< Terug naar vorige pagina

Project

Tijd en contract : onderzoek naar de verbintenisrechtelijke tijdsbepaling.

 
Normal
0
 
 
21
 
 
false
false
false
 
NL-BE
X-NONE
X-NONE
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
MicrosoftInternetExplorer4
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


/* Style Definitions*/
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:Standaardtabel;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-qformat:yes;
mso-style-parent:"";
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin:0cm;
mso-para-margin-bottom:.0001pt;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:11.0pt;
font-family:"Calibri","sans-serif";
mso-ascii-font-family:Calibri;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-fareast-font-family:"Times New Roman";
mso-fareast-theme-font:minor-fareast;
mso-hansi-font-family:Calibri;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;
mso-bidi-font-family:"Times New Roman";
mso-bidi-theme-font:minor-bidi;}



Gelet op het economisch belang van de tijd, is het essentieel
om door middel van tijdsbepalingen het vertrek- en eindpunt van de verbintenis
bij het aangaan van de rechtshandeling te(kunnen) definiëren. Door een
opschortende tijdsbepaling wijkt men af van de principieel onmiddellijke
opeisbaarheid van de verbintenis,terwijl een uitdovende tijdsbepaling de duur
van de gehoudenhoud vastlegt.



Ondanks haar ogenschijnlijke eenvoud, resulteert de
tijdsbepaling in de praktijk in tal van onzekerheden. Dat wordt versterkt door
het gebrek aan een algemeen en accuraat wettelijk regime. Gelet op de definitie
van de tijdsbepaling als zekere en toekomstige gebeurtenis, onderzoeken we
eerst wanneer en hoe aan die zekerheidsvereiste is voldaan. Daarna brengen we
de verschillende beperkingen in kaart die het recht stelt aan de keuzevrijheid
van partijen om een tijdsbepaling vast te leggen en/of te wijzigen. Vervolgens
gaan we na ofde tijdsbepaling een modaliteit uitmaakt van de rechtshandeling
of van de verbintenis. Ten slotte rijst de vraag in welke mate de opschortende
en uitdovende tijdsbepaling een gemeenschappelijk dan wel onderscheiden regime
vereisen, en desgevallend naar een functioneel onderscheidingscriterium tussen
beide.

Datum:1 okt 2008 →  26 mrt 2013
Trefwoorden:Delay of performance, Law of obligations
Disciplines:Rechten
Project type:PhD project