< Terug naar vorige pagina

Project

GENEROSE: Genetic evaluation of European rose resources for conservation and horticultural use (GENEROSE)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Welke meerwaarde bezitten de wilde Europese rozensoorten voor veredeling op ziekteresistentie of op toepassingen in de groenvoorziening? Kunnen we, specifiek inzake resistentie tegen schimmelziekten efficiënte screeningstechnieken voor roos ontwikkelen? Welke kruisingsbarrières bestaan er wanneer we wilde en gecultiveerde rozen willen combineren? Dit GeneRose-project heeft tot doel om wilde genetische bronnen van rozen duurzaam in stand te houden en te beschermen door ze via systematische bestudering een mogelijke rol te geven in veredelingsprogramma’s.  
 

Onderzoeksaanpak
We brengen de biodiversiteit binnen en tussen populaties van wilde rozen in kaart. We stellen hun inheemse natuur vast en we reconstrueren de genetische relaties tussen de verschillende Europese soorten. We ontwikkelen een roos-specifieke biotoets om volgende ziektes en resp. plantresistentie te detecteren: sterroetdauw, echte meeldauw, roest en meeldauw. We controleren (met de bio-assays) de mate van weerstand van de verschillende rozensoorten tegen de genoemde schimmels en wijzen zo nieuwe bronnen van ziekteresistentie aan. We ontwikkelen moleculaire merkers gekoppeld aan ziekteresistentie. We werken kruisingsstrategieën uit om de kruisingsbarrières tussen soorten met verschillende ploïdiegraad te overwinnen. We evalueren, in samenwerking met rozenkwekers en –telers, de mogelijke toepassingen van de wilde rozensoorten in de groenvoorziening.
 

Relevantie/Valorisatie
Afgezien van de sierwaarde van mogelijke nieuwe introducties van autochtone rozen hebben we vastgesteld dat dit project een rozenproductie met een lagere milieu-impact sterk heeft bevorderd, omdat nieuwe ziekteresistente rassen drastisch minder bespuitingen vergen. Het project heeft op originele en efficiënte wijze een win win gegenereerd: 1. Het veredelingsonderzoek boekt winst op vlak van ziekteresistentie door de nieuwe bronnen van ziekteresistentie aan te boren; 2. De biodiversiteit van de Europese wilde rozen populatie is gered door biotechnologische know how (DNA-merkers voor biodiversiteitsonderzoek en voor het in kaart brengen van ziekteresistentie, flowcytometrie voor pollen sorteren); 3. De commerciële waarde van kruisingen is gegarandeerd door de nauwe betrokkenheid van praktijkmensen.
  

Financiering
European Union - FP5
Datum:1 jan 2003 →  31 dec 2006