< Terug naar vorige pagina

Project

"Dire (l'io), dire il vero, dire" in Italiaanse Ipermoderno. De relaties tussen verhalen van persoonlijke ervaring en hat essayistiche schrijven in de Ego-Essayistische roman. Voorbellden van Rea, Siti en Wu Ming en Antar Mohamed

Mijn onderzoek richt zich op hybride vormen van hedendaagse Italiaanse verhalende literatuur (zie Palumbo Mosca 2014), en gaat meer in het bijzonder in op een reeks discursieve fenomenen die te maken hebben met de interactie tussen essayistisch schrijven en verschillende vormen van autobiografisch, biografisch en dagboekschrijven die typisch kunnen worden geassocieerd met het schrijven over persoonlijke ervaring (Mazzoni 2011) en essayistische vormen aanwenden die gericht zijn op het ik (egodocumenten, life writing) (Marchese 2014). Binnen de context van de hedendaagse Italiaanse roman, een genre dat notoir in staat is om verschillende registers en genres te incorporeren, zorgt het systematisch gebruik van deze traditioneel niet-fictionele genres (Donnarumma 2014) voor het ontstaan van wat men de “essay-roman in de eerste persoon” kan noemen. 

De casestudies waarop ik me heb gericht zijn Ermanno Rea's Mistero napoletano (1995), Walter Siti's Troppi paradisi (2006) en Wu Ming 2 en Antar Mohamed's Timira. Romanzo meticcio (2012). Elk van deze teksten verwijst naar een nauwkeurige fase van wat Raffaele Donnarumma (2014) heeft gedefinieerd als ‘hypermoderniteit’. Een tweede reden achter de keuze van deze teksten is dat ze enkele kenmerken delen, zoals:

1) de neiging van de auteurs tot zelfonderzoek via een schrijfstijl die de gecanoniseerde modi en labels van de persoonlijke ervaringsliteratuur en haar variaties overneemt: dagboek en verhalend dagboek in Rea, autobiografie en autofictie in Siti, biografie en biofictie in Wu Ming 2 en Antar Mohamed;

2) een betrokkenheid op de werkelijkheid dat op twee manieren tot uitdrukking komt: (a) via een thematische exploratie van specifieke onderwerpen, geïnformeerd door een "cartesiaanse beweging" (zie Simonetti 2003) op zoek naar nieuwe gezichtspunten en/of meer duidelijkheid, ook in verband met bredere maatschappelijke kwesties; (b) het gebruik van openlijk essayistische of zelfs journalistieke kenmerken, zoals getranscribeerde gesprekken, documenten of persartikelen, expliciete of indirecte verwijzingen naar andere werken en persoonlijke theoretische verklaringen, foto's, diplomatieke dispatches en administratieve verslagen.

3) het creëren van een literair discours dat manifest literaire kenmerken combineert met semi-literaire of niet-literaire kenmerken, en waarin narratieve dynamiek en essayistische uitweidingen en commentaren samenkomen.

Dit onderzoek is opgezet met als referentiekader de categorie van het ‘hypermoderne’, een categorie die als volgt kan worden omschreven: 

1) de verspreiding in het Italiaanse proza van een aantal typisch "postmoderne" kenmerken, zoals: het afbreken van de traditionele romanstructuren, het succes van de middlebrowcultuur, de burgerlijke en politieke onthechting, het metaliteraire, het verlaten van het realisme, het herschrijven als unieke mogelijkheid tot literaire creatie, het onvermogen om commentaar te leveren op de beleefde historische tijd, cultuur als amusement in plaats van informatie; 

 

2) het langzaam verdwijnen van de postmoderne culturele logica en haar literaire kenmerken in de tweede helft van de jaren '90, samen met de verschuiving naar een type verhaal met aandacht voor het hedendaagse, personages die geloofwaardige gebeurtenissen meemaken en die te maken krijgen met sociale en morele conflicten, een "terugkeer naar de werkelijkheid", een opvatting van schrijven als interpretatie van het dagelijkse leven en de innerlijke realiteit, een evenwicht tussen fictie en non-fictie; 

3) een andere houding van hypermoderne auteurs tegenover de historische, sociale en politieke werkelijkheid, waarbij zij een duidelijk standpunt innemen ten gunste of ten nadele van bepaalde aspecten van de samenleving.

Enkele van deze kenmerken zijn gebruikt bij de analyse van Mistero napoletano, Troppi paradisi en Timira. Romanzo meticcio, zoals als de encyclopedische roman, de systeemroman en de postmoderne pastiche. De focus komt hierbij te liggen op manieren waarop deze kenmerken zijn gebruikt en nog steeds worden gebruikt door auteurs. 

Uitgaande van het principe van de "cartesiaanse beweging" als belangrijkste leidraad, is een multidisciplinaire benadering van het essayistische discours in Mistero napoletano, Troppi paradisi en Timira. Romanzo meticcio ontwikkeld. Op basis van elementen uit de filosofie, de geschiedenis van de filosofie en de geschiedenis van het politieke denken, postkoloniale studies, Black Studies, femminisme, transmedialiteit, heeft deze benadering het mogelijk gemaakt de ethische, politieke of filosofische premissen van deze teksten te belichten. 

De belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek waren 

het identificeren en beschrijven van de bijzondere kenmerken van de essay-roman in de eerste persoon als een vorm die essayistisch schrijven en schrijven over persoonlijke ervaringen combineert.

Het beschrijven van deze literaire vorm als kenmerkend voor de Italiaanse hypermoderniteit.

Het opvullen van enkele leemtes in de Italiaanse kritische theorie omtrent de ontwikkeling van verschillende vormen van narrativiteit in de hedendaagse Italiaanse literatuur en over de auteurs die als case-studies zijn aangenomen. 

 

De resultaten van dit onderzoek zijn van belang voor de kritische en literaire theorie en de hedendaagse Italiaanse literatuurstudie. Meer bepaald kan mijn onderzoek bijdragen tot een beter begrip van literaire hypermoderniteit in de hedendaagse Italiaanse literatuur, en zal het ook scherpere inzichten opleveren in het subgenre van de essay-roman in de eerste persoon in zijn verschillende ontwikkelingsstadia en in de verschillende manieren waarop het essayistisch schrijven combineert met meer traditionele vormen van egodocumenten (autobiografie, biografie en dagboek) en de verschillende variaties hierop (autofictie, biofictie, verhalend dagboek). 

 

Datum:30 sep 2020 →  20 sep 2022
Trefwoorden:Ipermoderno, Hypermodernity, Autobiography, Biography, Diary, Essay
Disciplines:Biografie, Hedendaagse literatuur, Italiaanse literatuur, Moderne literatuur, Narratologie, Literatuurwetenschappen niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project