< Terug naar vorige pagina

Project

Doorheen denken aan Zijn en Nietigheid naar loven van het Absolute

Post-metafysische filosofie doet zich vandaag de dag voor als religie-vriendelijk omdat ze religieuze ideeën een plaats probeert te geven binnen een immanent kader. Toch is het maar de vraag of deze benadering werkelijk recht kan doen aan het concept van transcendentie dat behoort tot de kern van het religieuze denken. Deze kwestie is cruciaal aangezien het begrip van de relaties tussen immanentie en transcendentie, en tussen eindig en oneindig, zeer sterk bepaalt hoe men religieuze handelingen zoals het gebed - de religieuze handeling bij uitstek - zal opvatten.
Een adequate beschrijving van transcendentie moet twee valstrikken zien te omzeilen. Een eerste is het reduceren van transcendentie tot immanentie, zoals voorgestaan door G. Vattimo en J. Caputo: hier verwordt gebed tot iets zuiver therapeutisch gereduceerd. Een tweede valstrik is het radicaal gescheiden houden van transcendentie en immanentie, zoals verwoord door E. Levinas en J.-L. Marion. Hun opvatting biedt geen ruimte voor de communicatie tussen mensen en het goddelijke zoals door gelovigen aangenomen.
Dit project wil de verschillende interpretaties van transcendentie binnen de hedendaagse post-metafysische godsdienstfilosofie onderzoeken. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de vraag in hoeverre deze recht (kunnen) doen aan de praxis van het gebed.

Datum:5 aug 2020 →  7 mrt 2024
Trefwoorden:Ontology, Transcendence, Prayer, Phenomenological Turn
Disciplines:Filosofie van religie, Metafysica, Fenomenologie
Project type:PhD project