Recht op contact : maatregelen bij de niet-naleving van de contactregeling tussen ouder en kind na scheiding van de ouders

Wanneer ouders niet langer samenleven, moet er een verblijfs- of omgangsregeling voor hun minderjarige kinderen worden vastgesteld. Het onderzoek gaat in op de problematiek van de niet-naleving van deze regeling. Het contact tussen ouder en kind kan verhinderd worden door de contactgerechtigde ouder zelf, dan wel door het kind of de ex-partner van de contactgerechtigde ouder. Geschillen omtrent de tenuitvoerlegging van de verblijfs- of omgangsregeling liggen vaak erg gevoelig bij de betrokkenen, en de redenen van niet-naleving zijn dan ook erg divers. Het onderzoek gaat na welke maatregelen de nationale autoriteiten (zouden moeten) kunnen nemen bij niet-naleving van de verblijfs- of omgangsregeling om het contact tussen ouder en kind op een doeltreffende en toereikende wijze te waarborgen. Er vindt een rechtsvergelijkend onderzoek plaats naar de verschillende mogelijke maatregelen, evenals een toetsing van deze maatregelen aan criteria afgeleid uit de rechtspraak van het EHRM.