< Terug naar vorige pagina

Project

Gepersonaliseerde multimodale behandeling voor operabele slokdarmkanker door analyse van minimale residuele ziekte door circulerend tumoraal DNA (ctDNA)

Slokdarmkanker is een van de meest frequente doodsoorzaken door kanker in de wereld en is verantwoordelijk voor 500 000 jaarlijkse overlijdens. Het type spinocellulair carcinoom blijft stabiel, maar adenocarcinoma van de slokdarm is toenemend in de westerse populatie. Patiënten met cT1-2N0 (cfr. TNM stadiering) ziekte komen in aanmerking voor primaire heelkunde gevolgd door observatie. De gouden standaard is Neo-adjuvante radiochemotherapie gevolgd door heelkunde in patiënten met >cT3 tumor of klierpositieve ziekte. Het risico op ziekte herval na volledige behandeling zonder een volledige pathologische respons blijft rond 70-75% waarvan deze patiënten nadien palliatieve chemotherapie of immunotherapie nodig hebben. Recent werd adjuvante therapie door middel van immunotherapie toegevoegd aan de multimodale behandeling (chemoradiotherapie – heelkunde – immunotherapie). Deze behandeling duurt één jaar na heelkunde en gaf een duidelijke toename van de ziekte-vrije overleving in patiënten zonder complete pathologische respons na heelkunde Deze hele multimodale strategie heeft een positieve invloed gehad op het ziekteverloop voor de patiënt, maar bio merkers ontbreken voor de individuele patiënt wat resulteert in over en onder behandeling. In UZ Leuven heeft 36% van de patiënten die primaire chirurgie ondergaan, omwille van vermoedelijke lokale ziekte, een meer geavanceerd ziektestadium. Ziekte herval bij deze patiënten rijkt tot 45%. Idealiter waren deze patiënten voorbehandeld met radio-chemotherapie, chirurgie en, zo geen complete respons, adjuvante immunotherapie. Standaard multimodale behandeling leidt dan weer tot overbehandeling en toename van therapie gerelateerde complicaties. In UZ Leuven is 50% van de patiënten met een >cT3 of klierpositieve ziekte genezen na chemoradiatie en heelkunde en is nabehandeling vermoedelijk niet nodig. Bijgevolg zou het beter identificeren van het ziektestadium van deze patiënten leiden tot een betere gepersonaliseerde behandeling. Dit zou de nood aan adjuvante immunotherapie alsook het vroegtijdig ziekte herval bij primaire heelkunde beter kunnen stratificeren. In dit project poneren we de minimale residuele ziekte (MRZ) te kunnen achterhalen door middel van circulerend tumor DNA (ctDNA) bij patienten die behandeling ondergaan voor slokdarm kanker. We onderzoeken of ctDNA detectie bij diagnose kan bijdragen tot de klinische stadiering in combinatie met de standaard diagnostiek (PET-CT en echo-endoscopie) en ons kan helpen rond de multidisciplinaire beslissing tot een strategische keuze. Daarnaast zouden we willen analyseren of een ctDNA staal in de postoperatieve setting een onderscheid kan maken tussen de patiënten die genezen zijn na heelkunde, dan wel patiënten nood zouden kunnen hebben tot een nabehandeling met immunotherapie. Finaal zouden we serieel ctDNA willen meten bij patiënten onder adjuvante behandeling om de noodzaak en duur van immunotherapie te kunnen optimaliseren

Datum:11 jan 2022 →  Heden
Trefwoorden:Esophageal Cancer, Multimodal treatment, Minimal residual disease, ctDNA
Disciplines:Kankerdiagnose
Project type:PhD project