< Terug naar vorige pagina

Project

Transnationale normativiteit in een tijd van vervreemding. Kredietverlening in Noord- en Zuid-Nederlandse consilia en decisiones (ca. 1500-1680).

In de vroegmoderne periode vervulden de Nederlanden een centrale rol voor de handel op het Europese vasteland. Tijdens de Gouden Eeuwen van Antwerpen en Amsterdam verzamelden kooplieden van over heel Europa in de Lage Landen. De commerciële ontwikkelingen binnen deze transregionale werkelijkheid leidden tot nieuwe normatieve vraagstellingen omtrent de omgang met de innovatieve financiële technieken. Tegelijkertijd waren ook publieke overheden, individuen en kerken voortdurend op zoek naar krediet, zeker in het licht van de verwoestende oorlogen die massale materiële schade aanrichtten en de godsdienstige, politieke en institutionele tegenstellingen in heel Europa, en in de Nederlanden in het bijzonder, op de spits dreven.

Schriftelijke raadgevingen door geleerde juristen ten behoeve van procespartijen of rechters in specifieke zaken (consilia) en privéverzamelingen van en commentaren bij de arresten van de hoogste rechtbanken van de Nederlanden (decisiones) bieden belangrijke inzichten in hoe het geleerde recht (ius commune) met betrekking tot diverse kredietrechtelijke vraagstellingen in de praktijk werd aangewend, en in de wijze waarop deze verwijzingen naar het Romeinse en kerkelijke recht in het ruimere transregionale en meerlagige normatieve kader werden ingepast. De gedrukte banden consilia en decisiones – die door eerder rechtshistorisch onderzoek grotendeels buiten beschouwing gelaten werden – vormen de centrale bronnen van dit doctoraatsonderzoek.

Het proefschrift beslaat zes hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk betreft de oorsprong en het literaire genre van de consilia en decisiones, en stelt alle vierenveertig gedrukte volumes van de Nederlandse ‘geleerde rechtspraktijk’ voor. De volgende hoofdstukken focussen op het (juridische en moraaltheologische) normatieve kader met betrekking tot een aantal specifieke financiële technieken, met name: de verbruiklening en interest (hoofdstuk 2), de rentekoop (hoofdstuk 3), de overdracht van schuldvorderingen en wisselbrieven (hoofdstuk 4), en de maatschap en vertegenwoordiging in een financiële context (hoofdstuk 5). Het zesde en laatste hoofdstuk analyseert de gevolgen van muntschommelingen op het kredietrecht. In elk hoofdstuk speelt het bewijsrecht een belangrijke rol.

Vier overkoepelende thema’s functioneren als rode draden doorheen de verschillende hoofdstukken. Ten eerste gaat dit proefschrift na in welke mate de vroegmoderne juridische debatten – zoals ze vervat zijn in de gedrukte consilia en decisiones – uitdrukking gaven aan een meerlagige en transregionale normativiteit. Aan de hand van vele voorbeelden wordt aangetoond dat de geleerde juristen hun argumenten putten uit een indrukwekkende verzameling aan normatieve bronnen. Ten tweede wordt in elk hoofdstuk bijzondere aandacht besteed aan de impact op de gedrukte consilia en decisiones van de Kerk, van de Bijbel, en in het bijzonder van de moraaltheologische debatten met betrekking tot het woekerverbod en de verdelende rechtvaardigheid. Ten derde besluit dit proefschrift dat de politieke en religieuze onlusten geen revolutie teweegbrachten in het normatieve kader omtrent kredietverlening. Auteurs aan beide zijden van de nieuwe politiek-institutionele grens bleven hun gemeenschappelijke voorouders, én hun eigentijdse buren lezen en citeren. Hoewel sommige ontwikkelingen eigen waren aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, en andere aan de Spaanse Nederlanden, mogen ook de provinciale verschillen niet uit het oog verloren worden. Tot slot verduidelijkt deze doctoraatsthesis de functie en aard van – alsook de argumentatiewijzen die gebruikt werden in – de gedrukte bronnen van de Nederlandse ‘geleerde rechtspraktijk’.

Datum:1 sep 2013 →  30 sep 2019
Trefwoorden:Transnational Normativity, Age, Estrangement, Loans, Credit, Consilia, Decisiones, Northern, Southern, Low Countries, 1500-1680
Disciplines:Rechten, Andere rechten en juridische studies, Metarecht
Project type:PhD project