< Terug naar vorige pagina

Project

Relatieve complexiteit. Een historisch-sociolinguïstische studie van relatiefzinnen met antecedent in Griekse documentaire papyri (I – VIII n. Chr.)

In het Egyptische woestijnzand zijn zeer veel teksten bewaard op papyrus, een schrijfmateriaal van plantenvezels dat in de oudheid wijdverspreid was. Er bestaan verschillende types papyri en ze komen voor in verschillende perioden. Documentaire (ofwel “niet-literaire”) papyri vormen één type teksten en omvatten contracten, petities en brieven. Ze zijn geschreven door mensen van verschillende sociale en culturele achtergronden en opleidingsniveaus. In mijn project, gebaseerd op gegevens uit een corpus van niet-literaire Griekstalige papyri uit Egypte, uit de 1e tot de 8e eeuw n.Chr., onderzoek ik het verband tussen verschillende soorten betrekkelijke bijzinnen met een antecedent (zoals de kat die de muis achtervolgde) en het sociolinguïstische niveau van de tekst waarin ze voorkomen. In het bijzonder wil ik de hypothese nagaan die stelt dat er een direct verband is tussen de complexiteit van een betrekkelijke bijzin met antecedent en het register van de tekst waarin deze bijzin voorkomt. Deze hypothese is nooit getoetst in het Grieks. Complexiteit is echter zelf het resultaat van verschillende taalkundige factoren die ervoor zorgen dat een specifieke configuratie voor het overdragen van informatie minder noodzakelijk of moeilijker te verwerken is. Door zes parameters van variatie te analyseren, zal dit onderzoek ons begrip van complexiteit in betrekkelijke bijzinnen verbreden en licht werpen op hun verspreiding in een relatief weinig bestudeerde periode van de Griekse taal.

Datum:1 nov 2019 →  31 okt 2023
Trefwoorden:Grieks
Disciplines:Tekstlinguïstiek, Griekse taal, Syntax, Sociolinguïstiek, Semantiek