De sociale implicaties van artificiële intelligentie: een kritisch onderzoek naar het vertrouwen/wantrouwen van beslissingsondersteunende systemen gebaseerd op AI.

Hoewel het concept van kunstmatige intelligentie (AI) al meer dan een half decennium bestaat, is het dat alleen
net nu dat real-world systemen een ingang hebben gemaakt in het dagelijks leven. Er wordt beweerd dat AI
technologie kan 'slimme' taken uitvoeren en repetitief werk efficiënter en efficiënter automatiseren
gepersonaliseerd. Dat gezegd hebbende, is AI-technologie ook beschuldigd voor het discrimineren van groepen op basis van
gender, etniciteit en religie - en daarmee bestaande machtsverschillen te vergroten. In plaats van discriminerende praktijken of vooroordelen verder te schetsen, zijn we vooral geïnteresseerd in hoe mensen hun (dis)
vertrouw op AI. Naast (ver) vertrouwen in AI, zijn we geïnteresseerd in hoe mensen weerstand bieden aan AI.
Een technologische deterministische ondertoon is nog steeds zeer prominent in het dagelijks discours waarin
technologieën worden afgeschilderd als iets dat neutraal, waardevrij en autonoom is. Het laatste
zou impliceren dat vooroordelen en discriminerende praktijken door AI niet als zodanig worden gezien en dus meer
gemakkelijk geaccepteerd als 'natuurlijke' (of onvrijwillige) in plaats van 'menselijke' fouten. Dit project zal een
kritisch / interpretatief onderzoeksontwerp om de sociale constructie van vertrouwen in AI te begrijpen; de
niveaus van (on) vertrouwen van mensen tegenover AI; en waarom, wie en hoe mensen zich verzetten tegen AI.
Concreet zullen we ons in dit onderzoeksproject concentreren op een specifiek soort AI dat snel vooruitgang boekt
en wordt op grote schaal verspreid in verschillende contexten (arbeid, vrije tijd, medische), d.w.z. kunstmatige intelligentie
beslissingsondersteunende systemen (ADSS).