< Terug naar vorige pagina

Project

Vernieuwingen in de lokale participatieve en representatieve democratie: co-creatie en coproductie van publieke dienstverlening

In een eerste fase van het onderzoek bestuderen we de lokale participatie van dichtbij aan de hand van veldonderzoek bij participerende burgers en besturen, waarbij specifieke participatiecases worden bestudeerd. Hierbij stellen we de vraag: (hoe) worden de diverse veronderstelde effecten van participatie in de praktijk ervaren? Aangezien eerder onderzoek aangeeft dat belangrijke verschillen bestaan tussen soorten participatie-arrangementen, onder meer naar het profiel van de burgers die actief participeren, de onderlinge verhouding tussen actoren en hun verwachtingen, onderscheiden we twee onderzoeksluiken waarin respectievelijk ingezoomd wordt op cases van beleidsparticipatie (onderzoeksluik 1) en op co-creatie en coproductie-initiatieven (onderzoeksluik 2). Beide onderzoeksluiken hanteren evenwel eenzelfde plan van aanpak, wat synergie in het onderzoek en de onderzoeksresultaten bevordert. Een aantal veronderstelde effecten vinden plaats bij de deelnemers. Het zijn zij die de genomen beslissingen beter accepteren omwille van de participatie of die meewerken aan een dienstverlening die nauwer aansluit bij hun behoeften. Het zijn zij ook waar we sociale leereffecten verwachten. Naast de ervaring van de burger, is het verrijkend om de ervaring van de lokale besturen in kaart te brengen. Achten zij de inbreng van de burgers als waardevol? Zien zij hetgeen de burgers naar voren schuiven als praktisch uitvoerbaar? Aldus kunnen we de centrale onderzoeksvraag verfijnen: (Hoe) ervaren de deelnemende burgers de effecten van participatie? (OV 1.1.; 2.1.) En (hoe) ervaren de organiserende besturen de effecten van participatie? (OV 1.2.; 2.2.) Waar het beleidsparticipatie betreft, focussen we uitsluitend op lokale participatiepraktijken die opgezet worden door lokale besturen (i.p.v. door onderzoekers of burgerorganisaties), en dus meer integraal onderdeel zijn van de politieke besluitvorming. Aangezien deze arrangementen rechtstreeks en extensief op de besluitvorming ingrijpen, kunnen we van deze processen het meeste potentie verwachten op vlak van de hogerop veronderstelde effecten. Deze praktijken zijn in Vlaanderen ook ruimer verspreid waardoor we een diversiteit aan kenmerken en contexten in het onderzoek kunnen sluiten. Waar het co-creatie en coproductie betreft, wordt breed gekeken naar actieve samenwerking tussen professionals van het lokale bestuur en burgers, waarbij deze samenwerking ofwel geïnitieerd is vanuit het lokaal bestuur of gegroeid is vanuit een initiatief genomen door (een groep van) burgers. Ook hier beantwoordt deze keuze aan de praktijk in Vlaanderen. In de tweede fase staat de volgende onderzoeksvraag centraal: hoe staan de Vlaamse burgers, politici en ambtenaren tegenover (vernieuwingen in) de participatieve en representatieve democratie op lokaal niveau en hun onderlinge verhouding? (OV 3.1.; 3.2.) Tevens wordt de vraag gesteld hoe innovaties in de lokale participatieve democratie meer structureel ingebed kunnen worden in de bredere werking van de lokale representatieve democratie. Dit leidt tot een laatste onderzoeksvraag: hoe kunnen we (de positieve effecten van) de vaak kleinschalige participatie-initiatieven opschalen en verduurzamen, en eventuele negatieve effecten vermijden? (OV 3.3.)

Datum:1 nov 2021 →  Heden
Trefwoorden:democracy, citizens, participation, coproduction, co-creation
Disciplines:Democratische innovaties
Project type:PhD project