< Terug naar vorige pagina

Project

De invloed van direct en indirect gemeten perfectionisme op het therapieresultaat bij anorexia nervosapatienten.

Automatische perfectionisme associaties bij studenten en personen met een eetstoornis</>
Kathleen De Cuyper
Prof. Dr. Dirk Hermans (promotor), Prof. Dr. Guido Pieters, Prof. Dr. Laurence Claes (co-promotoren)
Dit doctoraatsproject heeft tot doel de psychometrische kwaliteiten van nieuw ontwikkelde perfectio-nisme instrumenten te onderzoeken. In de literatuur werd het construct perfectionisme</> tot nu toe vooral bestudeerd via zelf-rapportage. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen prestatiegericht en zelfkritisch perfectionisme, die onderling samenhangen. Nochtans vertoont de zelfkennis</> van mensen behoorlijke blinde vlekken. Daarom is het belangrijk om de vragenlijsten die aspecten van perfectionisme meten aan te vullen met indirecte meetinstrumenten. Typisch aan deze instrumenten is dat ze het onderzoeksobject meten zonder gebruik te maken van introspectie en zelf-rapportage m.b.t. het te meten construct. 
Dit doctoraatsproject omvat een theoretisch en een empirisch gedeelte. Eerst worden in een systematische en beschrijvende review</> de studies </>besproken waarin indirecte meetinstrumenten werden gebruikt om het impliciet zelf-concept van persoonlijkheid te meten</>. Deze review informeert zowel de impliciet sociale cognitie onderzoekers, de persoonlijkheidsonderzoekers, als ook de clinici over de vooruitgang die werd gemaakt in de ontwikkeling van valide impliciete taken om persoonlijkheid te meten. 
Hetempirische gedeelte van deze thesis bestaat uit de meting van aspecten van perfectionisme bij studenten en bij eetstoornis (ES) patiënten op drie niveaus: het niveau van zelf-rapportage, van gedrag en van automatische associaties. Op het niveau van de zelf-rapportage werd de factorstructuur en de construct validiteit </>onderzocht van de Nederlandstalige Multidimensional Perfectionism Scale van Hewitt en Flett</> (1991) in een grote groep studenten. Onze studie bevestigde de originele drie-factor structuur, tenminste wanneer een methodefactor voor de negatief geformuleerde items geïncludeerd werd in het drie-factor model. Op het niveau van gedrag werd bij studenten en bij ES patiënten de construct validiteit</> onderzocht van de</> uitgebreide letter-detectie taak</> (Tallis, Eysenck, & Mathews, 1991) en van de tekentaak</>. Beide taken discrimineerden tussen de twee groepen waarvan geweten is dat ze verschillen m.b.t. beide zelf-gerapporteerde dimensies van perfectionisme. In tegenstelling tot de hypothese correleerde de taken echter niet rechtstreeks met de zelf-gerapporteerde dimensies van perfectionisme. Op het niveau van automatische associaties werden de psychometrische kwaliteiten van de Aiming at Perfection Single Category Implicit Association Test</> (Karpinsky & Steinman, 2006) en de Failing/Suffering Implicit Association Test</> (F/S IAT; Greenwald, McGhee, & Schwartz, 1998) onderzocht bij studenten en bij ES patiënten. (1) De Aiming at Perfection SC-IAT meet de mate waarin mensen op een automatisch niveau anderen als meer prestatiegericht ervaren dan zichzelf. Momenteel ontbreekt grotendeels evidentie voor de construct validiteit van deze taak. Nochtans, hoe meer anderenals prestatiegericht geëvalueerd werden in vergelijking met zichzelf, hoe slechter de examenresultaten van de studenten waren op het einde van het academiejaar, en hoe trager de anorexia nervosa patiënten bijkwamen in gewicht tijdens hun residentiële behandeling. (2) De F/S IAT meet de mate waarin falen als negatiever ervaren wordt dan afzien op een automatisch niveau. De positieve correlatie tussen deze IAT en de accuraatheid en gebruikte tijd tijdens de uitgebreide letter-detectie taak, zowel bijde studenten als bij de ES patiënten, geeft evidentie voor de constructvaliditeit van de F/S IAT. Daarenboven correleerde de F/S IAT positief met perfectionistische resultaten op de tekentaak in de automatische processen conditie van een experimentele studie, zoals werd voorspeld. M.b.t. de predictieve validiteit, hoe meer falen als negatiever werd ervaren dan afzien, hoe meer ES symptomatologie gerapporteerd werd na twee maanden bij patiënten met een korte ziekteduur, en hoe trager de anorexia nervosa patiënten bijkwamen in gewicht. De zelf-gerapporteerde dimensiesvan perfectionisme voorspelden zelf-gerapporteerde outcome na een follow-up periode van zeven maanden. Na controle voor de overlap tussen beidedimensies bleek de prestatiegerichtheid dimensie een positief effect tehebben op de ES symptomatologie. De zelfkritische dimensie had een negatief effect op ES en andere symptomatologie. 
De construct en predictieve validiteit resultaten van de perfectionisme instrumenten, bestudeerd op de drie niveaus, tonen dat het kenmerk en het gedrag perfectionisme adaptieve en maladaptieve gevolgen</> hebben. De studie van de tussenliggende variabelen tussen de perfectionisme metingen en outcome variabelen in toekomstig onderzoek kan verder inzicht geven in the valentie van dit concept.
Datum:1 okt 2008 →  21 okt 2014
Trefwoorden:Anorexia nervosa
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project