in dit onderzoeksproject staan de volgende vragen: (a) welke kenniselementen en -vaardigheden liggen aan de basis van de wiskundige prestaties van basisschoolleerlingen, (b) hoe komen deze wiskundige kenniselementen en -vaardigheden tot ontwikkeling, en (c) hoe kan het onderwijs deze ontwikkeling maximaal ondersteunen. Deze drie centrale onderzoeksvragen worden bestudeerd voor een verscheidene onderdelen van het wiskundecurriculum, zoals natuurlijk en rationaal getalbegrip, hoofdrekenen, schattend rekenen, proportioneel redeneren, pre-algebra en vraagstukken. Om deze vragen te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van een brede waaier van onderzoeksmethoden en -technieken, waaronder schriftelijke toetsen, individuele interviews, handboekanalyses, klasobservaties, reactietijd- en oogbewegingsonderzoek, en interventiestudies. In dit onderzoek wordt tevens aandacht besteed aan de rol van allerhande algemene en domeinspecifieke leerlingvariabelen (zoals geslacht, executieve functies, spontane wiskundige aandachtsprocessen) en van omgevingsvariabelen (zoals de thuisomgeving, de leraar, en digitale leeromgevingen)