< Terug naar vorige pagina

Project

Naar duurzame voedselsystemen in België: productie- en consumptie perspectieven rekening houdend met milieu-impact, voedingswaardes en voedingsgewoontes

Voedselproductie en -consumptie dragen bij aan wereldwijde milieueffecten. Eiwitbronnen spelen hier een belangrijke rol in en onderzoek heeft aangetoond dat dierlijke eiwitbronnen, zoals vlees en zuivel, over het algemeen een grotere milieu-impact hebben dan plantaardige eiwitbronnen, zoals erwten en peulvruchten. Tegelijkertijd bevatten dierlijke eiwitbronnen belangrijke nutriënten. Bij een verandering van dierlijke naar plantaardige eiwitbronnen moet er daarom op gelet worden dat er nog steeds voldoende nutriënten worden aangeleverd. Bovendien dienen de veranderingen acceptabel te zijn voor consumenten om daadwerkelijk plaats te vinden.

Er zijn reeds verschillende oplossingen voorgesteld om de milieu-impact van voedsel te verminderen, zowel vanuit een productieperspectief als vanuit een consumptieperspectief. Een belangrijke limitatie van deze oplossingen is dat ze rekening houden met algemene productiesystemen en consumptiepatronen, terwijl deze variëren tussen individuele systemen en consumenten. Dit doctoraatsonderzoek onderzoekt een aantal mogelijke veranderingen in Belgische productiesystemen en consumptiepatronen van eiwitbronnen, rekening houdend met variabiliteit tussen boerderijen en consumenten, met als uiteindelijk doel om de milieu-impact te verminderen en tegelijkertijd aan nutritionele behoeften te voldoen.

De eerste mogelijke verandering heeft betrekking tot Belgische varkensproductiesystemen. De invloed van bedrijfskenmerken en voedersamenstellingen op de milieu-impact van varkensproductie werd onderzocht. Een belangrijk kenmerk was de productiviteit van de bedrijven, die bepaald werd door de voederconversie-efficiëntie en de productiviteit van de zeugen. Over het algemeen was een hogere productiviteit gerelateerd met een lagere milieu-impact. Andere bedrijfskenmerken die een invloed hadden op de milieu-impact van de bedrijven waren het energieverbruik en mestbeheer. Een belangrijke factor op vlak van voedersamenstelling was de oorsprong van soja-ingrediënten, met een grote bijdrage van landgebruik veranderingen op vlak van klimaatverandering. Een andere belangrijke factor was het gebruik van synthetische aminozuren, die een grote bijdrage hadden in de milieu-impact van voederproducten.

De tweede mogelijke verandering betreft het vervangen van vlees door vleesvervangers. De milieu-impact van de productie van een varkensschnitzel werd vergeleken met de impact van de productie van een veganistische en vegetarische sojaschnitzel. Verschillende functionele eenheden werden beschouwd, op basis van de belangrijke functies van vlees en vleesvervangers; die van maaltijdcomponent en die van leverancier van hoogwaardige eiwitten. De varkensschnitzel had de grootste milieu-impact voor de meeste milieu-impactindicatoren. Voor enkele milieu-impactindicatoren hadden de sojaschnitzels echter een hogere impact, vooral als rekening werd gehouden met het eiwitgehalte en de eiwitkwaliteit van de producten. De milieu-impact van de vegetarische sojaschnitzel was hoger dan die van de veganistische sojaschnitzel, vooral door de aanwezigheid van kippenei-eiwit, wat een hoge milieu-impact heeft. Ook zonnebloemolie en de toegepaste processen om de schnitzels te produceren dragen veel bij tot de milieu-impact van de sojaschnitzels. Als de eiwitkwaliteit beschouwd wordt, heeft de veganistische sojaschnitzel een nog lagere milieu-impact dan de vegetarische, vanwege de iets hogere eiwitkwaliteit. Het is dus gunstiger om de varkensschnitzel te vervangen door de veganistische sojaschnitzel dan door de vegetarische, zowel op vlak van nutritionele waarde als op vlak van milieu-impact.

De derde mogelijke verandering heeft betrekking tot consumptiepatronen van eiwitbronnen. Het doel was om aanvaardbare veranderingen in consumptiepatronen van eiwitbronnen te formuleren om de milieu-impact te verminderen en tegelijkertijd voldoende voedingsstoffen aan te leveren. Aanvaardbaarheid werd beschouwd door veranderingen in de huidige voedingsgewoonten van verschillende consumentengroepen in de Belgische bevolking te beperken. Daarom werden in een eerste stap verschillende "eiwitconsumptietypologieën" geïdentificeerd: consumentengroepen met variërende consumptiefrequenties van verschillende eiwitbronnen. In een tweede stap werd een optimalisatiemodel opgesteld, waarin de milieu-impact van de consumptie van eiwitbronnen werd geminimaliseerd en de nutritionele adequaatheid werd gewaarborgd. Veranderingen in de huidige consumptiepatronen werden beperkt voor elke geïdentificeerde typologie om de aanvaardbaarheid van de voorgestelde veranderingen te garanderen. De resultaten toonden dat veranderingen van maximaal 50% in de huidige consumptie van eiwitbronnen kunnen leiden tot een aanzienlijke vermindering van klimaatverandering, terwijl aan de voedingsaanbevelingen wordt voldaan. De veranderingen houden vooral een vermindering van vleesconsumptie in en een verhoging in de consumptie van eieren, melkproducten en plantaardige eiwitbronnen. De veranderingen verschilden tussen de typologieën, wat leidde tot meer gepersonaliseerde voedingsadviezen dan algemene adviezen.

De voorgestelde veranderingen hebben potentieel om Belgische voedselsystemen te verduurzamen, waarbij veranderingen in consumptiepatronen het grootste potentieel hebben voor een verlaging van de milieu-impact. Om de veranderingen daadwerkelijk door te voeren, moeten ze geïntegreerd worden in het geheel van ons voedselsysteem, ook rekening houdend met sociale en economische parameters.

Datum:29 nov 2017 →  1 apr 2022
Trefwoorden:Life Cycle Assessment, Protein, Food consumption pattern
Disciplines:Andere chemie, Voeding en dieetkunde, Productie van landbouwdieren, Levensmiddelenwetenschappen en (bio)technologie, Analytische chemie, Macromoleculaire en materiaalchemie, Landbouw, land- en landbouwbedrijfsbeheer, Biotechnologie voor landbouw, bosbouw, visserij en aanverwante wetenschappen, Visserij
Project type:PhD project