De waarneming en appreciatie van kunst in galerijen en musea: Multi-methoden studies met een focus op mobiele oogbewegingsregistratie en vragenlijsten

Onderzoek in empirische esthetiek is hoofdzakelijk beperkt tot laboratoriumexperimenten of grootschalige online studies, waarin alledaagse afbeeldingen (foto’s van buitenhuis- of binnenhuis-scènes of foto’s van schilderijen gepresenteerd worden aan gelegenheidssteekproeven (vnl. studenten of mensen die via Amazon Mechanical Turk meewerken tegen betaling). Iedereen in het veld realiseert zich dat de inzichten verworven via dit soort studies erg beperkt zijn in termen van de veralgemeenbaarheid naar de soms diepe esthetische ervaringen toe (e.g., ervaringen van rillingen, bewondering, het sublieme) die sommige kunstliefhebbers ervaren wanneer ze echte kunst bekijken in galerijen en musea. De meeste onderzoekers hebben zich tot nu toe beschroomd om deze meer ecologisch valide contexten op te zoeken omwille van de moeilijkheden om deze ervaringen te pakken te krijgen via de meer objectieve, kwantitatieve onderzoeksmethoden die we meestal gebruiken in de experimentele psychologie. In dit PhD project zullen we deze gedurfde stap echter wel zetten en theorie-gedreven vragen onderzoeken m.b.t. de factoren die de waarneming en appreciatie van kunstwerken (incl. installatiekunst) van bezoekers van kunstgalerijen en –musea bepalen. We zullen dit hoofdzakelijk doen door vragenlijsten en diepte-interviews te combineren met nieuwe mobiele apparatuur voor de registratie van oogbewegingen, psychofysiologische responsen (bv. hartslagvariabiliteit) en EEG. Verschillende gevalsstudies zijn gepland in musea zoals M in Leuven en Tate Modern in London, zowel als in kleinere galerijen, in samenwerking met hedendaagse kunstenaars (bv. Patrick Ceyssens, Ief Spincemaille).