< Terug naar vorige pagina

Project

Redeneren over de kloof: interpersoonlijke beraadslaging, emoties en reflectief politiek redeneren

Één van de grootste uitdagingen waarmee democratieën geconfronteerd worden vandaag is dat de meeste burgers hun politieke beslissingen niet baseren op bedachtzame of ‘reflectieve’ redeneringen. Uit onderzoek blijkt dat de politieke redeneringen van mensen worden verstoord door een reeks cognitieve vertekeningen en beperkingen. Wanneer mensen bijvoorbeeld met tegengestelde informatie geconfronteerd worden, hebben de meeste mensen de neiging deze te negeren en vast te houden aan hun eerdere opvattingen. De emotionele band die mensen hebben met hun voorkeurspartij zorgt er ook voor dat ze hun partij steunen en de partijstandpunten onderschrijven, ongeacht of deze standpunten hun beleidsvoorkeuren weerspiegelen.

Normatieve modellen over politiek redeneren gaan er echter van uit dat burgers bereid zijn hun eerdere overtuigingen opzij te schuiven door andere en tegengestelde perspectieven omtrent de kandidaat en het probleem in overweging te nemen. Burgers zouden deze perspectieven dan integreren in hun redeneringsprocessen, voordat ze tot politieke oordelen komen. Kunnen we deze tegenstelling tussen de normatieve verwachtingen en de realiteit overbruggen? Hoe doen we dat?      

Ik argumenteer in dit proefschrift dat welbekende cognitieve vertekeningen in het menselijke politieke redeneren niet zozeer te wijten zijn aan inherent menselijke beperkingen, maar eerder aan tekortkomingen in politieke en institutionele settings. Burgers zijn in staat reflectief en bedachtzaam te redeneren over politieke zaken –mits ze gemotiveerd zijn. Hieruit volgt de logische vraag: Hoe motiveer je burgers om reflectief over politiek na te denken? Dit is de overkoepelende onderzoeksvraag die centraal staat in dit proefschrift.

Om deze vraag te beantwoorden, slaat dit proefschrift een brug tussen democratische theorie, in het bijzonder deliberatieve democratische theorie, en sociale psychologie. Theoretisch stelt deze thesis een nieuw argument voor, waarin beargumenteerd wordt dat éénbepaalde emotie –emotie voor de andere– meer reflectief politiek denken bij burgers kan motiveren. Het stelt dat wanneer burgers worden aangemoedigd om de wereld vanuit een ander gezichtspunt voor te stellen, ze in staat zijn om hun egocentrische politieke denken opzij te zetten en te redeneren vanuit het perspectief van die andere. Ik beargumenteer verder dat interpersoonlijk overleg of ‘deliberatie’ - het bediscussiëren van politieke kwesties met verschillende anderen - het potentieel heeft om een vruchtbare politieke omgeving te creëren die empathie voor de andere bij burgers kan oproepen. Methodologisch past het proefschrift een mixed-methods design toe, waarbij experimentele en survey data worden geïntegreerd met de kwalitatieve gegevens van diepte-interviews. Het proefschrift bouwt voort op praktijkvoorbeelden en hypothetische voorbeelden van politieke besluitvorming.

Het proefschrift bestaat uit twee delen. Deel I bestaat uit vijf hoofdstukken (inleiding, theoretisch kader, onderzoeksopzet, samenvatting van empirische studies en conclusie), en deel II omvat zes artikelen die de analytische kern van dit proefschrift vormen. Het theoretisch kader (Hoofdstuk 2) beschrijft de theorie die aan de basis ligt van dit proefschrift. Hoofdstuk 3 bespreekt de methodologische benadering van het proefschrift, en meer in het bijzonder het zogenaamde “mixed-methods” onderzoeksontwerp. In hoofdstuk 4 vat ik de zes artikelen samen die mijn theorie empirisch toetsen.

In artikel I gebruik ik een laboratoriumexperiment, diepte-interviews en enquêtegegevens. De bevindingen tonen dat interpersoonlijke deliberatieve communicatie burgers effectief motiveert om meer reflectief en minder bevooroordeeld na te denken over politiek. Het stimuleren van het innemen van een empathisch perspectief speelt hierbij een belangrijke rol. Artikel II laat zien dat communicatie omtrent de klimaatsverandering waarbij mensen emotioneel betrokken worden, mensen kan aanmoedigen om meer reflectief na te denken over een ambitieus klimaatveranderingsbeleid. Artikel III is een methodologische studie die de voordelen en uitdagingen bespreekt van het simuleren van interpersoonlijk overleg in een laboratoriumomgeving. Artikel IV onderzoekt, via een experiment, in hoeverre informatie die wordt verstrekt over een gestructureerd interpersoonlijk overleg      het bredere publiek kan helpen om meer empathie te vertonen naar diegene aan de andere kant van een beleidskwestie. Het doel van artikel V is om te testen of "empathie voor de andere" mensen kan aanmoedigen om meer reflectief na te denken over een beleidskwestie, wanneer er  louter informatie over de andere aanwezig is. Artikel VI onderzoekt of de loutere blootstelling aan tegengestelde opvattingen over een beleidskwestie soortgelijke empathische en reflectieve processen kan veroorzaken in het politieke oordeel van mensen.

Samenvattend tonen de empirische studies aan dat “empathie voor de andere” kan dienen als een krachtig middel om burgers te motiveren om tot meer reflectieve politieke redeneringen te komen. Het proefschrift eindigt met een bespreking van de belangrijkste bijdragen van dit proefschrift, ideeën voor toekomstig onderzoek, en enkele lessen die de praktijk kan trekken uit dit werk.

Datum:8 mrt 2017 →  5 mrt 2021
Trefwoorden:empathy, political psychology, emotions in politics
Disciplines:Andere economie en bedrijfskunde, Burgerschap, immigratie en politieke ongelijkheid, Internationale en vergelijkende politiek, Multilevel governance, Nationale politiek, Politiek gedrag, Politieke organisaties en instellingen, Politieke theorie en methodologie, Openbaar bestuur, Andere politieke wetenschappen
Project type:PhD project