< Terug naar vorige pagina

Project

Strategieën voor 'bordermanagement': de evolutie van de grenzen tussen de Habsburgse Nederlanden en de Nederlandse Republiek, 1580-1660.

De doctoraatsthesis ‘Lawful Limits. Border Management and the Formation of the Habsburg-Dutch Boundary, ca. 1590-1665’ onderzoekt de territoriale scheiding van de vroegmoderne Nederlanden. Het onderzoek focust op de Tachtigjarige Oorlog en de eerste jaren na het einde van dit conflict, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de actoren die hebben bijgedragen tot de vorming van de grens tussen de Habsburgse Nederlanden en de Republiek der Verenigde Provinciën. Verschillende personen en instellingen, bijvoorbeeld koningen, raden, statenvergaderingen, steden, kooplui, officieren, soldaten en boeren waren bij dit proces betrokken.  Door de ontwikkeling van verschillende strategieën van  grensbeheer (border management) gaven zij mee vorm aan de structuren die uiteindelijk deel gingen vormen van de nieuwe grens, meer bepaald via herhaalde momenten van interactief overleg. Daardoor, en in tegenstelling tot de oudere historiografie die focuste op het belang van oorlog en geografische condities voor grensvorming, toont dit onderzoek aan dat de constructie van de grens tussen de twee Nederlanden vooral een gevolg was van menselijke acties, reacties en tegenacties.

Na een eerste inleidend hoofdstuk dat het belang van territorialiteit voor de bredere geopolitiek van de Tachtigjarige Oorlog duidt, bespreekt het eerste deel van de thesis de ‘frontier’ en de strategieën waarmee overheden, het leger en de lokale bevolking met elkaar interageerden tijdens het eigenlijke conflict. Van belang hierbij was een steeds beter gestructureerde dialoog tussen deze actoren, dewelke op zijn beurt een zelf-versterkend proces van fysieke en juridische grensvorming startte. Hoofdstuk twee onderzoekt daarbij de connecties tussen de militaire en de wettelijke transformatie van de grensgebieden, in het bijzonder de ontwikkeling van fortificaties en hun juridische tegenhanger, contributies. Hoofdstuk drie analyseert de regulering van het verkeer langs en over de militaire frontier, een focus die toelaat om diverse types van interacties te onderscheiden en te bepalen hoe deze elk bijdroegen aan het proces van grensvorming. Hoofdstuk vier bespreekt vervolgens de functie van sauvegardes en neutraliteiten, evenals de specifieke belangen waarmee actoren elkaar ontmoetten in de grensgebieden van de Tachtigjarige Oorlog.

Na deze analyse van de grens in tijden van militair conflict focust deel twee op de onderhandelingen die de omschakeling van oorlog naar vrede mogelijk maakten. Hoofdstuk vijf onderzoekt hoe de grens ter sprake kwam tijdens mislukte vredesbesprekingen, meer in het bijzonder tijdens de onderhandelingen die gevoerd werden na de Akte van Afstand (1598) en door de Brusselse Staten-Generaal (1632). Hierbij worden enkele thema’s uit het eerste deel opnieuw besproken, hetwelk een antwoord biedt op de vraag of de grens ter sprake kwam tijdens zulke onderhandeling en of dit de ‘vredehandel’ belemmerde. Hoofdstuk 6 bespreekt vervolgens de territoriale elementen die naar voren kwamen tijdens onderhandelingen die wel succes hadden. Dit betreft in de eerste plaats de elementen van grensbeheer in oorlogstijd die werden opgenomen in de clausules van het Verdrag van Antwerpen (1609) en de Vrede van Munster (1648). Hieruit blijkt dat het grensmodel dat tijdens de oorlog tot stand was gekomen effectief ook van belang was voor het bereiken van vrede.

De aandacht voor deze twee laatste verdragen is bovendien belangrijk omdat ze de context vormden voor de naoorlogse discussies over de grens. Dit onderzoek beschouwt 1609 en 1648 niet als de eindpunten van grensvorming, maar als het begin van een nieuwe ronde van interacties betreffende grensbeheer. De verdragen dienden namelijk ook geïmplementeerd te worden, waardoor de ontwikkelingen tijdens het Twaalfjarig Bestand en na de Vrede van Munster ook een grote impact hadden op de uiteindelijke structuur van de grens. Diverse (juridische) geschillen dienden afgehandeld te worden tijdens de periodes 1609-1621 en 1648-1665, en om aan te tonen hoe eerder ontwikkelde strategieën van grensbeheer invloed bleven uitoefen, herhaalt dit deel de brede thema’s van het eerste deel. Hoofdstuk zeven analyseert de verschillende strategieën die toelieten om de vrede te implementeren en benadrukt dat grensbeheer na jaren van conflict zowel om een diplomatieke als een juridische aanpak vroeg. Hoofdstuk acht toont daarna aan hoe deze twee opties werden gebruikt in dienst van de geostrategische belangen van de Habsburgse Monarchie en de Staten-Generaal, in het bijzonder hoe de limieten werden bepaald als onderdeel van diverse ‘publieke’ grensconflicten. Tot slot benadrukt hoofdstuk negen de interactie tussen lokale actoren en overheden tijdens ‘private’ conflicten, en dan meer bepaald wanneer en hoe de nieuwe grensstructuren een impact hadden op het leven mensen in (en buiten) de grensgebieden.

Datum:1 okt 2012 →  23 nov 2016
Trefwoorden:Early Modern History, Low Countries, Border Studies, State Formation, Peace Research
Disciplines:Geschiedenis
Project type:PhD project