Project
Voorspelling en behandeling van invasieve non-typhi Salmonella infecties bij kinderen in sub-Saharisch Afrika
In tegenstelling tot de rest van de wereld, waar non-typhi Salmonella enterocolitis met spontane resolutie veroorzaken, is non-typhi Salmonella de meest voorkomende oorzaak van bloedinfecties bij kinderen in sub-Saharisch Afrika. Non-typhi Salmonella bloedinfecties zijn fataal in 20-30%. Infecties komen voornamelijk voor bij kwetsbare individuen, zoals kinderen met Plasmodiumfalciparum malaria, ernstige anemie, acute malnutritie en HIV-patiënten. Door de aspecifieke presentatie met een kliniek die lijkt op ernstige malaria is de diagnose van Salmonella bloedinfecties moeilijk, met zowel onder- als overbehandeling tot gevolg. Naast het feit dat er geen evidence-based behandelingsrichtlijnen bestaan, wordt een adequate antibiotische behandeling bemoeilijkt door de setting van lage-inkomenslanden en de context van toenemende antibioticaresistentie.
Als eerste werkpakket van mijn PhD-onderzoeksproject zal ik me toeleggen op de epidemiologie van non-typhi Salmonella bloedinfecties. De incidentie van non-typhi Salmonella bloedinfecties neemt toe in DR Congo, in tegenstelling tot een globale afname in de rest van de wereld. Om deze evolutie beter te begrijpen, zal ik de seizoensdynamica van de incidentie van Salmonella bloedinfecties in relatie tot de incidentie van Plasmodiumfalciparum malaria en omgevings-/klimaatfactoren bestuderen.
Vervolgens zal ik focussen op de klinische voorspelling van Salmonella bloedinfecties in kinderen in een Salmonella en Plasmodiumfalciparum malaria endemisch gebied. Ik zal een diagnostisch algoritme ontwikkelen gebaseerd op klinisch tekens en symptomen en basis laboratoriumtesten (hemoglobine, glycemie, malaria sneltesten) in kinderen opgenomen in het ziekenhuis. Hierna zal ik de validiteit van dit algoritme op niveau van de eerstelijnszorg nagaan. Hiernaast zal ik bestuderen (“proof-of-concept”) of het cortisolgehalte in speeksel een mogelijke biomarker is voor bloedinfecties bij kinderen in een malaria-endemisch gebied.
Tot slot zal ik data genereren die kunnen leiden tot een meer evidence-based beleid bij kinderen met vermoeden van of bevestigde Salmonella bloedinfectie. Na correctie voor de afgelegde weg t.e.m. het zoeken van medische hulp (“health-seeking itinerary”) en ernst van ziekte, zal ik nagaan of een korte intraveneuze antibioticakuur met per orale verderzetting geen slechtere uitkomst (koortsresolutie, mortaliteit in het ziekenhuis en na ontslag) dan een volledig intraveneuze antibioticakuur. Verder zal ik ook een populatie farmacokinetisch model ontwikkelen om de optimale dosis ceftriaxone in kinderen met ernstige acute malnutritie en vermoeden van of bevestigde bloedinfectie.