< Terug naar vorige pagina

Project

Overleving van virulentie van de zoönotische pathogenen Salmonella en E. coli O157 in serreteelt van botersla (SALCOSLA)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Zoönotische pathogenen (dit zijn humane ziektekiemen overgedragen door dieren) kunnen overgaan op groenten. Als ze voorkomen op rauwe of minimaal geconserveerde groenten (IVde gamma) kunnen ze een risico vormen voor de volksgezondheid. Dat blijkt uit een aantal recente uitbraken geassocieerd met deze voedingsproducten. Deze studie focust op bladgroenten, meer bepaald op botersla als model. De onderzoeksvragen zijn: In welke mate zijn de meest voor de hand liggende insleeproutes voor zoönotische pathogenen bij een teelt onder glas, namelijk  zaad en irrigatiewater, verantwoordelijk voor het optreden van de bewuste pathogenen op de plant? Hoe overleven en gedragen zich de zoönotische pathogenen Salmonella en  E. coli O157 op of in de plant?  In welke mate is het aangewezen om naast plantquarantaine-organismen en plantpathogenen ook te screenen op zoönotische pathogenen in zaad en/of pootgoed en beregeningswater?  

Onderzoeksaanpak
ILVO brengt 2 evidente besmettingsbronnen in kaart: zaad/kiemplanten en beregeningswater dat de bovengrondse plantendelen kan bereiken. Wij onderzoeken de overleving en verspreiding van de zoönotische pathogenen vanuit zaad naar de kiemplanten en de overleving in begietingswater met verschillende organische belasting.  In een volgend deel van het onderzoek observeren we het gedrag en de humane virulentie van Salmonella en E. coli O157 op botersla met aandacht voor verschillende factoren (groeistadia, pathogene stam, epifytisch versus endofytisch contact, beschadiging).  Diverse externe condities die ook in de praktijk voorkomen zijn in de experimentele setting opgenomen. Wij voeren artificiële besmettingen uit  met Salmonella en E. coli O157.  Er wordt zowel gewerkt met natuurlijke, virulente stammen als met avirulente stammen. Dat doen we om bioveiligheidsredenen (besmettingsproeven van volledige planten in fytotron) en om het effect van natuurlijke virulentie van deze pathogenen op het gedrag op de plant als habitat na te gaan via detached leaf assays. Verder maken we gebruik van bioluminescente lux-gelabelde mutanten zodat we de lokalisatie in de plantendelen beter kunnen opvolgen.  

Relevantie/Valorisatie
Dit project verheldert de omstandigheden waaronder Salmonella en  E. coli O157 op botersla in serreteelt kan overleven en voorkomen.  Er komt met name duidelijkheid inzake insleeproutes zoals zaad en irrigatiewater.  Het voedselveiligheidsrisico met betrekking tot zoönotische pathogenen op sla valt beter in te schatten met de verworven data. Ten slotte kan de vraag beantwoord worden of naast plantquarantaine-organismen en plantpathogenen ook moet gescreend worden naar zoönotische pathogenen in zaad en/of pootgoed en beregeningswater.  

Externe partner(s)
Ugent - Fac. Bio-ingenieurswetenschappen
Datum:1 apr 2009 →  31 mrt 2013