Essays on the Economics of Trade Agreements.

Deze doctoraatsverhandeling wil bijdragen tot het begrijpen van hoe deze overeenkomsten worden onderhandeld en welke impact ze hebben, aangezien dit belangrijk is voor zowel academici als beleidsmakers en goed geïnformeerde burgers.

In de eerste twee essays van deze verhandeling bestudeer ik de impact van EIA's tussen de Europese Unie en de rest van de wereld op product-niveau. Ik vind dat EIA's een handelscreërende impact hebben, dit zowel voor alsook nadat handelsakkoorden in werking treden. De handelsstromen beginnen toe te nemen vanaf het moment dat de onderhandelingen over de handelsovereenkomst beginnen en dit handelscreërend effect houdt aan tot vijf jaar na de inwerkingtreding van het handelsakkoord. Vooral het aantal producten dat wordt uitgevoerd naar een bestemming (de extensieve marge) neemt toe, maar er is een grote heterogeniteit tussen de verschillende handelsakoorden en EU-lidstaten.

In een derde essay bevestig ik deze bevindingen op bedrijfs-niveau met behulp van gedetailleerde data van Belgische exportbedrijven. Ik vind dat handelsakkoorden grote kansen bieden voor bedrijven en dat bedrijven hiervan gebruik maken.  Toch vind ik opnieuw grote heterogeniteit in de effecten van handelsakkoorden: vooral oudere bedrijven en bedrijven met 50 tot 99 werknemers halen hier voordeel uit.

In een vierde en laatste essay bestudeer ik het onderhandelingsproces van EIA's. Ik vind dat de market power van een product een goede voorspeller is van de uitkomst van de bilaterale handelsbesprekingen voor dat product, alsook het lobbywerk van bedrijven. Producten met meer market power en producten uit import-concurrerende sectoren die politiek georganiseerd zijn om te lobbyen, hebben een grotere kans om uitgesloten te worden van liberalisering in een vrijhandelsakkoord.