< Terug naar vorige pagina

Project

Het evenredigheidsbeginsel en haar kritiek. Een analyse van de rechtspraak.

Het voorgestelde onderzoek heeft tot doel om de kritiek op het evenredigheidsbeginsel te evalueren, en om te bepalen hoe die kritiek van belang kan zijn in het verfijnen van dit principe. Dit zal gebeuren door een grondige analyse van de rechtspraak van twee hoven in de kern van Europe: het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Het evenredigheidsbeginsel is vandaag alomtegenwoordig in de rechtspraak van deze hoven. Zowel in grondwettelijk en administratief recht als mensenrechten is dit principe onontbeerlijk voor het gerechtelijk besluitvormingsproces. Maar de definitie van dit principe is niet altijd duidelijk: er is verwarring als het op de precieze betekenis en de factoren die leiden tot de appreciatiemarge van de beslissingnemer. Bovendien werd het principe bijzonder hard gekritiseerd. Sommigen argumenteren dat er geen objectieve standaard is aan de hand van de welke rechters het beginsel kunnen toepassen. Anderen stellen dat het beginsel de natuur van subjectieve rechten verraadt.

Het voorgestelde onderzoek vindt plaats in twee stappen. Eerst zal het beginsel gedefinieerd worden in functie van de rechtspraak, met het oog om klaarheid in de verwarring te brengen. Ten tweede zal die definitie geconfronteerd worden met de bestaande kritiek geformuleerd in de literatuur. Dit zal toelaten om de validiteit van de kritiek te evalueren alsook om voorstellen te maken om het principe te verfijnen.

Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2016
Trefwoorden:rechten van de mens, Europees Hof, Evenredigheidsbeginsel
Disciplines:Rechten
Project type:PhD project