< Terug naar vorige pagina

Project

Tranen onderzocht en bezongen: De lacrymis van Pierre Petit (1617-1687)

SAMENVATTING  DOCTORAATSPROJECT G.M.P. LOOTS
Tranen onderzocht en bezongen: De lacrymis van Pierre Petit (1617-1687)
Begeleiders:  Prof. dr. T. van Houdt (KU Leuven) en Prof. dr. H.F.J. Horstmanshoff  (Emeritus hoogleraar Universiteit Leiden)
Het project behelst een onderzoek naar de inhoud en de inbedding van het boek De lacrymis van de Franse schrijver Pierre Petit (Petrus Petitus).   Petit leefde van 1617 tot 1687. Hij studeerde geneeskunde, maar was nooit werkzaam als arts. Hij verdiende zijn brood als huisleraar en was zeer actief als dichter in het Neolatijn en als auteur van een reeks boeken in het Latijn over allerlei onderwerpen, variërend van de denkbeelden van Descartes tot de ware aard van de Sibille en van menseneters tot de weldadige werking van thee.  Petit is nu niet erg bekend meer, maar zijn boeken waren in zijn tijd tamelijk populair.

Het boek, De lacrymis, behandelt de oorzaken, het materiaal en de functie van tranen.
Het boek is interessant omdat er verschillende aspecten in samenkomen.
Om te beginnen geeft Petit zijn eigen interpretatie van de verklaringen uit de antieke filosofie en de antieke geneeskunde. De antieke bronnen bevatten geen samenhangende theorie over het huilen, maar verschillende Neolatijnse auteurs hebben op basis van deze bronnen een eigen synthetische visie ontwikkeld. Petit doet dit ook en breekt hiermee een lans voor de waarde van de antieke opvattingen in een tijd van grote wetenschappelijke verandering en discussie die ook Petit niet onberoerd lieten.
Petit maakte uitvoerig gebruik van citaten uit de klassieke literatuur (vooral poëzie) om zijn standpunten te onderbouwen. Het is interessant om te zien hoe hij omgaat met deze bronnen, waarbij hij de oorspronkelijke context in wisselende mate respecteert.
Een derde vraag betreft Petit’s filosofische standpunten ten opzichte van passions.  In het Frankrijk van de zeventiende eeuw speelde een discussie tussen auteurs die beïnvloed waren door het Neostoïcisme en filosofen en (toneel)schrijvers die een vrijere expressie van gevoelens voorstonden. Petit’s positie in deze discussie is eveneens een interessant punt van studie.
Tenslotte is er de vraag van Petit’s wetenschappelijke en sociale context. Wat waren zijn wetenschappelijke contacten en welk verband kunnen we vinden tussen zijn contacten en de inhoud van zijn wetenschappelijke standpunten? Bekend is dat Petit in Parijs deel uitmaakte van een groep van dichters in het Neolatijn. In Frankrijk bestond in de zeventiende eeuw een discussie tussen ‘antieken’ en ‘modernen’ die in 1687 uitmondde in de zogenaamde ‘Querelle’. Petit overleed in 1687 en maakte dus geen deel meer uit van dit conflict, maar hij lijkt tijdens zijn leven voornamelijk aan de kant van de ‘antieken’ te hebben gestaan. Van Petit’s internationale contacten is nog niet zo veel bekend. Duidelijk is dat hij laat in zijn leven contacten had met geleerden in de Noordelijke Nederlanden, in ieder geval over publicatie van een paar van zijn boeken. Deze  internationale contacten en de verspreiding van zijn boeken vormen een verder punt van studie.

Werkwijze en stand van zaken (Januari 2017)
Het Engelstalige eindproduct zal bestaan uit een vertaling van De lacrymis met inleiding en commentaar. Het werk aan dit project is al enige jaren aan de gang. Er ligt nu een tweede versie van een inleiding die door beide begeleiders is gelezen en van commentaar voorzien.  Ook bestaat  er een geannoteerd  vertaling van het hele boek. Deze vertaling moet nog worden herzien op grond van het commentaar van de begeleiders.  Vermoedelijk zal er ook nog een samenvattend en concluderend hoofdstuk worden toegevoegd. Gestreefd wordt naar publicatie in de vorm van een boek bij een wetenschappelijke uitgeverij.

Datum:16 sep 2015 →  5 feb 2022
Trefwoorden:Neolatin prose
Disciplines:Talen, Literatuurwetenschappen
Project type:PhD project