Project
Praktijkonderzoek naar en intwikkeling van een intersectorale juridische onderbouwing voor de praktijk van het toezicht en de handhaving binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
De verschillende – publiekrechtelijke en privaatrechtelijke – actoren aan de aanbodzijde in de zorgsector dienen de kwalitatieve zorgverlening centraal te stellen. De overheid, die de (grondwettelijke) eindverantwoordelijkheid voor het zorgbeleid en de uitvoering ervan draagt, dient deze actoren hierin te stimuleren. Eén van de sturingsinstrumenten waarover de overheid beschikt om dit te bewerkstelligen, is het toezicht op de verschillende zorginstellingen en –voorzieningen.
Met het project “Beter Bestuurlijk Beleid” werd een organisatorische eenmaking bewerkstelligd, onder meer van de inspectiedienst die met dit toezicht op de verschillende zorginstellingen en –voorzieningen is belast, zijnde het IVA Zorginspectie. Aan de basis van deze eenmaking lag de visie van de Vlaamse Regering van homogeniteit, van optimalisering van organisatie en werking en van kwaliteitsbevordering. Deze doelstellingen kunnen evenwel slechts volledig worden bereikt indien het eengemaakte IVA Zorginspectie zou kunnen terugvallen op een homogene regelgeving, die voor al zijn activiteiten een duidelijk kader zou bieden van de beschikbare bevoegdheden en mogelijkheden en het agentschap zou toelaten zijn rol van kwaliteitsbevorderende actor in de welzijns- en gezondheidssector te vervullen. Dit (b)lijkt echter niet het geval te zijn. De bepalingen rond toezicht en handhaving in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn versnipperd over sectorale, intersectorale, federale en regionale regelgevingen. Bovendien moet door het agentschap bij zijn activiteiten ook rekening gehouden worden met de impact van de belendende (Europese) regelgeving m.b.t. privacy, beroepsgeheim, medisch geheim, patiënten- en cliëntenrechten, enz.
Deze veelheid aan regelgeving veroorzaakt niet alleen rechtsonzekerheid voor de (potentiële) gebruikers en de voorzieningen, het brengt ook problemen met zich mee voor de ambtenaren die met het toezicht belast zijn. Dit onderzoek wil hieraan tegemoetkomen, door twee van de meest prangende knelpunten in de praktijk te belichten, nl. de vraag naar aansprakelijkheid en bescherming van persoonsgegevens. Doel is een heldere uiteenzetting te bieden omtrent de voor de geselecteerde thema’s relevante regelgeving én de concrete implicaties t.a.v. (de activiteiten van) het IVA Zorginspectie.
Het onderzoek “Zorginspectie en aansprakelijkheid” bestudeert zowel de burgerrechtelijke (contractuele en buitencontractuele) aansprakelijkheid van de (individuele) inspecteur en de overheid, als hun strafrechtelijke aansprakelijkheid, dit naast de behandeling van een aantal bijzondere hiermee verwante vraagstukken.
Het onderzoek “Zorginspectie en de verwerking van persoonsgegevens” bestudeert de toepasselijkheid van en de inhoudelijke vereisten en verplichtingen opgelegd door de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de concrete implicaties hiervan voor het handelen van Zorginspectie.