< Terug naar vorige pagina

Project

Reclame voor het imperium: de mediatizering van het Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1919 – 1936

In augustus 1921 werd het Departement van Informatie (Gaimushō Jōhōbu) van het Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken (MvBuZa) officieel opgericht. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw had de vooruitgang in communicatietechnologieën geleid tot de wereldwijde groei van een massapubliek dat de gebeurtenissen in binnen- en buitenland volgde via de consumptie van massamedia. Voor politieke actoren vormde dit gezichtloos massapubliek een ‘publieke opinie’ die slechts vaag gedefinieerd was, maar desondanks een reële impact had op het politieke besluitvormingsprocess. Het Departement van Informatie werd opgericht als reactie op dit fenomeen van de publieke opinie, en had als missie het centraal sturen en unificeren van de propaganda, het informatiebeheer en de publieke diplomatie-initiatieven van het ministerie. De oprichting van het departement was het gevolg van een groeiend bewustzijn bij MvBuZa-functionarissen in het begin van de twintigste eeuw. Zij beseften steeds meer dat de geopolitieke positie van het Japanse Keizerrijk ondersteund moest worden door de promotie van haar buitenlands beleid in de internationale publieke opinie.

Er was tot dusver een gebrek aan wetenschappelijk onderzoek dat de aard en de activiteiten van het Departement van Informatie op een gerichte manier heeft onderzocht. Het weinige onderzoek dat de aspecten van het Departement van Informatie wel zijdelings vernoemt, oordeelt dat het departement slechts een beperkte invloed heeft gehad op de propagandastrategieën van de Japanse keizerlijke staat in het interbellum. Deze doctoraatsthesis is een poging om het gebrek aan onderzoek over het departement te verhelpen, en zij doet dat door de activiteiten van het Departement van Informatie in de jaren 1920 te beschrijven en analyseren. Hierbij wordt in de thesis geconcludeerd dat het departement inderdaad een belangrijke toevoeging voor de institutionele structuur van het Japanse MvBuZa, en dat het een cruciale stap voorwaarts betekende voor het vermogen van het ministerie om publieke diplomatie-initiatieven uit te voeren. Het departement droeg bij aan het opbouwen binnen het ministerie van expertise over propagandamethodes, en over de internationale nieuwsindustrie. Deze accumulatie van kennis was een preconditie voor de verbetering van de methodes waarmee het ministerie publieke diplomatie uitvoerde.

De scriptie komt tot de bovenstaande conclusie door middel van haar analyse van het MvBuZa in de periode van 1904 tot 1928. In deze maakt ze gebruik van het theoretisch kader van 'mediatisering'. Dit concept stelt een onderzoeker in staat het groeiende bewustzijn van politieke en diplomatieke actoren te bestuderen met betrekking tot de impact van (massa)media. ‘Mediatisering’ creëert een methodologisch kader waarmee de effecten op de politieke besluitvorming en de politieke communicatie van dit veranderende bewustzijn kunnen worden geduid. In deze scriptie wordt een hybride vorm van twee concepties van ‘mediatisering’ gebruikt: de ‘vier fasen van de mediatisering van de politiek’ door Jesper Strömbäck (2008) aan de ene kant, en de ‘mediatisering van de diplomatie’ door James Pamment (2014) aan de andere kant. Via een analyse met deze methodologische lens worden conclusies getrokken over het institutionele belang van het departement voor het ministerie en haar publieke diplomatie. Langs de andere kant levert deze studie ook waardevolle gegevens op voor het groeiende corpus van empirisch onderzoek over ‘mediatisering’. Onderzoek rond ‘mediatisering’ dat gericht is op een niet-westelijke, vooroorlogse context, is nog steeds buitengewoon zeldzaam. Deze scriptie draagt dus ook nieuwe data bij voor de historische en empirische aspecten van dit theoretisch kader.

De tijdsperiode die onderzocht wordt in deze thesis start in 1904. De scriptie bekijkt het proces van gewaarwording over de internationale publieke opinie binnen het ministerie en duidt op die manier de omstandigheden waarin het Departement van Informatie werd opgericht. Vervolgens wordt de aard van het departement en haar activiteiten in de jaren 1920 geanalyseerd. Het derde hoofdstuk handelt over de aanwezigheid in het departement van burger-experten uit de internationale nieuwsindustrie. Daarna volgen nog drie analyses van de concrete publieke diplomatie-initiatieven van het departement in de context van, respectievelijk, de Conferentie van Washington (1921-1922), de Immigratie-akte van de Verenigde Staten van 1924, en het Ji'nan-incident (1928). De Japanse keizerlijke propaganda van de jaren 1930 en 1940 heeft tot dusver meer aandacht gekregen in bestaand onderzoek dan de Japanse staatspropaganda van de jaren 1920. Een gerichte analyse van het departement in de jaren 1920 is echter essentieel voor het begrip van de propagandainstituten die de Japanse staat in de volgende decennia zou oprichten. Doorheen haar zes hoofdstukken betoogt de scriptie dat het Departement van Informatie in de jaren 1920 een belangrijke institutionele toevoeging was aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en dat ze de verbetering van de publieke diplomatie van het ministerie mogelijk maakte. Op deze manier effende ze de weg voor de nog krachtigere en meer gecentraliseerde Japanse propagandainstituten van de jaren 1930 en 1940.

Datum:1 okt 2017 →  14 dec 2023
Trefwoorden:Japan, China, Politics, Mediatization, Media, Policy Making, Foreign Policy, Media Consciousness, Public Opinion
Disciplines:Talen, Diplomatie
Project type:PhD project