< Terug naar vorige pagina

Project

Het ontwerp van duurzame, inclusieve publieke interieurs vanuit een stedenbouwkundig en interieur-architecturaal perspectief

"Stedelijke publieke ruimte vormt één van de wezenskenmerken van de stad, van het stedelijk leven, van de stadscultuur. Om die redenen zijn hybride vormen van publieke ruimte, de zogenaamde tweede publieke ruimte, pas interessant in zoverre ze geen ondermijning vormen van de eerste publieke ruimte." (Borret, beleidsnota 2006-2011, p.39)Kristiaan Borret, voormalig stadsbouwmeester van Antwerpen, wijst in zijn beleidsnota op de kwaliteiten van de zogenoemde 'tweede publieke ruimte', namelijk passages, insteken, toegankelijke binnengebieden en open interieurs. Ze mogen echter niet de levendigheid van de zogenoemde 'eerste publieke ruimte', namelijk de straten en pleinen, aantasten, aldus Borret. Ook andere auteurs wijzen op de gevaren van de 'tweede publieke ruimten' voor de kwaliteit van de publieke ruimte. (Sorkin 1992; Avermaete & Teerds 2007, Koolhaas 2002; De Cauter 2004).Anderzijds kunnen deze 'tweede publieke ruimten' juist een ontmoetingsplaats vormen voor groepen die geen plaats vinden in de straten en pleinen. Architect Manuel de Sola-Morales (1992) wees juist op het belang van deze nieuwe vormen van publieke ruimte die het alledaagse leven van de huidige Europese stad kunnen stimuleren. Stedenbouwkundige Ali Mandanipour (2010) meent dat deze ruimten juist een tegenwicht kunnen bieden voor sociale fragmentatie in de stad. Tenslotte dient het ontwerp van deze ruimten ook duurzaam in tijd te zijn. Tot nu toe werd vooral de 'eerste publieke ruimte' onderzocht binnen door academici werkzaam binnen stadsontwerp en stedenbouw. Daarnaast werden vanuit architectuur en interieurarchitectuur heel specifieke publieke interieurs, zoals kinderdagverblijven of winkel- en zorgcentra, bestudeerd. Maar een interdisciplinaire benadering ontbrak tot nu toe. Deze studie wil de disciplinaire grenzen overschrijven en zoeken naar een gemeenschappelijke taal of framework om de 'tweede publieke ruimten' op een meer holistische manier te ontwerpen. De onderzoeksvraag stelt: Hoe kunnen we duurzame, kwalitatieve publieke interieurs of 'tweede publieke ruimten' ontwerpen die bovendien geïntegreerd zijn in een breder netwerk met de 'eerste publieke ruimte'? Om dit te bereiken, zullen we ontwerpprincipes ontwikkelen die gebaseerd zijn op theorie over de publieke ruimte en het stadsontwerp enerzijds, als (interieur)architectuurtheorie anderzijds. Daarenboven worden die getest in diverse casestudies.
Datum:1 okt 2014 →  30 sep 2018
Trefwoorden:NETWERK VAN DE OPENBARE RUIMTE, PUBLIEK INTERIEUR, INTERIEURARCHITECTUUR, INCLUSIEF ONTWERP
Disciplines:Ingenieurswetenschappen in de architectuur, Architectuur, Interieurarchitectuur, Stedelijk en regionaal ontwerp, ontwikkeling en planning, Architecturaal design, Kunststudies en -wetenschappen