< Terug naar vorige pagina

Project

Upcycling van groene macroalgae en reststromen van legumes richting eiwit voor food en feed toepassingen (ALEHOP)

Centrale onderzoeksvraag/doel

Een groeiende groep consumenten vraagt aan de food- en feedsector functionele en betaalbare natuurlijke eiwitten uit andere bronnen dan de conventionele. De verwerkende industrie voegt daarbij de vraag naar eiwitformuleringen van biologische oorsprong, die tegen lage kosten en een lagere milieu-impact kunnen worden geproduceerd. Een antwoord vanuit het onderzoek is het project ALEHOP, met twee doelstellingen: (1) voordeel halen uit de bijproducten van de verwerkte plantaardige grondstoffen (peulvruchten) (2) residuele macroalgen aanwenden als grondstof voor op een milieuvriendelijkere manier verkregen eiwitten.


Onderzoeksaanpak

Wat de algen betreft richten de onderzoekers zich op groene en bruine macroalgen. Die worden verzameld in respectievelijk Rias Baixas (Spanje) en Noorwegen. De plantaardige te bestuderen bron betreft concreet resten uit een verwerking van peulvruchten in Spanje. Beide grondstoffen komen dus uit de regio waar vervolgens de lokale economie kan worden gestimuleerd tot een verdere eiwitverwerking. We optimaliseren de verwerking van biomassa via bioraffinage, om zo de eiwitoogst te verhogen in vergelijking met andere processen op laboratoriumschaal. We houden daarbij rekening met zowel kwaliteit als kwantiteit. We mikken op een eiwitzuiverheid van deze behandelingen van 60 à 70%.


Relevantie/Valorisatie

Het ALEHOOP-project zet een stap vooruit in het vinden van een duurzame en goedkope oplossing om biofunctionele en technologische eiwitten terug te winnen uit onderbenutte stromen. De huidige oorsprong van de plantaardige eiwitten is soja, granen of aardappelen. Dikwijls zijn dit in-Europa-geïmporteerde en bijgevolg minder ecologisch-duurzame producten. In Europa zelf voldoet de lokale beschikbaarheid niet aan de vraag. ALEHOP ziet het als een opportuniteit om nieuwe lokalere bronnen van eiwitten te verkennen, die tot nu toe niet zijn geëxploiteerd. We verwachten dat zowel de optimalisatie van het proces als de valorisatie van het plantaardig afval leidt tot een significante reductie van de CO2-voetafdruk in vergelijking met conventionele processen (30% minder). We verwachten een aanzienlijke energiebesparing van ongeveer 20%. Ook de productiekosten liggen volgens onze inschatting ongeveer 20% lager dan in de conventionele processen. Het project leidt, indien succesvol, tot de ontwikkeling van twee nieuwe producten, één op basis van zeewier (macroalgen) en één op basis van peulvruchten. 

Datum:1 jun 2020 →  Heden