< Terug naar vorige pagina

Project

De paradox van Belgische ongelijkheidsstudies: is België minder ongelijk dan anderen? (PARADIS)

Context

Ongelijkheid en armoede blijven belangrijke thema’s in het publieke debat. Het IMF bestempelt ongelijkheid als ‘dé cruciale uitdaging’ van onze tijd, omdat het leidt tot een gebrek aan inkomensmobiliteit en kansen, belangrijke gevolgen heeft voor economische groei en macro-economische stabiliteit, en het risico inhoudt dat politieke macht te zeer geconcentreerd wordt. In de voorbije 15 jaar heeft ook de OESO een veelheid aan bewijs verzameld over toenemende ongelijkheid van inkomen in veel landen, en concludeert daaruit dat ongelijkheid ‘slecht is, en toeneemt’ (OESO 2018).

Wij starten dit onderzoek vanuit twee observaties:

  • Het bestaande onderzoek voor België leidt tot andere conclusies dan die voor vele andere ontwikkelde landen. Horemans et al. (2011) en Van Rie en Marx (2014) besluiten op basis van enquêtegegevens dat de Belgische inkomensongelijkheid eerder stabiel is gebleven tussen 1985 en eind 2000. Ook de OESO rapporteert een slechts beperkte toename in de Gini-coëfficiënt van 0,257 in 1983 naar 0,264 in 2011. Er was zelfs een kleine daling van de Gini sinds 2004. Ook Decoster et al. (2017) vonden geen bevestiging voor een snellere inkomenstoename aan de top van de inkomensverdeling sinds het begin van de jaren 90. Bovendien is de in-risico-op-armoede-ratio erg stabiel gebleven over de afgelopen decennia. Deze bevindingen staan niet alleen in scherp contrast met die van vele andere landen, ze lijken ook in contradictie met de ook in België breed gedragen perceptie dat ongelijkheid, armoede, materiële deprivatie, en onzekerheid stelselmatig toenemen. Dit project stelt zich tot doel klaarheid te scheppen in deze ‘paradox’.
  • België blinkt jammer genoeg nog steeds uit in haar afwezigheid in de DINA’s, wat staat voor Distributional National Accounts of ‘Nationale Rekeningen met Verdeling’. Dit is een methode die in essentie verder bouwt op het pionierswerk van Kuznets, die nationale-inkomensreeksen (en dus macro-data) combineerde met administratieve belastinggegevens. Recent startte (de ondertussen betreurde) Tony Atkinson een project om de nationale rekeningen uit te breiden met verdelingsgegevens, en onderzoekers als Thomas Piketty en Emmanuel Saez bouwen dit momenteel snel verder uit. Begin 2018 lanceerde hun team van de Paris School of Economics de World Wealth and Income DatabaseWorld Inequality Database

Algemene doelstellingen en onderliggende onderzoeksvragen

In dit project voeren we een diepgaand onderzoek uit van bestaande data, concepten, en methodes, met als doel, voor België:

  • de verschillende drijvers achter ongelijkheid en armoede te identificeren en te kwantificeren;
  • de Belgische DINA-data op te stellen, zodat die mee hun rol kunnen spelen in de snelgroeiende internationale literatuur over dit onderwerp;
  • het conceptueel kader van verdelingsanalyses uit te breiden, door ook andere concepten te ontwikkelen en te hanteren dan enkel maar inkomen.

Methodologie

Het project steunt op drie methodologische pijlers:

  • We gebruiken de meest geavanceerde statistische methodes (bv. op het gebied van imputatie) om verschillende microdata samen te brengen, zodat we een beeld kunnen schetsen van de evolutie van ongelijkheid en armoede over de tijd, voor belangrijke beleidsvariabelen zoals inkomen, bestedingen en vermogen.
  • We integreren de microdata met de macro-benadering van de Nationale Rekeningen.
  • We construeren ‘wat-als’-oefeningen (of counterfactual verdelingen) om de oorzaken van veranderingen in ongelijkheid en armoede af te zonderen en te begrijpen. In die wat als-oefeningen spelen zowel demografische veranderingen, veranderingen op de arbeidsmarkt, en beslissingsprocessen binnen het gezin een rol.

Verwachte onderzoekresultaten

BE-PARADIS zal - voor België -

  • de belangrijkste microdata die gezinsinkomen, bestedingen en vermogen bevatten harmoniseren, en zal state-of-the-art technische nota’s opstellen en code ter beschikking stellen die andere onderzoekers zullen helpen bij dit proces;
  • nieuwe inzichten bieden in de evolutie van ongelijkheid, en in de bijdrage daarin van verschillende factoren;
  • zal verder gaan dan de standaardanalyses over ongelijkheid tussen huishoudens, door ook te kijken naar de verdeling binnen huishoudens, zowel wat betreft beschikbaar inkomen als wat betreft tijdsgebruik. Het project betrekt ook economische (on)zekerheid, economische opportuniteiten, en toegang tot publieke diensten in de analyse;
  • België toevoegen aan het DINA-kader, en aan de WID.
Datum:15 dec 2019 →  Heden
Trefwoorden:armoede, ongelijkheid, welvaartsverdeling, DINA, welvaart
Disciplines:Dataverzameling en data estimation methodologie, computerprogramma's, Distributie, Welvaartseconomie, Publieke economie