< Terug naar vorige pagina

Project

Substantie en de sensibele wereld tussen het heidense Platonisme en de Vroeg-Byzantijnse Christenen: een filosofische onderzoeking.

Een veelomvattend punt van aandacht onder laatantieke Platonisten was het begrip van de term substantie in relatie tot sensibele wezens. Platonisten stellen dat de rationele en materiële structuur van de wereld uiteindelijk is afgeleid van transcendente beginselen, oftewel Vormen. Neoplatonisten uit de 3de-6de eeuw n. Chr. trachten de ontologische status van het sensibele te beschrijven in relatie tot deze beginselen waarbij de nadruk wordt gelegd op (1) de transcendente aard van substantie buiten het Sensibele of (2) de immanentie van substantie in het Sensibele die afgeleid is uit de Vormen.

Byzantijnse christenen uit de 4e-8e eeuw n. Chr. hanteren een soortgelijk kader, voor zover zij beweren dat de kenmerken van de zintuiglijke wereld zijn afgeleid van God, maar ze behouden ook de geschapen aard van de wereld en de Incarnatie. Zodoende is een contrast te vinden, parallel aan Neoplatonisten, waarbij verschillende Byzantijnse schrijvers gelijkwaardig de nadruk leggen op ofwel (1) of (2). Dit zorgt voor andere geconnecteerde aandachtspunten, zoals de aard van individualiteit en persoonlijke identiteit.

Deze onderzoeking wilt een nieuwe filosofische geschiedenis voorstellen voor zowel Sensibele substantie als de verbonden onderwerpen hieraan van individualiteit en identiteit bij Vroeg-Byzantijnse auteurs, waarbij zowel de invloed van parallelle neoplatonistische ontwikkelingen als hun eigen unieke filosofische ontwikkeling binnen een christelijke context worden onthuld.

Datum:1 okt 2021 →  Heden
Trefwoorden:neoplatonic metaphysics, Byzantine Christian authors, substance
Disciplines:Ideeëngeschiedenis, Geschiedenis van de filosofie, Metafysica