Project
Hoe beïnvloedt context affectieve dynamiek
De studie van affectieve dynamiek is een groeiend domein in psychologische wetenschappen, gedreven door een aantal wetenschappelijke ontwikkelingen. Technieken die het vergaren van intensief-longitudinale data faciliteren zijn toegankelijk geworden voor vele wetenschappers. Theoretische consideraties spelen ook een belangrijke rol, zoals de bevinding dat intra-individuele affectieve processen zich vaak heel heterogeen gedragen over individuen, en de wil om de temporele evolutie van emotionele processen te begrijpen. Applicatie tot de ontwikkeling van emotie-stoornissen gunt het dynamisch paradigma met een pragmatisch mandaat, en onmiddelijke relevantie voor de samenleving.
Het integreren van contextuele informatie in de statistische modellen, waarvan vector-autoregressieve (VAR) modelleneen een prevalente familie is, is onder-gerepresenteerd in de literatuur. Deze statistische modellen worden gebruikt om de dynamieken onderliggend aan intensieve longitudinale data van psychologische processen te analyseren, en inferenties te maken. Desalniettemin is de integratie van contextuele informatie geassocieerd zijn met een aantal methodologische problemen. Sommige van deze problemen hebben grote implicaties voor interpretatie van de analyses, en sommige zijn van fundamenteel belang over ons denken rond emotie-processen.
Ten eerste, om de invloed van bepaalde contexten op de emotionele beleving van een individu te schatten, moeten de modellen veranderingen in dynamiek kunnen toelaten. De studie van dergelijke (tijds-)variërende modellen is in opkomst, maar dit soort modellen zijn moeilijker, zowel kwa interpretatie van model resultaten als technisch details van de modellen zelf, dan modellen die één set dynamische relaties schatten.
Ten tweede zijn klassieke VAR modellen inherent onspecifiek ten opzichte van externe gebeurtenissen die het systeem beïnvloeden. Buiten de vanzelfsprekende relevantie van dit probleem voor de studie van affectieve dynamiek in context, schuilt er een dieper probleem achter dit verhaal, in dat elke klassieke VAR model getransformeerd kan worden naar een oneindig aantal statistisch equivalente modellen, die verschillen in wat ze impliceren voor theorie. Dit maakt interpretatie van de resultaten zeer problematisch.
Een derde punt betreft de distinctie tussen continue, en discrete-tijds formulaties van modellen. Beide strekkingen hebben hun voor en hun nadelen in applicatie rond affectieve dynamiek, en de mate waarin de voordelen de nadelen uitwegen is een discussiepunt in de literatuur. Toch zijn de gevolgen van deze discussie belangrijk voor de toekomst van methodologische technieken rond het modelleren van affectieve dynamiek.
Deze Ph.D project is primair gefocussed op deze problemen, met als doel te contribueren tot een stereke methodologische fundament voor het dynamisch paradigma.