< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van grondwettelijke hoven in opkomende democratieën: variaties in deliberatieve praktijken.

Grondwettelijke toetsing door de rechter maakt een opvallende opgang in de laatste decennia, zeker in post-autoritaire democratieën. Vanuit democratisch perspectief worden hier echter vraagtekens bij gezet, uit vrees voor een "gouvernement de juges". Die bezwaren kunnen het democratiseringsproces beïnvloeden. Zo oefenen nieuw ingerichte hoogste rechtscolleges in overgangsdemocratieën hun macht met de grootste terughoudendheid uit of treden ze enkel op in bepaalde rechtsdomeinen, uit vrees voor sancties door de politieke autoriteiten. Een cruciale vraag luidt daarom hoe rechtscolleges hun machten uitoefenen en, meer specifiek, hoe zij op politieke druk anticiperen en reageren. Rechtscolleges moeten daartoe bestudeerd worden vanuit een integraal kader, dat juridische expertise m.b.t. juridische redeneringen combineert met politiekwetenschappelijke kennis over de ruimere context en het optreden van rechtscolleges als "agencies" van de overheid. Volgens theorieën van deliberatieve democratie, kunnen procedurele vereisten voor een rationeel, transparant en inclusief debat legitimiteit geven aan wetten. Rechtscolleges kunnen in die theorie optreden als een forum voor deliberatie, door toegang te verlenen aan het constitutionele debat en door wetten te rechtvaardigen op grond van argumenten. Ons uitgangspunt is dat deliberatieve fora, zoals rechtscolleges, belangrijke onderdelen zijn van een democratie, en een belangrijke rol kunnen spelen in de overgang naar een democratie. Politici kunnen rechtscolleges echter belemmeren in deze taak en rechtscolleges kunnen zich geremd voelen om voluit gebruik te maken van hun macht. Dit onderzoeksproject tracht de variatie te verklaren in de deliberatieve praktijken die rechtscolleges in overgangsdemocratieën ontwikkelen. Om deze variatie te onderzoeken, wordt in de uitvoering van het project een theoretisch kader ontwikkeld, dat als basis dient voor empirische analyse. Het onderzoek zal de focus leggen op drie onderzoeksvragen. 1: Kunnen theorieën van deliberatieve democratie fundamentele spanningen verlichten tussen opvattingen van 'new constitutionalism', die rechterlijke toetsing van wetten omvatten, en democratie? Eerst moeten deze spanningen tussen 'legal' en 'political constitutionalism' verhelderd worden. Vervolgens moeten we nagaan hoe deze spanningen het democratiseringsproces beïnvloeden. Wat betekent het voor een land om "in transitie naar een democratie" te zijn en wat is de rol van rechtscolleges in deze landen? Hoe kan een rechtscollege werken als een forum voor deliberatie in overgangsdemocratieën? 2: Bevorderen grondwettelijke hoven democratie in overgangsdemocratieën, door mensenrechten en socio-economische rechten te beschermen en uit te breiden? Dit vereist een analyse van zowel het juridisch kader als de historische en socio-politieke context waarin de rechtscolleges functioneren. We moeten kwantitatieve data verzamelen over de juridische organisatie en bevoegdheden van het rechtscollege, wie toegang heeft tot het hof en wie daadwerkelijk een zaak inspant, welke zaken binnen de bevoegdheid van het hof vallen en hoe het hof zijn machten interpreteert en uitoefent, welke rechten op het spel staan, hoe en wanneer de zaken worden beslist. 3: Wat verklaart het succes of het falen van grondwettelijke hoven als deliberatieve fora? Zowel juridische als socio-politieke factoren worden in rekening gebracht. Juridische factoren betreffen de procedure en bevoegdheden van de hoven, bv. of individuen en belangengroepen toegang hebben tot het hof, of zij een stem geven aan wie geraakt wordt door beleid en of rechters afwijkende meningen ('dissenting opinions') geven. Socio-politieke factoren betreffen de sociale, economische, politieke en culturele omgeving waarin de rechtscolleges optreden. Hiervoor steunen we deels op indicatoren die reeds in de doctrine werden ontwikkeld: transparantie, publieke steun, politieke competitie en scheiding der machten.
Datum:1 jul 2012 →  30 jun 2016
Trefwoorden:JURIDISCHE STRUCTUREN, GRONDWETTELIJK HOF, DELIBERATIEVE DEMOCRATIE, OVERLEGDEMOCRATIE, DEMOCRATIËN IN DE OVERGANG
Disciplines:Andere economie en bedrijfskunde, Rechten, Burgerschap, immigratie en politieke ongelijkheid, Internationale en vergelijkende politiek, Multilevel governance, Nationale politiek, Politiek gedrag, Politieke organisaties en instellingen, Politieke theorie en methodologie, Openbaar bestuur, Andere politieke wetenschappen