< Terug naar vorige pagina

Project

Tussen familiebelangen en vrije wil. Ouderlijke macht en juridische controle op huwelijksvorming in de laatmiddeleeuwse Lage Landen.

Volgens het canoniek recht was de instemming van familieleden vanaf de twaalfde eeuw geen vereiste om een huwelijk aan te gaan. Dit weten we al lang, maar historici zijn het niet eens over de impact van die individualistische benadering van het huwelijk in een samenleving die gekenmerkt werd door strategische huwelijken. Dit doctoraat gaat in op dit debat en onderzoekt conflicten rond partnerkeuze, meer specifiek schakingen, in de stedelijke middengroepen in de vijftiende-eeuwse Lage Landen. In die conflicten komen immers tegengestelde opvattingen over partnerkeuze naar voren. Schaking was een strategie die men gebruikte om een huwelijk af te dwingen waarmee één van de partners in eerste instantie niet instemde, en/of dat tegen de wil van één of meerdere familieleden plaatsvond; een man schaakte een vrouw met of tegen haar wil, onttrok haar aan de controle van haar familie, en huwde haar door woorden van consent uit te wisselen, de enige vereiste die het kerkelijk recht voorop stelde. De toestemming en rol van de geschaakte vrouw is fascinerend in die zaken omdat die bepaalt of de schaking moet geïnterpreteerd worden als een teken van de onderdrukking van de vrouw of net van haar emancipatie en zelfbeschikking. De vraag naar de mate waarin geschaakte vrouwen een actieve rol konden spelen in hun schaking dringt zicht dus op. Het is het doel van deze dissertatie om te onderzoeken waarom schakingen gepleegd werden, hoe individuen en hun families er gebruik van maakten, erdoor aangetast werden en erop reageerden, en, ten slotte, hoe en waarom verschillende overheden met deze praktijk omgingen. Tot nu toe beperkten historici zich grotendeels tot één bepaald juridisch of literair brontype om partnerkeuze in de middeleeuwen te onderzoeken. Dat is problematisch omdat die literaire maar vooral juridische bronnen erg gekleurd waren en een complexe relatie hadden met de sociale realiteit waarop zij zich baseerden. Bovendien waren rechtbanken erg patriarchale instellingen. Men kan zich dus de vraag stellen in welke mate we vragen over de betrokkenheid van vrouwen in hun schaking kunnen beantwoorden aan de hand van bronnen die zijn opgesteld door mannelijke rechters, advocaten en klerken. Om aan die uitdaging tegemoet te komen hanteer ik een andere methode. Ik combineer namelijk een brede waaier aan juridische bronnen afkomstig van verschillende instellingen. Bovendien betrek ik de schepenregisters in mijn analyse. Dit uniek brontype bevat private contracten en statements gemaakt door schakers, geschaakte vrouwen, en hun families zelf, meestal zonder de inmenging van autoriteiten. Die nieuwe aanpak maakt het mogelijk om verder te kijken dan de gekleurde, eenzijdige visie die in één enkel brontype naar voren wordt geschoven en om de perspectieven van overheden maar ook van de verschillende partijen die in de schaking betrokken waren te belichten. Het proefschrift bestaat uit zes hoofdstukken, verdeeld in drie secties. De eerste sectie onderzoekt het juridische framework rond huwelijksvorming en schaking door naar de wetgeving te kijken en naar de taal die gebruikt werd om schakingen te omschrijven en definiëren in juridische teksten. De tweede sectie kijkt naar wat schakers motiveerde en wat de ‘consent’ van geschaakte vrouwen kon betekenen, namelijk of die inhield dat ze haar partner zelf en vrij kon kiezen en de schaking bewust kon gebruiken om te huwen zonder ouderlijke inmenging. Het laatste onderdeel zoomt uit en onderzoekt de acties van verschillende autoriteiten en van familieleden van schakers en geschaakten nadat de schaking en het daaropvolgende huwelijk hadden plaatsgevonden. Samen tonen de hoofdstukken in deze drie onderdelen aan dat mensen worstelden met de centrale plaats van wederzijdse toestemming in het kerkelijk recht. Gewone mensen kenden de rechtsregels goed en waren zich bewust van de spanning die er bestond tussen individuele consent en familiale goedkeuring, waar zij behendig mee speelden in de rechtbank om het door hen voor ogen gestelde doel te bereiken. Geschaakte vrouwen konden wel degelijk het verloop en de uitkomst van hun schakingen beïnvloeden, maar de bronnen onthullen tegelijkertijd dat ze erg weinig ruimte hadden om volledig autonome beslissingen te maken en vrij te handelen  omwille van de sterke invloed die schakers en vooral familieleden op hen uitoefenden. Dit toont allemaal aan dat het huwelijk nog steeds een familiezaak was, zelfs – in tegenstelling tot wat recent onderzoek beweerd heeft – in de brede stedelijke middengroepen.

Datum:1 okt 2015 →  31 dec 2020
Trefwoorden:Marriage, Gender, Law and justice
Disciplines:Geschiedenis
Project type:PhD project