Mechanismen van afferente zenuw sensitisatie onderliggend aan viscerale overgevoeligheid

Ongeveer 10 tot 20% van de wereldwijde bevolking lijdt aan het prikkelbare darmsyndroom (PDS),  de meest voorkomende gastro-intestinale ziekte in de westerse wereld. Kenmerkende symptomen van PDS variëren van patiënt to patiënt, maar includeren chonische en adbominale pijn geassocieerd met een veranderde stoelgang waarbij geen structurele oorzaak is. Rond de 60% van de PDS-patiënten lijdt aan een verhoogde abdominale pijnperceptie of viscerale overgevoeligheid. De twee best beschreven oorzaken van PDS zijn enerzijds psychologische stress en anderzijds bacteriële darminfecties. Onze hypothese is dat een infectie niet enkel een immuuunrespons induceert tegen het infectieuze antigen, maar tevens een reactie tegen onschuldige antigenen hetgeen productie van antlichamen induceert en daaropvolgende activatie van mestcellen. Om onze hypothese te onderzoeken hebben we het onschuldige antigen ovalbumin (OVA) bestudeerd en muizen blootgesteld aan OVA gedurende een infectie. Wij hebben aangetoond dat herhaaldelijke blootstelling aan OVA via orale gavage gedurende infectie inderdaad resulteerde in viscerale overgevoeligheid en een verhoogde permeabiliteit. Belangrijk is dat dit fenomeen enkel werd waargenomen in muizen met een voornamelijk Th2 immunogenetische achtergrond, gezien in BALB/c muizen. Onze bevindingen komen overeen met een recente studie waarbij wijzigingen in de voeding in PDS patiënten resulteerde in veranderingen in epitheliale morfologie en secretie. Tijdens mijn PhD zal ik onze hypothese waarbij viscerale overgevoeligheid wordt veroorzaakt door onschuldige antigenen gedurende een infectie welke afhankelijk is van een Th2 reactie verder onderzoeken. Herhaaldelijke blootstelling tegen deze onschuldige antigenen nadat de infectie al geklaard is zal een Th2 reactie induceren welke activatie van mestcellen en daaropvolgende sensibilisering van afferente zenuwvezels induceert. Mijn PhD is bedoeld om dit model verder te valideren en de onderliggende mechanismen, mediatoren en nociceptoren betrokken in deze post-infecteuze visceral overgevoeligheid te onderzoeken.