< Terug naar vorige pagina

Project

Linguïstische rechtvaardigheid in de wet: tweetaligheid van rechters in binationale staten

Dit project wil een theoretische kloof overbruggen in taalrechtvaardigheidstheorieën. Meer bepaald beoogt het de volgende vraag te beantwoorden: Moet tweetaligheid of meertaligheid verplicht zijn voor de rechters van de hoogste en / of constitutionele rechtshoven van binationale of multinationale staten? Bij de beantwoording van deze vraag sluit dit project zich aan bij de algemene benadering van taalvaardigheid, zoals ontwikkeld door filosofen als Philippe Van Parijs, Will Kymlicka en Helder De Schutter. Deze benadering heeft mijns inziens als voordeel dat ze klassieke liberale theorieën moderniseert door ze toepasbaar te maken op multinationale en meertalige gevallen. Twee hoofdthema's op het gebied van taalrechtvaardigheid zullen worden gemobiliseerd in de ontwikkeling van het geschikte analytische kader voor dit project: taalrechten, in de context van multinationale staten, en Engels als lingua franca. Het laatste onderwerp is van bijzonder belang in landen waar Engels ook één van de officiële talen is, zoals Canada of Nieuw-Zeeland. Echter, en dit zou een van de originele bijdragen van het proefschrift zijn, moeten taalrechtvaardigheidsdenkers die deze benadering toepassen taalrechtvaardigheid nog beschouwen in het licht van hedendaagse rechtsfilosofische vragen.

Datum:20 sep 2018 →  17 nov 2020
Trefwoorden:Philosophy of Law, Linguistic Justice, Binational States, Political Philosophy
Disciplines:Ethiek, Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd, Theorie en methodologie in de filosofie, Filosofie
Project type:PhD project