< Terug naar vorige pagina

Project

Taalerosie en onrechtvaardigheid: Een structurele-onrechtvaardigheidsbenadering van taalerosie

Lang gevestigde nationale taalgroepen krijgen vaak voorrang op recente immigrantentalen. In termen van taalherkenning, zoals de taal of talen van het openbaar onderwijs, de publieke media of het rechtsstelsel, komen meerderheidsburgers eerst, daarna nationale minderheden. Zelfs in meertalige landen die verstrekkende taalrechten verlenen, zoals België, Canada, Spanje of Zwitserland, krijgen immigrantentalen (zoals Chinees en Turks in West-Europa en Noord-Amerika) doorgaans een zeer beperkte staatsbekendheid, indien aanwezig. Dit onderzoeksproject heeft tot doel een theorie van taalkundige rechtvaardigheid van immigranten te ontwikkelen, met het oog op macht. Ik zal de vragen behandelen zoals 'Moeten Australische scholen inheemse talen als belangrijkste instructiemedium gebruiken? Moeten scholen in Chinatown in Sydney openbaar onderwijs in het Chinees aanbieden in plaats van Engels? Moeten nationale minderheden steun ontvangen, terwijl immigranten dat niet doen? Moeten deze verschillen normatief worden onderzocht? ”Gezien het feit dat immigranten vaak onderworpen personen zijn, vraag ik me af hoe de taalrechten van immigranten kunnen worden begrepen in relatie tot de huidige manifeste machtsstructuren in samenlevingen en hoe dit begrip leidt tot een specifieke theorie van taalrecht voor immigranten.

Datum:1 dec 2019 →  27 mei 2022
Trefwoorden:Linguistic justice, Structural injustice, Immigration
Disciplines:Sociale en politieke filosofie
Project type:PhD project